Nadat iedereen had vertelt wat er aan de hand was, had Huiswegen de leiding gegeven aan een van de mensen, meneer Vaarman, liep hij de kamer uit. Vooraf had hij al gezegd dat hij ergens heen moest, en het we! wat langer kon duren voordat hij terug kwam. Echter wist de professor niet hoelang het zal duren.
Ergens wist Huiswegen ook wel dat het verkeerd was zo weg te gaan en iedereen in stress achter te laten, maar iedere kans tot meer informatie greep hij met beide handen vast. Misschien kwam dit later wel van pas.
Gelukkig was het rustig op de weg, hij had ook niks anders verwachts.Niemand ging nog zo laat ergens heen.
De stoplichten deden het zo laat niet, die hielden altijd rond deze tijd op. Het duurde daardoor ook niet lang voordat Feron's huis zag. Snel parkeerde Huiswegen zijn auto voor de deur en belde aan. Het snerpende geluid weergalmde door de stille nacht. Ergens ver weg hoorde hij een kat mauwen. Maar voordat hij zich erop kon concentreren om te weten waar het geluid vandaan kwam, ging de deur open. In de deuropening stond Feron, zijn bruine ogen stonden vermoeid en zijn zwarte haar zat erg in de war. Het leek erop dat hij de hele tijd bezig was geweest met het opsporen van Qecue en het al zijn energie had gekost. Door deze gedachte en aanblik kreeg Huiswegen wel een beetje medelijden met de magiër voor hem.
"Komt u maar binnen. Maar wees wel zachtjes, Femke is aan het slapen. Ze gaat morgen even logeren bij iemand, dus wou ze vroeg naar bed. Alhoewel vroeg het is al..." Feron keek op zijn horloge. "Tien voor elf," maakte hij zijn zin af. "Dat is wel laat zeg."
Huiswegen knikte en betrad langzaam het huis.
"Laat u schoenen maar aan, meneer," zei Feron toen hij zag dat hij zijn schoenen uit wou doen. Even dacht Huiswegen erover na, maar haalde toen zijn schouders op en liep de woonkamer in. Een grote staande lamp, die in een hoekje stond, was de enige lichtbron in de ruimte, maar toch leek hij de hele ruimte te verlichten. Alles zag er nog hetzelfde uit als voorheen, een tafel vol met open boeken en schriften waarin haastig was geschreven. Het verbaasde Huiswegen niet.
"Ga zitten," en Feron wees naar een rode bank die tegen de muur aan stond. Rustig nam Huiswegen plaats, en schoof een oranje kussen weg. Feron ging niet zitten, maar gaf hem een kopje koffie. Dankbaar nam hij het aan, koffie verrichtte wonderen. En door al die stress had hij er nog geen één op gehad.
"Ik heb, zoals u vroeg, Qecue proberen op te zoeken." Feron begon te ijsberen, maar hij leek het zelf niet door te hebben. Het irriteerde Huiswegen ook niet, in zo'n lab waar hij werkte deden vele mensen het, dus was hij er wel gewend aan geraakt.
"En?", vroeg Huiswegen nadat hij een slok had genomen van de warme koffie. Die deed wonderen met hem, het leek alsof hij meer energie erdoor kreeg. Opeens was die niet meer zo moe.
"Het ging gemakkelijker en ik dacht, en ook sneller."
"Fijn om te weten. Weet u waar het dan is?z" vroeg Huiswegen nieuwsgierig. Nu hij dit nieuws had gehoord was hij erg blij. Maar helaas de blijheid algauw, als een hert op de vlucht.
"Ik vroeg me af, wat wilt u nu doen. Erheen gaan en het vernietigen, of laten zoals het is. U hoeft niet vang te zijn dat de draken en anderen grote gevaarlijke wezens de wereld vernietigen, de bedenker heeft er een krachtveld eromheen gemaakt. Dat verklaart waarom jullie met de wetenschap Qecue, want zo heet het toch, konden vinden." Feron begon steeds wilder heen en weer te lopen. "Ik weet," vervolgde hij gehaast, "dat ik dit al eerder heb gevraagd, en ik weet u antwoord nog wel, maar weet wel dat, zoals u al eerder zei, je er niet heen kan gaan met een voertuig. Slechts met magie, maar ik weer niet of u het fijn zal vinden. Een wetenschapper die omringd wordt door fantasie gaat, denk ik, niet goed samen."
Even liet Huiswegen dit tot zich bezinken. Dus je kon er alleen heen wanneer Feron hem erheen teleporterde? Dat kon niet goed zijn. Maar anderzijds, wat kon hij anders doen? Al zei Feron dat de wezens daar niks konden doen, het klonk niet zo zeker. De manier waarop hij het zei, gaf hem wantrouwen. Alsof hij iest verzweeg. Maar wat was dat dan?
"U bedoelt dus, dat u mij erheen wil teleporteren?" De stem van Huiswegen trilde licht, ondanks dat hij probeerde zeker van zijn zaak te klinken.
"Ooh, ik laat u niet alleen gaan. Kom zeg, dat zal gevaarlijk zijn. Nee, ik denk dat ik meega. Dan loopt u minder gevaar, en kan ik u ook wat leren over dat alles daar." Feron glimlachte onder het ijsberen.
"Dus u gaat mee? Ik wil u niet betrekken in iets dat u niet kent. Dat is gevaarlijk." Eigenlijk was Huiswegen wel blij met dat Feron mee wou gaan, vrijwillig zelfs, maar dat hij zijn leven riskeerde voor hem, ging hem te ver.
"Meneer Huiswegen, u heeft geen idee hoeveel ik ermee te maken. Technische gezien, of beter wetenschappelijke gezien, ben ik daar al die tijd geweest. Je kan zeggen dat ik bij de bevolking hoor daar. Weet u, er is een steen, de Fernosteen als ik het goed heb, en die heeft al het leven in de hand. Wanneer iemand, een slecht iemand, die in handen krijgt, vernietigd hij Qecue en alles wat daar leeft. Ik zie aan u gezicht dat u er niet veel van begrijpt, en zelf heel graag die steen wil om zo u grote probleem op te lossen, maar ik zal u zeggen, dat zal ik niet doen."
Huiswegen zat hem al die tijd met open mond te luisteren. Met de minuut meer werd het vreemder. De informatie werd hem teveel, en nog even dan zal zijn hoofd ontploffen van al die kennis. Het gaf hem barstende hoofdpijn
"Bedoeld u dus dat u...," bracht Huiswegen bedachtzaam uit.
"Magie is hier niet mogelijk. Dus moest ik het overbrengen. Ik heb het daar geleerd en toen hierheen gebracht. Dus ja, ik ben daar én hier een magiër. En niet zomaar één, maar diegene die dé Fernosteen heeft gemaakt."

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen