Maandag 19 januari 2015 - 8u05

"Mama, ik vertrek naar school hé!" roep ik. Ik sluit de voordeur en loop naar de auto van Felix. Het portier gaat al vanzelf open, waardoor ik vlug kan instappen. "Sjeee, wat is het koud!" zeg ik. Felix grinnikt. "Zeg wel. De verwarming van mijn auto is kapot. Dus je zal nog even flinke meid moeten zijn." zegt hij. "Omg, Felix." - "Hé, ik zit wel al langer in de auto. Jij kan makkelijk handschoenen aandoen. Ik niet." - "Hoezo, jij niet?" - "Met wollen handschoenen glijden mijn handen weg op het stuur." - "Oh." zeg ik alleen maar. Hij blaast in zijn handen en vertrekt dan. We nemen de dagelijkse route, maar plots moeten we stoppen voor een wegomleiding. "Shit hé." zegt hij. "Wat nu?" vraagt hij. "Jah, wat nu. De omleiding volgen hé." zeg ik. Hij gaat naar links en volgt de omleiding. Plots begint het hevig te sneeuwen waardoor Felix trager moet rijden. "Léo, we gaan nooit op tijd zijn voor het eerste uur." zegt hij. "Dan is dat maar zo." zeg ik terwijl ik naar buiten kijk. "Léo?" zegt hij op een vragende toon. "Ja?" vraag ik terwijl ik hem aankijk. "Gaan we gewoon, NIET naar school gaan?" vraagt hij. Mijn ogen gaan wijd open. "Ben je gek?" vraag ik. "Valt wel mee hoor." zegt hij droog. "Felix. We kunnen toch niet zomaar NIET gaan. Dan krijgen we straf!" - "Straf. Léo, we zitten in ons laatste jaar. We mogen toch wel eens gek doen." Ik slik even en kijk naar buiten. Het sneeuwde echt keihard en persoonlijk had ik geen zin om de voormiddag te volgen. "Oke, maar deze namiddag volgen we wel de lessen." zeg ik tegen Felix. Plots zet hij zich aan de kant. Hij doet zijn gordel uit en draait zich om. "Jij bent wel een bangerik." zegt hij. "Pardon?" - "Annelieke zou meteen instemmen om een hele dag te spijbelen. Ze zou alles doen om ook maar één uur bij mij alleen te zijn." Mijn ogen worden groot en mijn hart begint te bonzen. "Ga dan in het vervolg om Annelieke." zeg ik neutraal. Ik open het portier van de deur, neem mijn boekentas en stap uit. Met één klap gooi ik de deur dicht en stap weg. Ik hoor een portier dichtklappen. "Léo. Wacht. Het was een flauwe grap." hoor ik Felix roepen. Ik stap door en neem grote stappen. "Léo. Lieve Léo." hoor ik hem smeken. Ik stop, draai me om en zet mijn handen in mijn zij. "WAT?!" roep ik luid. "Wow. Kalm." zegt hij. "Sorry oke. Het was maar een grapje. We zullen deze namiddag wel naar de les gaan." zegt hij. Ik kijk naar hem en hij naar mij. "Weetje, nu hoeft het voor mij ook niet meer." zeg ik. "Wat?" - "Les deze namiddag." - "Léo, als jij niet wil spijbelen dan spijbelen we niet." - "Je hebt me beledigd en om te bewijzen dat ik geen bangerik ben, gaan we een hele dag NIET naar school." zeg ik. Ik keer terug naar de auto en stap in. Felix loopt achter en stapt ook in. Ik kijk recht voor en wacht tot hij vertrekt. Felix blijft naar me kijken tot ik plots mijn hoofd draai en zeg: "Ga je nog rijden of wacht je liever tot we ingesneeuwd zijn?" vraag ik. "Als je hier blijft staan dan zou het wel eens kunnen gebeuren dat je Annelieke nooit meer ziet." voeg ik eraan toe. Hij grinnikt even en vertrekt dan. Niet veel later komen we aan bij hem thuis. Hij stapt uit en ik doe net hetzelfde. Ik loop achter hem aan richting de voordeur. Hij opent de deur en gaat naar binnen. Het is muisstil in huis, tot we plots getrippel horen. "Lady!" roep ik. Niet veel later komt een grote dalmatiër naar me toe gewandeld. Ik hurk me en begin hem te aaien. "Dag lieve Lady." zeg ik terwijl ze me uitgebreid begint te likken. "Oh, ik heb je ook gemist hoor." zeg ik lacherig. "Lady, stop." zegt Felix. "Lady, zit!" zegt Felix nors. De hond gaat meteen zitten en kijkt naar Felix. "Flink!" zegt hij. Ik sta op en loop naar de keuken. Vlug was ik m'n handen en ook een beetje mijn gezicht. Ik vind Lady heel lief, maar het likken hoeft voor mij niet. Felix komt ook naar de keuken. Hij reikt me een handdoek aan zodat ik mijn gezicht kan drogen. "Thenks." zeg ik. "Mag ik je jas?" vraagt hij. "Oja." zeg ik, waarna ik hem uittrek. Hij loopt naar de hal en hangt de jassen aan de kapstok. Wanneer hij terugkomt sta ik nog steeds in de keuken.
"Felix, we moeten eigenlijk wel naar school bellen om onze afwezigheid te melden." zeg ik terwijl ik hem aankijk. Hij kijkt even rond en zegt dan: "Dat is waar. Maar hoe dan? Ik bedoel, ik kan moeilijk bellen, doen alsof ik de papa van mezelf ben, mezelf afwezig melden en dan ook even melden dat jij ook ziek bent." - "Inderdaad. Ik kan ook moeilijk met mijn mobiel bellen want dat hebben ze in geval van noodgevallen." - "En twee keer met hetzelfde vaste toestel bellen, lukt ook niet." Ik zucht even. Enkele minuten is het stil, tot plots Felix begint te spreken. "Ik bel naar mijn neef, ik leg hem alles uit en vraag of hij één van ons twee wil ziek melden." - "En dat zal geloofwaardig overkomen?" - "Tuurlijk, ik denk niet dat uberhaüpt zijn telefoonnummer zullen controleren." - "Dat is waar." - 'Ik ga meteen bellen." Felix neemt het vaste telefoontoestel en belt naar zijn neef. Het gesprek duurt een goeie tien minuten, Felix is namelijk behoorlijk slecht in dingen logisch uitleggen. Ondertussen heb ik het mezelf makkelijk gemaakt en heb een plaatsje gezocht in de sofa. Wanneer het telefoongesprek beeïndigd is komt Felix de woonkamer ingelopen. "T'is in orde." zegt hij met een brede glimlach. "Hij zal bellen om jou een volledige dag afwezig te melden." voegt hij eraan toe. "Hij gaat nu bellen. Als het gelukt is, zou hij naar mij terugbellen zodat ik naar school kan bellen om mezelf afwezig te melden." gaat hij verder. Ik lach omwille van zijn enthousiasme. Terwijl we wachten op het bevestigende telefoontje oefent Felix enkele mannestemmen uit, wat best wel grappig is. Een kwartier later rinkelt de telefoon. Felix spurt naar de gang en neemt op. "Hallo?"zegt hij. "Ah, Robbert. Is het gelukt? ... Oké super! ... Ja, dankjewel. Daag!" Hij legt de telefoon neer en komt naar de woonkamer gelopen. "Arme Léonie. Zo ziek dat je niet naar school kunt gaan." zegt hij met een pruillip. "Het is dus gelukt?" vraag ik met een grijns. Hij knikt. "Nu ga ik bellen." zegt hij. Zenuwachtig loop ik achter hem aan naar het toestel. Hij kijkt naar me en ik knik goedkeurend. Langzaam drukt hij het nummer in. "Doe normaal." zeg ik droog. "Tik gewoon het nummer in." voeg ik er aan toe. Hij grinnikt en tikt het volledige nummer in. "Met het Sint - Vincentiuscollege, goeiemorgen." zegt een vrouwenstem aan de telefoon. Felix kucht even en begint: "Een goeiemorgen mevrouw, u spreekt hier met Hans vandenberghe. De papa van Felix Vandenberghe. Ik bel om te melden dat mijn zoon ziek is en vandaag niet naar school kan komen." - "In welke klas zit uw zoon, meneer?" - "In 6A3, mevrouw." - "Ok, dat staat genoteerd. Indien hij morgen ook niet naar school komt dan willen we wel graag een doktersbriefje." - "In orde, mevrouw. Bedankt. Dag." Felix legt de telefoon neer en kijkt naar me. "Het is gelukt." zegt hij. Ik klap in mijn handen en begin te lachen. "Oke, wat gaan we doen?" vraag ik dan maar. "Geen idee, maar we mogen wel niet veel rommel maken anders zal mama vragen stellen." - "Wanneer is je moeder thuis?" - "Half zeven. De jouwe?" - "Half acht." - "Dan breng ik je om zeven uur naar huis." - "Is goed." - "Gaan we films kijken?" - "Welke?" - "Kies maar." Ik loop naar de woonkamer en open de DVD-kast. "Wil je romantiek? Of liever actie?" - "Bwa, maakt niet uit." - "Ooooh, Harry Potter. Doen we Harry Potter marathon?" vraag ik met pretoogjes. "JAAA!" antwoordt Felix enthousiast. "Oke. Ik heb een awesome idee." zeg ik. "We schuiven de salontafel helemaal tegen de tv, we leggen de kussens vanuit de sofa op het tapijt en dan kruipen we onder een deken zodat we gezellig naar Harry Potter kunnen kijken!" leg ik uit. Felix begint te glimlachen en loopt naar de keuken. "Felix, wat doe je?" vraag ik. Aangezien hij niet antwoordt loop ik hem achterna naar de keuken. Ik zie hem half in een keukenkast zitten en vraag wat hij doet. Hij komt uit de keukenkast gekropen met een doos chocolade. "Gaan we chocolademelk maken?" vraagt hij. "Is goed." zeg ik. "We kunnen ook nog chocolate chip cookies maken." voeg ik eraan toe. "Als je alles in huis hebt tenminste." - "Wat heb je nodig dan?" - "Bloem, suiker, boter, eieren, chocolade, ..." som ik op. "Dat hebben we wel hoor." zegt hij. "Oké dan. Dan maken we nu eerst de koeken en de chocolademelk, terwijl de koeken in de oven zitten kunnen we de film al starten." zeg ik. Hij knikt en haalt alle ingrediënten uit.

Maandag 19 januari 2015 - 9u15

"Oke, alles is afgewogen. Nu kunnen we beginnen." zeg ik terwijl ik een grote mengkom voor mij op tafel plaats. "Felix, jij mag de chocolade in stukjes snijden." - "Hoe?" - "Kan jij nu geen chocolade snijden?" - "Jawel hoor, ik bedoel hoe groot moeten de stukjes zijn?" - "Oh." Ik neem het mes en toon het voor. "Zo groot ongeveer." - "Oke." Terwijl Felix de chocolade in stukjes snijdt neem ik de mengkom opnieuw. In de mengkom gaat de bloem, bakpoeder en het zout. Als alles gemengd is, loop ik naar de oven en warm hem voor. "Lukt het?" vraag ik. Hij knikt en gaat ijverig verder met snijden. Ik glimlach en neem een andere mengkom. In deze mengkom doe ik de boter, bastardsuiker, kristalsuiker en vanillesuiker. Met een mixer klop ik alles tot een romige massa. Ondertussen is Felix klaar. "Je mag een ei in het mengsel doen." zeg ik. Hij neemt een ei, slaat ermee op de rand van de kom en breekt het daarna open. "Nu wachten." zeg ik. De mixer mixt het ei onder het romige mengsel. Wanneer alle eieren in het deeg zitten zeg ik: "Felix, neem eens die andere mengkom met die lepel in." - "Je mag nu lepel per lepel hier in mijn kom doen." ga ik door. Als het deeg volledig klaar is, neem ik de chocoladestukjes en voeg die bij het mengsel. "Klaar!" zeg ik. "Neen." zegt Felix. Ik kijk hem vragend aan en zeg: "Jawel." - "Neen, het is pas klaar als ze uit de oven komen." zegt hij droog. Ik zucht even en neem de bakplaat. "Neem maar twee lepels." beveel ik hem. "Elk om beurt maken we een koekje." zeg ik. Hij geeft me de lepels, met de ene lepel schep ik een portie deeg. Met de andere lepel duwde ik het deeg op het bakpapier. "Nu jij." zeg ik terwijl ik hem de lepels overhandig. "Oke." zegt hij. Voorzichtig vulde hij zijn lepel met deeg. "Genoeg zo?" vraagt hij. Ik kijk even over zijn schouder in de mengkom. "Perfect." zeg ik. Daarna nam hij de andere lepel om het deeg op de bakplaat te brengen. Elk om de beurt maken we een koekje. Als het deeg op is, stop ik de bakplaat in de oven. "Twintig minuten." mompel ik tegen mezelf. Ik draai me om en zie Felix met zijn vingers in de mengkom zitten. "Wel lekker." zegt hij. Ik moet lachen en loop naar hem toe. "Ik wil ook." zeg ik. Hij toont zijn vinger waar deeg aanhangt. "Hier." zegt hij met een grijns. "Ik neem wel zelf, dankje." zeg ik. "Flauw." zegt hij. Ik grijp zijn hand en lik zijn vinger af. Daarna schenk ik hem een brede glimlach en stop daarna mijn vinger in de mengkom. Wanneer de kom volledig uitgelikt is, starten we met de afwasmachine te vullen. Zo vlug als we kunnen, rennen we naar de televisie en starten de eerste Harry Potter film. Ik kruip onder het deken, wat Felix ook doet. Een kwartier later gaat een wekkertje. "Koekjes zijn klaar!" zeg ik. Ik spring recht en huppel naar de keuken. Voorzichtig haal ik de bakplaat uit de oven en ruik aan de koeken. Ik zet de oven uit en ga terug naar de woonkamer. "Waar zijn de koeken?" vraagt Felix. "Ze moeten wel eerst afkoelen hé." zeg ik. Hij knikt, drukt op de play-knop zodat we weer verder kunnen kijken.

Maandag 19 januari 2015 - 13u39

Na twee films gezien te hebben, liggen we allebei neer op het tapijt. "Mijn buik doet pijn." mopper ik. "Echt?" - "Ja, van die koeken." - "Niet braken hé. Je weet waar het toilet is." - "Jaja." "..." "Doet jouw buik geen pijn?" - "Neen, niet echt." - "Oh." - "Waar doet het pijn dan?" - "Hier." zeg ik en wijs met mijn vinger naar het gedeelde net onder mijn maag. "Daar?" vraagt Felix terwijl hij zijn hand op mijn onderbuik legt. "Neen, daar." zeg ik opnieuw terwijl ik wijs naar hetzelde plekje als daarnet. "Oh, daar!" zegt Felix terwijl hij met zijn hand naar mijn zij gaat. Ik begin te lachen. "Neeeeen, daaaaar!" zeg ik opnieuw wijzend naar het plekje. "Oh, daar!" zegt Felix opnieuw, waarna hij me plots begint te kietelen. "Auw, Felix niet doen." zeg ik tussen het lachen door. "Stop het!" ga ik door. Felix lacht en kietelt verder. "Feliiiiiiix!" roep ik. Vlug duw ik hem weg en ga rechtop zitten, hij laat me los en net op dat moment laat ik een gigantische luide boer. Ik staar recht voor me en zie dat Felix naar me kijkt. Voorzichtig draai ik mijn hoofd. "Sorry." piep ik. "Wat zeg je dan als je een boertje laat?" zegt hij serieus. "Pardon, meneer." zeg ik. "Flink!". "Voel je, je nu trouwens beter?" - "Beetje." - "Oh." zegt hij droog en begint me weer te kietelen. "Neen, Felix. Stop." mopper ik. Uiteindelijk besef ik dat hij ook kriebels heeft. Daarom neem ik revange en begin hem ook te kietelen. Ik win want ik lig op hem. "Ok, Léo. Stop." zegt hij terwijl hij naar adem zoekt. Ik ga op hem zitten, maar laat me van hem glijden waardoor één been over hem hangt en ik met de rest van mijn lichaam op het tapijt zit. "Ik geef me over. Je wint." zegt hij nog steeds snakkend naar adem. "YES!" roep ik en steek mijn armen in de lucht. Felix grijnst, gaat overeind zitten en begint me weer te kietelen. "Oh valsspeler!" roep ik. Ik duw met mijn handen op zijn bovenarmen om uit zijn kietel-knuffel te ontsnappen maar dat lukt niet. Uiteindelijk stopte hij met kietelen en kon ik even ademhalen. Ik was even aan het nalachen en keek naar hem, maar schrok omdat hij al naar mij aan het kijken was met een glimlach. "Wat is er?" vraag ik. "Niets." zegt hij. "Oke dan." zeg ik. Ik volg zijn ogen en zie dat hij naar mijn mond staart, daarna naar mijn neus en zo langzaam mijn ogen vindt. Gedurende enige tijd staar ik zijn diep donkere bruine ogen, waar ik altijd al sinds dag één zo graag in gekeken heb. Ik hou mijn ademhaling in en staar naar zijn mond. Wanneer ik voel dat hij dichterbij komt bijt ik op m'n lip en sluit m'n ogen. Een raar gevoel vormt zich in mijn onderbuik en wanneer ik de mengeling van zijn zweet en aftershave harder ruik, wordt het gevoel sterker. Zijn grip om mijn middel wordt sterker en de toppen van onze neuzen raken elkaar aan, net op het moment dat onze lippen elkaar willen aanraken, trilt zijn telefoon in zijn broekzak. Beiden worden we uit de onze trance gehaald door het getril. "Verdomme." mompelt Felix. Ik ga van zijn schoot af en wentel mezelf in het deken. "Ugh." gromt hij. "Wat is er?" vraag ik. "Annelieke." zegt hij. "Ze komt naar hier." voegt hij eraan toe. "Wat heb je gezegd?" zeg ik scherp. "Dat ze mocht komen." mompelt hij. "Wablief?" vraag ik hard. Ik heb gezegd dat ze mocht komen." zegt hij luider. "Oké." zeg ik. Onmiddelijk sta ik op en loop naar de hal. Ik trek mijn uggs aan en op het moment dat ik mijn jas wil nemen, trekt Felix aan m'n arm. "Wat ga je nu doen?" vraagt hij. "Ik kan hier wel niet blijven hé, dommerik." zeg ik. "Hoezo niet?" - "Ja halloooooooooo. We zijn allebei niet op school omdat we ziek zijn. Dus kan ik hier ook niet ziek zijn hé." zeg ik kort. "Oh." zegt hij waarna hij mijn arm loslaat. "Had ik niet aangedacht Léo." gaat hij door. "Ik zal terug sms'en dat mijn moeder liever heeft dat ze niet komt. Goed?" vraagt hij. "Neen, Felix. Laat maar. Hoogstwaarschijnlijk is ze al onderweg." zeg ik. "Maar, hoe ga je dan naar huis?" - "Te voet zeker." - "Wacht! Verstop je op mijn kamer? Kom wee naar beneden als ze weg is?" stelt hij voor. "Ben je gek? Ik ga geen prinses in de torenkamer spelen omdat de boze heks hier beneden zit." mopper ik. "Maar, ik beloof dat de prins jou zal bevrijden." zegt hij met een pruillip. Ik zucht even. "Neen, Felix. Ik ga naar huis." zeg ik. Hij zucht ook even en haalt dan zijn schouders op. "Oke dan." zegt hij tot slot. Ik neem mijn boekentas en vertrek.

Reageer (1)

  • LynnBlack

    AAAAWHWHHH soo cutte but owh Yep the end of the chapter sucks! Gosh lemme kill this Annelieke for you please? Jona...I mean James will keep me out of jail..I think...I hope ;p

    8 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen