5.1: Ongeriefelijk
Nog een beetje ontdaan van onze alweer belachelijk slechte conversatie sta ik op de gang. Mijn benen lijken verdoofd en de deur achter me is inmiddels gesloten door Harry. Het lijkt wel alsof we elke keer elkaar het bloed van onder elkaars nagels willen halen. Voor sommigen onder ons is dat hoogstwaarschijnlijk zelfs letterlijk te nemen.
“Hey Louis,” Ik draai me lichtjes geschrokken om maar ontspan als ik Sedrik herken. Stil maar openhartig. “Je trilt zo.” Zijn hoofd maakt een beweging naar mijn bibberende handen en ongemakkelijk steek ik ze maar in mijn broekzakken. Ik weet niet waarom vampiers geen vragen stellen. Alles wat een vraag zou moeten zijn is bij hen een constatering. Nog steeds niet wetend wat te doen wrijf ik even door mijn haar. Alles om niet in die starende ogen van hem te hoeven kijken.
“Ik – kom net terug van Harry. Het gesprek was allesbehalve aangenaam.” Biecht ik dan toch op. Er verschijnt een glimlach op het gezicht van Sedrik. En niet zo maar een glimlach, nee, een oprechte, welgemeende glimlach.
“Proficiat Louis, je bent officieel een van de weinigen Comessen die tenminste al een conversatie met hem heeft. Geloof me dat dat lang geleden is.” De man lijkt oprecht geamuseerd aangezien de grijns niet van zijn gezicht af te slaan is. Tot Harry komt waarschijnlijk, al denk ik niet dat die in staat is om zijn eigen broer te slaan. “Wel, Aurus is in de tuin en als je iets wilt doen kun je best naar daar gaan. Dan maak je niemand gestimmt.”
“Ge-wat?”
“Gehumeurd. Ik was het woord even kwijt en dan durf ik nogal naar het Pruisisch gaan.” Verontschuldigend glimlacht hij en ik haal mijn schouders op.
“Dus… hoe geraak ik hier buiten?”
In de frisse buitenlucht staat Aurus, gebogen op zijn hurken iets uit het zand te harken. Ik glimlach en snuif tevreden de natuur op. Dit is een mirakeldag. De tweede keer in een dag dat ik naar buiten mag. Zelfs op het vlak van landbouw zijn er alle benodigdheden die je nodig hebt. Aurus lijkt het veld aan het om ploegen en ik hurk naast hem neer.
“Kan ik helpen?” Op het gezicht van Aurus verschijnt een grote glimlach en even richt hij zijn blik op zijn Comes die achter me staat.
“Altijd. Er is werk genoeg hier.” Ik glimlach terug en zet me op mijn knieën naast hem om het onkruid tussen het zand uit te wieden. Volgens mij importeren ze zo goed als alles, aan de staat van dit tuintje te zien. Het is doodzonde want er valt zeker wat van te maken. De stilte tussen mij en Aurus is opmerkelijk maar als ik buiten ben doet het me deugd. Dan luister ik liever naar het geluid van vrije vogels, ritselende bomen en de gierende wind. Binnen zou er in tegenstelling veel meer lawaai mogen zijn zodat het tenminste niet zo onmenselijk stil zou zijn.
“Hoe zit het nu met jou en Sedrik?” Aurus zijn blik kruist de mijne en hij legt rustend zijn handen op zijn schoot. Sedrik is inmiddels al van het stuk land verdwenen.
“Wel, gewoon denk ik. Het gaat al beter als in het begin. Al zijn we meer collega’s dan vrienden.” Een frons verschijnt tussen zijn wenkbrauwen en ik voel de vraag al komen. Geen idee wat ik erop ga antwoorden. “Hoe zit het nu met jou? Dat is een ander verhaal, niet?” Ik haal mijn schouders op en richt mijn blik terug op de zwarte aarde die er al een stuk beter bijligt. Nu moet ik ook iets eerlijks terugzeggen. En snel.
“Geen idee eigenlijk. We hebben alleen maar ruzie of onenigheden over de belachelijkste dingen.” Ik rol met mijn ogen en kijk Aurus weer aan. Ik weet niet wat ik liever zou hebben, hetgene wat ik en Harry nu hebben of de werkrelatie van Aurus en Sedrik. Het voordeel van het laatste is dat je emotioneel helemaal niet betrokken geraakt, normaal gezien. Gesprekken tussen mij en Harry zijn rollercoasters van gevoelens, al drukt hij dat niet altijd uit. Aurus knikt alleen maar twijfelend.
“En wie begint er dan? Ik bedoel… botst het echt zo hard qua personaliteit?” Ik bijt lichtjes op mijn lip, alweer. Ze zijn bijna zo goed als kapot gebeten van de stress of uit verveling.
“Hij begint aanvallend op een doodnormale actie van mij.” Ik die in zijn schijnbare bureau rondhang of ik die een grote mond opzette als het me niet aanstond.
“Dus…het is hoofdzakelijk jouw schuld.” Aurus grijnst, maar ik reageer er niet op en frons enkel.
“Ik kan toch niet zomaar over me heen laten lopen ofwel? Ik heb maar een veel te kort leven, en dat wil ik godverdomme gebruiken ook.”
Impressie van Sedrik
Reageer (1)
Ik mag LouBear altijd.
7 jaar geleden