Nadat ik me omkleed heb, stap ik de kamer uit. Het lijkt hier net een doolhof, alles lijkt op elkaar.
'Heer Elrond vroeg me op je op te halen.' een andere elf kijkt me vriendelijk aan.
'Dank je, ik zou anders verloren zijn gelopen.' zeg ik glimlachend. Hij kijkt me even vriendelijk aan, waarna hij voor me stapt.
'Waar zijn we precies?' vraag ik, terwijl ik verwonderend om me heen kijk. Alles ziet er zo mooi uit hier.
'Je bent in Rivendel.' zegt hij. Ik volg hem verder, nog steeds de omgeving bewonderend. Voor ik het weet, komen we aan bij de anderen. Aan een van de tafels zie ik enkele dwergen lachen met Kili die wat verlegen weg kijkt, Thorin samen met Gandalf en Elrond aan dezelfde tafel en aan de laatste tafel zie ik Fili zitten. Ik stap achter de man voor me de drie trapjes op en als hij wat van me weg is, kijken verschillende dwergen naar me. Ik stap naar Fili, aangezien er naast hem nog een plaats vrij is. Ik kijk even opzij naar de tafel tegen ons en zie zowel Gandalf als Elrond naar me kijken.
'Ik den dat ik straks mijn eigen kledij terug vraag.' zeg ik ongemakkelijk tegen Fili.
'Waarom? Ook al is het een elfenkleed, het staat je goed hoor. Niets om verlegen te zijn.' zegt hij lovend en ik kijk hem glimlachend aan.
'Dank je.' zeg ik, waarna ik naar mijn bord staar. Er liggen verschillende groene en gele blaadjes op en iets verderop hoor ik enkele dwergen klagen.
'Meekomen.' hoor ik een zware stem zeggen, die bij Thorin hoort. Ik kijk hem verbaasd aan, maar veel tijd om na te denken heb ik niet. Hij neemt mijn arm vast en helpt me zo recht, waarna hij met mij van het tafereel weg stapt.
'Je hoeft me zo niet vast te houden, ik kan ook zelf stappen hoor.' zeg ik, terwijl ik mijn arm uit zijn hand haal.
'Voel je nu als een van hen?' zegt hij met een boos gezicht.
'Ik weet niet of je het al gehoord hebt, maar mijn kledij hing vol vuil en bloed. Meestal is dan het moment om ze te laten wassen. Of had je liever dat ik in vuile kledij aan tafel was komen zitten?' ik ben het zo beu dat hij al even boos tegen me doet, dat mijn frustratie sneller is dan ik kan denken. Even lijkt hij van slag door mijn woorden, maar dat kan ik me ook ingebeeld hebben.
'Dan hoop ik dat ze snel je eigen kledij terug geven.' zegt hij nors en stapt terug naar de eetplaats.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen