Foto bij De ontmoeting

^ de kettingen ^

Snel ren ik door heb bos vluchtend voor de mensen die achter me aan zitten. Ze mogen me niet te pakken krijg! Dat mag niet! Dan valt mijn ook op een rivier en spring er in. Ik verander in een dolfijn en zwem op topsnelheid weg. Als ik het gevoel heb dat ik ver genoeg weg ben verander ik terug en kruip op de kant. Deze krachten zijn een geweldige gave, maar ook een vloek. Ik ben er dol op om in een dolfijn of wolf te veranderen, maar het vluchten en verstoppen maakt het tegelijkertijd verschrikkelijk.

Hoewel ik weet dat ze me waarschijnlijk toch kwijt zijn verander ik toch ik een wolf en begin weer hard te rennen. Zelfs als mens ben ik snel, maar als dier nog sneller. In het water ben ik zo snel als een dolfijn, kan communiceren via echolocatie en kan net zo lang mijn adem in houden. Op het land ben ik zo snel als een wolf, heb net zulke goede ogen. Bovendien heb ik van beide dieren dezelfde instincten en wat karakter trekken, maar het beste is natuurlijk dat ik er ook in kan veranderen

Opeens bots ik tegen iemand op en vloek. Gedraag je als een normale wolf! Ik grom gevaarlijk naar de jongen voor me op de grond. Hij is echter totaal niet bang van me en kijkt haastig achterom. Een groep woedende mensen komt op ons afrennen. Snel pak ik de jongen bij zijn shirt vast en probeer hem mee weg te slepen in de hoop dat de mensen me dan met rust laten. In plaats van te spartelen en mee werken blijft de jongen rustig en laat zich gewoon mee slepen.

De mensen komen steeds dichterbij en blijven geschrokken stil staan als ze mij zien. 'We moeten dat joch hebben, maar die wolf vermoord ons, wat nu?' Vraagt een vrouw bang. 'Laten we hem gewoon hier laten en die wolf zijn maaltje niet afpakken.' Zegt een man rustig. De rest knikt instemmend en ik grom even waarna ik de jongen een grot in trek.

Zodra we uit het zicht zijn begint hij te trekken en scheurt zijn shirt kapot. Ik grom en hij glimlacht. Plotseling staat er een Cheetah voor me die me terug gromt. Verbaast verander ik terug in een mens en kijk hem vragend aan. 'Kan jij ook in dieren veranderen? Ik ben Jenny, mens, wolf en dolfijn.' Zeg ik eerlijk en glimlach. De Cheetah veranderd terug in de jongen met zwart haar en donker bruine ogen.

Ik glimlach. 'Ik ben Paul en ik ben mens, arend en Cheetah. Alleen die mensen kwamen er achter dat ik niet normaal ben, dus moest ik weg voor ze me vermoorden.' Zegt hij en ik glimlach. 'Mij is hetzelfde gebeurd, maar als dolfijn is het makkelijk om via de rivier te ontsnappen.' Vertel ik glimlachend en hij glimlacht ook.

'Zullen we gaan? Het is beter als we hier niet te lang blijven.' Zegt hij en ik knik. 'Fijn iemand te vinden die me begrijpt, zullen we samen reizen? Dan lijkt me veel leuker dan alleen en kunnen we elkaar helpen.' Zeg ik en spring vrolijk op en neer. Hij glimlacht en knikt. Samen lopen we de grot uit en ik glimlach. 'Ik weet een leuke plek om heen te gaan, kom mee.' Zeg ik en ren weg.

Hij haalt me zonder moeite in en kijkt me vragend aan. 'Moet je trouwens niet naar je ouders op zoek?' Vraagt hij nu en ik schud mijn hoofd. 'Ik heb geen ouders, ik ben alleen op de wereld en jij? Moet jij je ouders zoeken?' Vraag ik en hij schud zijn hoofd. 'Nee, ik heb geen ouders. Ik ben alleen net als jij.' Zegt hij rustig en ik schud mijn hoofd. 'Zouden we ons hele leven moeten vluchten?' Vraag ik en hij haalt zijn schouders op. 'Geen idee.' Zegt hij rustig en ik ren even naar de rivier. Ik spring er in en neem grote slokken voor het water.

'Kom op Paul, het water is heerlijk en we moeten nog wel even door reizen voor we er zijn.' Zeg ik lachend en hij loopt aarzelend naar me toe waarna hij zich langzaam in het water zakken. Ik vind het te lang duren en trek hem er in. 'Kom op, er is niks om bang voor te zijn.' Zeg ik grinnikend en spat hem nat.

Hij rilt even en glimlacht. 'Nee, klopt maar dit water is veel te koud.' Zegt hij en ik begin te grijzen. 'Watje, dit water is heerlijk.' Zeg ik en duik onderwater regelrecht een kleine grot in en zie opeens iets glimmen. Ik zwem er naar toe en zie dat het een klein kettinkje is met precies zo'n zelfde steen als ik jaren geleden heb gevonden, alleen is deze steen een stuk donker. Aan mijn ketting zit bovendien een ringtje met een dolfijn er doorheen en bij deze zitten er een soort cirkels omheen.

Hoe dichter ik er bij kom hoe vreemder het wordt, want de steen begin steeds feller op te lichten net als de mijne. Snel pak ik de ketting vast en zwem terug naar boven waar ik Paul geschrokken heen en weer te kijken. Ik besluit hem te pesten en zwem geruisloos naar hem toe om daarna op zijn rug te springen. Hij schrikt en valt samen met mij voor over in het water. Ik ga snel van hem af en hang lachend de ketting om zijn nek. 'Hier als de stenen bij elkaar in de buurt komen lichten ze op. Zo kunnen we elkaar altijd vinden, dus tijd om het uit te testen.' Zeg ik en zwem naar de kant om meteen weg te rennen op volle snelheid. Paul verbaast achterlatend.

Niet veel later land er een arend naast me op de boom tak en veranderd terug in de jongen die me grijzend aankijkt. 'Dat was niet moeilijk met mijn neus en de ketting. Bovendien kan ik vliegen dus dat bespaard me het klimmen.' Zegt hij glimlachend en ik grinnik. 'Nou laten we verder gaan.' Zeg ik en laat me rustig uit de boom vallen. Ik ben dan wel geen kat, maar ben net zo behendig in klimmen en landen als ze.

Paul laat als een arend naast me en ik glimlach. 'Zullen we zo verder gaan? Als dieren? Jij als arend en ik als wolf? Dan zijn we de dieren van de oude indianen.' Zeg ik glimlachend en hij knikt met zijn kop. Ik verander ook en samen gaan we verder. Ik rennend en hij vliegend achter me aan. Na een tijdje voel ik iets op me landen en kijk even met een kop op naar welke gek op me is gaan zitten. Het is Paul, die mafkees gebruikt mij als vervoersmiddel. Ik grinnik. Gekke kleine arend.

Rustig ren ik door en na een paar uur rennen besluit ik dat het genoeg is voor vandaag en verander terug. Paul doet hetzelfde maar omdat hij nog op me zat lig ik nu op de grond met de jongen bovenop me. Hij begint te lachen en zijn lach is aanstekelijk, dus lach ik maar gewoon mee. Na een tijdje is de lol er toch wel van af en begint mijn lichaam stijf te worden. 'Wil je nu van me af gaan? Ik voel mijn benen bijna niet meer, het was leuk maar nu heb ik er wel genoeg van.' Zeg ik en hij begint nog harder te lachen waarna hij van me afstapt.

Ik zoek wat hout bij elkaar en Paul maakt een vuur waarna we naast elkaar er bij gaan zitten. Opeens hoor ik zijn maag knorren en de mijne reageert er op door hetzelfde te doen. Ik glimlach en kijk hem vragend aan. 'Zullen we maar gaan jagen en eten zoeken? Na zo'n lange dag hebben we beide honger gekregen.' Zeg ik en hij knikt. 'Zal ik gaan jagen? Dan kan jij fruit gaan zoeken.' Zegt hij en ik knik. 'Is goed dan ga ik daarna meteen wat vis vangen bij de rivier hier naast.' Antwoord ik rustig waarna we beide het bos in lopen en hij veranderd. Ik zoek wat fruit bij elkaar en draag het in mijn jurk terug naar het vuur. Daar leg ik voorzichtig op de grond en spring in de rivier. In mijn sprong verander ik in een dolfijn en vang al snel vier vissen. Terwijl ik er twee boven het vuur rooster aan een stok komt Paul terug met een dood hert. Als hij vlakbij is veranderd hij terug en ik hoor zijn maag hard grommen.

'Hard gerend zeker? Pak maar wat fruit, de vis is zo klaar.' Zeg ik en hij kijkt me dankbaar aan waarna hij snel begint te eten. Opeens hoor ik geritsel in de bosjes en spits mijn oren. Daarna laat ik een zachte dreigend grom ontsnappen, maar de persoon of het dier loopt gewoon door. Dan verschijnt er opeens een man uit de struiken en richt zijn geweer op mij. Paul is inmiddels verdwenen. Heeft hij me achter gelaten? 'Oke jij gaat me nu je eten geven en daarna met mij mee.' Zegt de man en ik grom.

'Mooi niet ik sterf liever.' Zeg ik en laat mijn tanden zien die al veranderd zijn door mijn woede. De man deinst geschrokken achteruit en nu duikt Paul weer op. Binnen een seconde heeft hij het geweer vast en staat weer naast. 'Mij had je niet verwacht he?! Ik ben te snel voor je!' Gromt Paul kwaad en ik glimlach. Hij had me niet achter gelaten, hij had zich verstopt voor een verrassingsaanval, maar wat moeten we nu met die man?

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen