Chapter 19
Ik lig naast Farkas, in bed. Het is al laat, maar ik kan niet slapen. Ik kijk naast me. Farkas is nog wakker. Ik zucht, en staar naar het plafond. 'Waar denk je aan?' vraagt Farkas. 'Van alles. Over wat er nu van mij verwacht wordt, en hoe ik Alduin moet gaan stoppen. En ook deze hele burgeroorlog...Wat denk jij? Welke kant moet ik kiezen? Moet ik de Stormcloaks volgen, of toch het Keizerrijk?' Het is even stil. 'Ik weet niet of je een kant moet kiezen. Dit is niet jouw oorlog, jij hebt hier niks mee te maken.' 'Maar dat zullen ze wel verwachten.' 'Misschien wel, misschien niet. Dat weet je niet. Net als met die Dwemer, is zoiets giswerk. En daar ben ik niet goed in. Ik volg niet hele oorlog ook niet. Talos, Thalmor, Stormcloaks...Ik kan de Thalmor niet uitstaan, dat weet ik zeker.' Ik grinnik. 'Ja, dat heb ik toen gemerkt ja.' Farkas grinnikt. 'Ja, dat was ik even vergeten. Ik denk dat je die hele oorlog gewoon moet negeren. Alduin is nu even belangrijker.' Ik draai me om, en ga tegen hem aanliggen. 'Ja, dat klopt. Maar beloof me een ding.' 'Wat dan?' 'Dat je je grote smoel houdt tegen die Thalmor.' Hij moet lachen. 'Daar vraag je me wat. Maar ik beloof het.' Ik knik. 'Goed zo. Houd je er ook aan. Of anders...' Ik leun op mijn ellebogen, en kijk hem aan. '...moet ik maar op zoek gaan naar een andere sterke, stoere man om me te vergezellen. Misschien iemand als Torvar.' Farkas snuift even. 'Pff, Torvar is zwak. Daar heb je niks aan. Dan kun je nog beter Athis pakken, die is tenminste nog slim.' Ik grinnik, en druk een kusje op zijn wang. 'Ik zal erover nadenken, Farkas. Maar voor nu blijf ik lekker de jouwe.'
Het is nog vroeg, als ik wakker word. Langzaam open ik mijn ogen, en kijk rond. Farkas slaapt nog. Ik sta op. Vandaag verlaat ik High Hrotgar. Farkas gaat waarschijnlijk terug naar Whiterun, naar de Companions. Maar ik heb andere plannen. Ik wil meer van Skyrim zien. Ik wil weten hoe het zit met de mensen hier. Ik sta op, en begin me om te kleden. Achter me hoor ik gekreun. 'Arwen?' Ik draai me om. 'Goedemorgen. Lekker geslapen?' Hij knikt. 'Ja, best wel. Wat staat vandaag op het programma?' Ik pak mijn tas. 'Vandaag vertrek ik uit High Hrotgar.' Verbaasd kijkt Farkas me aan. 'Maar je wilde toch dingen leren?' Ik knik. 'Ja, maar ik heb het advies gekregen, dat ik het land moet gaan ontdekken. Ik moet er een band mee krijgen.' Farkas gaat recht zitten. 'Waar ga je dan naartoe?' vraagt hij. Ik haal mijn schouders op. 'Ik weet het niet. Ik heb een kaart gekregen van Arngeir. Ik denk dat ik richting Solitude trek. Van daaruit zie ik wel. Misschien dat ik naar Markath reis. Misschien dat ik dan meer over de Dwemer en de Forsworn te weten kom.' 'Wat is er dan met de Forsworn?' Ik zucht, laat ik het hem meteen maar vertellen. 'Nou, dan zal ik je ook maar meteen over mijn familie vertellen.'
'Dus je vader was lid van de Thalmor?' zegt Farkas verbaasd. Ik knik. 'Ja, dat klopt. Maar hij is er geen lid meer van. Hij haat ze zelfs. Hij vindt dat ze de Altmer een slechte naam geven. Niet alle Altmer zijn slecht. Destijds waren ze ook nog niet bezig met die klopjachten. Valenwood is altijd een zwakke provincie geweest, en veel Bosmer waren ook blij dat de Thalmor kwamen. Maar toen werden ze extremer. Mijn vader heeft het nooit goed gekeurd. En toen ontmoette hij mijn moeder. En toen zijn ze gevlucht.' Farkas knikt. 'Dus je vermoedt dat je een Forsworn bent?' Ik haal mijn schouders op. 'Ik houd alle opties open. Ik weet dat ze me vlakbij de grens hebben gevonden, net buiten de Reach. En ik had enkele spullen bij me, die veel Forsworn hebben als ze een baby zijn.' Farkas knikt. 'Nou, dan zullen we maar meteen vertrekken.' Ik schud mijn hoofd. 'Nee, je moet terug naar Whiterun.' Verbaasd kijkt hij me aan. 'Wat? Waarom dat? En jij dan?' Ik sta op.'Omdat dit een strijd is die ik moet voeren. Ik weet genoeg van Alduin, om te weten dat hij alles zal doen om mij te kunnen vernietigen. Ik kan je niet in gevaar brengen.' Farkas staat ook op. 'Dus ik moet je maar alleen laten? Je weet dat ik dat niet doe. Ik heb Kodlak gezworen dat ik je zou beschermen. En ik breek mijn eed niet.' Ik zucht, en begin te ijsberen. 'Farkas, Alduin is niet mis. Er is niks meer over van Helgen! Ik ben de Dragonborn, en het is mijn taak om iedereen te beschermen. Ik wil je niet in gevaar brengen.' Farkas schudt zijn hoofd. 'Nee, zo werkt het niet. Ik was erbij, toen je die ene draak versloeg. Ik weet zijn naam niet meer, maar dat maakt ook niet uit. Ik weet dat je sterk bent. Maar dat betekent niet dat je onverslaanbaar bent. Er zijn nog steeds mensen die gebruik van je willen maken. Je bent een Companion, net als ik. Als lid van de Cirkel beveel ik je, om me niet te verlaten.' Ik zucht. 'Maar Farkas...' 'Bevel is bevel. Begrepen?' Dit kan hij niet menen. 'Je snapt het niet! Ik kan het niet riskeren om jou te verliezen. Ik wil niet dat Alduin, of wie dan ook, jou gaat gebruiken om mij te verzwakken.' 'Dat zal niet gebeuren.' 'Oh nee? Alduin is bijna een godheid. Hij zal waarschijnlijk al weten over onze relatie.' De tranen stromen nu over mijn gezicht. 'Ik wil je niet verliezen, Farkas.' Hij zegt niks. Dan knikt hij. 'Oké, als dat je wens is...Dan zal ik terugkeren naar Whiterun.' Hij haalt iets uit zijn tas. Het is een soort amulet. 'Draai je om.' Langzaam draai ik me om. 'Dit is een amulet van Talos. Dit zal je beschermen tegen slechte dingen van buitenaf, zoals ziektes. Laat het echter niet zien aan de Thalmor.' Ik draai me weer om, en we kijken elkaar aan. 'Wanneer zie ik je weer?' vraagt hij. Ik haal mijn schouders op. 'Ik weet het niet. Ik weet ook niet, of we elkaar ooit nog te zien krijgen. Ik weet wel dat ik alles op alles zal zetten, om Alduin tegen te houden, en deze wereld te redden.' Farkas pakt me vast. 'Dat weet ik,' zegt hij. 'En ik weet dat je het kunt.'
Er zijn nog geen reacties.