5.4: Ongeriefelijk
Op de gang kom ik Sedrik tegen. Ook hij lijkt onderweg te zijn naar de o-zo-belangrijke vergadering. Als ik bij de trap aankom hoor ik stemmen. Ze vallen allemaal stil. Harry komt van achter me uit gewandeld, even adembenemend als anders, en loopt soepel naar beneden. Geen idee of de stemmen stilvielen door mijn of door de heer des huizes. Misschien is het laatste het beste idee om aan vast te houden. Die strakke broek van Harry beneemt sommigen dan ook even hun aandacht.
"Aurus is in de keuken aan het helpen." Rune. Ik knik afwezig en volg haar dan met de trap naar beneden richting de keuken. Laten we hopen dat deze keer de gasten wel manieren hebben. Ik herkende er een paar die me veel te begeerlijk aankeken. Aurus zit inderdaad in de keuken, kleine glaasjes af te wassen.
"Waar dienen die voor?" Aurus kijkt even gestoord op maar gaat verder als hij me ziet.
"Aperitief." Ik maak een begrijpend geluidje en ga naast hem zitten om de glaasjes droog te wrijven. Uit een zijkamer komt een bediende met verschillende flessen, alcohol waarschijnlijk. En Harry had al een flinke portie op... Het lijkt hier wel alle dagen feest soms. Naast me begint de bediende de glazen half te vullen met de vloeistof.
"Wat is dat?" Nieuwsgierig ruik ik de sterke geur van alcohol.
"Russische wodka. Die wordt gemengd met bloed of jenever. Je geeft ze best niet te veel bloed, maar ook niet te weinig." Ik slik een brok in mijn keel door. Best. Een fragiel gevoel bekruipt me als een andere bediende met enkele bloed zakken komt aanlopen. Ik merk dat Aurus op dezelfde aangeslagen manier kijkt, maar daarna gewoon verder doet. De bittere ijzergeur van bloed dringt mijn neusgaten binnen en ik probeer niet te ademen om de misselijkheid die omhoog komt tegen te houden. Dat was bloed van levensechte mensen. Ik merk dat de geur Aurus ook niet bevalt al zie je dat niet aan zijn gezicht. Koelbloedig geeft hij mee het laatste glaasje door en staat hij op om zijn weg naar de gang te maken. Net als ik wil op staan viel ik een lichte hand op mijn schouder. Sedrik glimlacht naar me.
"Jullie gaan het beste samen in een kamer wachten tot we klaar zijn." Ik knik en merk dat Sedrik de deur alweer uit is met en plateau vol walgelijke glaasjes. Na een paar seconden sta ik ook op om Aurus te achtervolgen. Lichtjes geënerveerd loop ik naar de gang toe, en neem ik de vele trappen. Ik vond het maar niks als er gasten zijn. Alsof het zo nog niet onveilig genoeg is voor een kleine mens als ik.
"Waar gaan we zitten?" Verstoord uit zijn gedachtegang kijkt hij op.
"Een van onze kamers zeker. De mijne?" Ik merk dat ik sluw begin te glimlachen als Aurus zijn wenkbrauwen een frons gebaar maken.
"Nu... Ik heb onlangs gedroomd van een schildersatelier hier in die kamer..." Afwachtend bijt Aurus op zijn onderlip. "Sedrik zei een kamer maat..." Nog steeds geen reactie. Toch merk ik dat hij vanuit zijn ooghoeken naar de kamer lonkt.
"Jij en je rare ideeën Louis, vooruit dan maar." Ik grijns breed en loop hem voor naar de kamer. Als ik mijn hand op de deurklink kreeg merk ik dat ze niet op slot is. Dit is te makkelijk... Voorzichtig en geruisloos trek ik de deur voor me open. Ik kan het gewoon niet laten. Toen ik kleiner was, was ik al zo vreselijk nieuwsgierig en was ik ook overal geïnteresseerd in. Ik las boeken uit heel het dorp. De manier waarop het licht ineens aangaat en de maan de zon vervangt kan me nog altijd stiekem verbazen. Het is dan ook moeilijk voor me om deze kamer niet te openen. Aurus staat ongemakkelijk achter me, handen in zijn zakken. Hij lijkt even verbaasd als mij. Mijn droom had wel degelijk gelijk. Wat onwerkelijk. In de kamer staan tientallen onafgemaakte schilderijen, zelfs enkele simpele tekeningen. De muren zijn bedekt met zelfgemaakte werken en overal staat er een signatuur op, een H.E.S in sierlijk handschrift. Harry. Ik moet toegeven dat hij wel leuke initialen heeft. Ik knipper verbaasd een paar keer met mijn ogen als ik nog eens rond me kijk. Ik wist niet eens dat er zoveel mooie kleuren verf bestonden. Traag loop ik voorbij de kunstwerken. Sommigen zijn enkel abstracte onrealistische vormen en kleuren, anderen zijn figuratief en meer impressionant. Op elk schilderij is het donker en lijkt de wereld zo angstig en wanhopig dat er spontaan en rilling over mijn rug loopt.
"Louis kijk hier." Aurus staat aan het uiteinde op een donker stuk kamer een immens groot schilderij te bewonderen.
"God allemachtig. Dit..." Even verbaasd als Aurus blijf ik staan staren. Op het schilderij staan Harry, Rune, Sedrik en nog en paar machtige ouders. De moeder heeft dezelfde haarkleur als Rune, maar dan veel gegolfder en meer met Harry’s gezicht. Verder in de kamer is er en deur maar die lijkt erg zwaar vast te zitten. Zowel ik als Aurus krijgen er geen beweging in. Ook durven we geen lawaai te maken, met meer als tien vampiers met super gehoor op de benedenverdieping. Even nadenkend blijf ik naar het schilderij staren waarna ik mijn ogen terug op Aurus richt.
“Ze zien er nog plomp het zelfde uit.” Hoor ik hem mompelen wat me doet glimlachen.
“Dat heb je nu eenmaal met vampiers.” Aurus grijnst lichtjes en draait zich dan terug om.
“Zullen we terug gaan? Jij met je uitstapjes altijd.” Ik grinnik zacht voor ik me ook omdraai en mee terug wandel.
“Je leeft maar een keer, mijn beste vriend.”
Er zijn nog geen reacties.