1. Gedachten.
Ik weet niet wat ik aan het doen ben. Ik ben aan het tekenen in mijn schrift en ben met mijn gedachten zó afwezig, dat ik niet hoor dat de leraar al drie keer aan mij heeft gevraagd, of ik antwoord op de vraag wil geven. ‘Heather?’ Ik hoor mijn vriendin zuchtend langs me zitten. Ik zit altijd te dagdromen, daar kan ik niks aan doen. ‘Heather, de leraar vraagt wat aan je’. ‘Wat?’ Ik schrik van mijn eigen botheid tegenover mijn vriendin. Ik wil niet bot zijn, maar soms komt het er zo uit. Juul in namelijk mijn beste vriendin. We kennen elkaar al vanaf dat we op de crèche zaten en sindsdien zijn we haast niet meer te scheiden. ‘Oké, Jess, wil jij mij het antwoord geven?’ De leraar geeft het op. De bel gaat en we lopen naar onze lockers. Ik hoor Juul vragen waar ik nu eigenlijk aan dacht, maar ik merk het niet. Ze gaat voor me staan en houd me tegen. ‘Wat is er aan de hand, waarom ben je de hele dag zo afwezig?’ ‘Is er iets aan de hand?’ Ik verzeker haar ervan dat er niets aan de hand is, maar dat ik moe ben. Eigenlijk ben ik niet moe, maar ik ga haar echt niet vertellen wat de echte reden is. Het klinkt misschien kinderachtig, maar waar ik aan denk is té gênant. Ik kan hem namelijk al de hele dag niet uit mijn hoofd krijgen. Hij is hier vandaag op school gekomen. En hij is knap, écht knap. Juul zit te staren naar me. Ik knipper met mijn ogen. Waarom heeft ze in de gaten dat het iets anders is?
Reageer (2)
verder verder!!!! thanks voor je reactie op mijn storie!!
1 decennium geledenSnel Verder
1 decennium geledenastublieft