De man die op de stoel zat, stond op en draaide zich om. Even hielden Heril en Deran hun adem in. De man keek hun zonder interesse aan met zijn donkerrode ogen.
Dat is Ber, de gezworen vijand van Feron. Hij is zeker weten uit op de steen. Waarom moest Deran nou weer die steen bij zich hebben? De stem klonk gefrustreerd, alsof hij het liefst de steen zelf had en weg zou rennen. Heril wou dit ook graag doen, maar hij had de steen niet. In dit geval had de stem gelijk; waarom moest Deran de steen hebben?
Heril bekeek de man eens goed. Hij droeg alleen maar zwart, behalve zijn schoenen, die van bruin leer waren. De ravenzwarte haar omlijstte zijn gezicht. Tanden als naalden kwamen zichtbaar wanneer die glimlachte. Het gaf Heril rillingen. Even wierp hij een blik naar zijn vriend die de man, waarvan werd gezegd dat hij Ber heette, bleef aanstaren.
"Ik ben blij dat Tesina heeft gedaan wat ik haar vroeg, soms is ze wat rebels, als jullie dat begrijpen." De man bleef Heril strak aankijken. Al snel wendde die zijn blik af van de bloedrode ogen.
"U kent Tesina?," vroeg Deran verbaasd en zo zacht dat de man zich voorover boog om het te verstaan. Heril vervloekte in zijn hoofd zijn vriend, het was dom om nu te praten. Maar Deran was nooit zo slim als het om deze situaties ging.
"Natuurlijk ken ik haar. Ze werkt voor me, weet je. Haar ouders zijn goede vrienden van me, vandaar." De man sprak rustig,alsof ze goede vrienden van hem waren die hij lange tijd niet had gezien. Maar toch kreeg Heril rillingen van de stem.
"Voordat ik het vergeet, ik ben Ber. Misschien heeft Feron wel eens over me vertelt. En met wie heb ik het genoegen te spreken?"
Nu pas zag Heil dat hij geen handen had, maar klauwen zoals een leeuw. Hij stak ze naar hem uit, als wijze van groet. Aarzelend pakte Heril de klauw aan en stelde zichzelf en zijn vriend voor: "Ik ben Heril, en dat is Deran Loodtop." Deran glimlachte aarzelend, maar de man lette niet op hem.
Een stekend pijn ging door de hand van Heril heen toen Ber zijn klauwen in zijn huid zette. Tranen sprongen in zijn ogen, en hopeloos probeerde hij zijn hand te bevrijdde uit de krachtige greep.
"Waar is de steen," siste de man in Heril's oor. Om zijn woorden kracht bij te zetten, kwamen de nagels nog dieper in Heril's huid. Bloed stroomde over zijn arm en over de nagels. Beide lette er niet op.
"W-weet ik niet," bracht Heril moeizaam uit.
"Ik weet dat je liegt. Tesina heeft me wel verteld dat jullie de steen hebben. Dus waar is die?" Ber keek even in Heril's ogen, waarin de pijn die hij had te zien was. Daarna verscheen er een glimlach op zijn gezicht en driaade zijn ogen richting Deran. Die had de hele tijd niks gezegd en keek met grote ogen naar wat er voor hem gebeurde. Alweer probeerde Heril een poging te doen om los te komen, maar Ber liet hem vanzelf al los. Met kleine langzame stappen liep hij richting Deran, de glimlach op zijn gezicht werd alleen maar groter.
Dit gaat niet goed komen. Deran praat te veel, het zal niet lang meer duren voordat Ber weet dat hij de steen heeft. De stem zuchtte daarna luid, maar Heril was de enige die de zucht kon horen. En alweer gaf hij de stem gelijk, Deran was iemand die al snel veel informatie prijs gaf.
Een rilling liep over Deran's rug toen de man voor hem bleef staan. De glimlach liet de vele scherpe tanden zien, en in stilte hoopte Deran dat hij er nooit kennis mee hoefde te maken.
"Misschien weet jij waar de Fernosteen is, Deran Loodtop," bracht Ber dreigend uit. Even keek Deran dapper in zijn ogen, maar algauw gaf hij dit op. Hij wist dat hij niet dapper genoeg was voor dit. Hij haalde diep adem, nu zal hij niks aan die griezel vertellen.
Luchtig haalde Deran zijn schouders op. "Nee, dat weet ik helaas ook niet," zei hij zonder te stamelen. Deran kon niet goed liegen, dan begin hij altijd te stamelen.
"Helaas is dat wel. Ik geloof jullie beide niet, elfen." Het laatste woord leek die bijna uit te spugen, alsof het giftig was. Deran keek zijn vriend even aan, maar richtte zijn blik algauw op de grond, die onder een blauw tapijt schuil ging.
"Misschien moet iemand jullie even manieren leren. Zoals niet liegen. Maar dat vind ik teveel moeite." Ber was weer gaan zitten op zijn stoel en gebaarde naar hun dat ze ook konden zitten. Er stonden tegenover Bedraagt twee eenvoudige houten stoelen. Vanaf hier wisten de elfen datzelfde niet lekker zouden zitten, maar hun benen hadden rust nodig, dus namen ze aarzelend plaats.
"Misschien kennen jullie Feron," begon Ber te praten. Zijn stem klonk weer rustig en niet meer als een slang.
Snel knikte Heril. Hij zal niet vertellen waarvan, want dan wist deze man wel zeker dat ze de steen hadden. Maar het was niet moeilijk om Feron niet te kennen, hij was namelijk diegene die de Fernosteen had gemaakt en één van de bekendste magiër op Qecue. Helaas moest hij wegens omstandigheden vertrekken, niemand wist waarom of waarheen. Feron was een mysterieus iemand, dacht Heril.
"Feron heeft heus wel wat over mij vertelt, of hebben jullie hem nooit ontmoet?", ging Ber ongestoord verder.
"We hebben hem nooit gesproken," zei Heril snel. Hij zag uit zijn ooghoek dat Deran al weer zijn mond dicht deed. Deran zal niet spreken, dacht Heril. Dan zegt hij alleen maar dingen waarvan die later spijt heeft.
"Ach wat jammer dat jullie nooit met hem hebben gesproken. Anders had ik kunnen vertellen dat zijn verhaal over mij niet klopt. Maar jullie kennen het verhaal niet, dus heeft het niet zoveel nut. Misschien moet ik he maar eens vertellen." Ber praatte rustig, met een geduldig toon. Maar Heril wist dat hij dit alleen maar deed om positief bij hun bekend te staan. Die reputatie had hij allang verpest.
Een blik op zijn hand, en Heril voelde de pijn weer. Ber's nagels waren echt scherp. Het bloed was al opgedroogd en had kleine sporen achtergelaten. Snel veegde Heril ze weg, hij wou niet herinnerd worden aan de pijn.
"Serg, zorg eens voor wat te eten en drinken. Het is al half één 's middags en ik denk dat iedereen wel honger heeft."
De bediende met de gele ogen kwam hun richting op lopen. Hij praatte even zachtjes met Ber en liep toen de kamer uit, vast en zeker naar de keuken.
"Zo, nu kan ik beginnen met vertellen. Ik moet zeggen, volgens mij hebben jullie het hues wel eerder gehoord van Feron. Echt, iemand moet jullie echt keren dat liegen verkeerd is. De leugen kan snel zijn, maar de waarheid achterhaald hem wel," bracht Ber op een dreigende fluistertoon uit.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen