O38 - Lord Voldemort
Ik werd aangestaard door de Death Eaters, en Bellatrix had een grijns rondom haar lippen. 'En nu, Riddle?' zei Bellatix. Ik was stil, en voelde mijn hart kloppen in mijn keel. Ik zou nooit al deze Death Eaters aan kunnen. Ik opende mijn mond om wat te zeggen. Maar Bellatrix sprak eerder. 'Geen schoolspreukjes,' zei ze waarschuwend. 'Mijn schoolspreukjes zijn anders wel dodelijk,' zei ik duister, en ik keek haar dreigend aan. Bellatrix lachte schamper, en ze hief haar toverstok op. 'Bellatrix, we moesten haar mee nemen, niet verwonden,' zei een Death Eater naast haar. Ze keek de Death Eater even aan, maar toen gleed de grijns van haar gezicht af. 'Waarom verpest je nou alle pret? Maar je hebt gelijk!' Ik zag hoe de Death Eaters op mij af kwamen. 'Stupefy!' De rode lamstraal raakte een Death Eater in zijn borst, en hij viel op de grond. Zonder verder nog te bewegen. Echter voelde ik hoe ik van achter werd vastgegrepen, en hoe de grond onder mijn voeten verdween.
Het volgende moment kon ik niet ademen. Het gevoel alsof ik door een pijp werd geperst, was ondragelijk. Aan alle kanten voelde ik druk. En het leek alsof mijn ogen in mijn oogkassen werden gedouwd. Echter verdween het gevoel zo snel als het gekomen was, en voelde ik hoe er weer grond onder mijn voeten ontstond. De ijzeren greep van de Death Eater verzachtte echter niet. Al snel stonden ook de overige Death Eaters aan onze zijde. Mijn toverstok werd ruw uit mijn handen getrokken. 'Dat was slim, Dolohov,' zei Bellatrix. De Death Eater die mij vast hield, reageerde niet. 'The Dark Lord verwacht ons,' zei hij echter. 'Hij verwacht ons niet, hij verwacht háár.' Dolohov versterkte zijn greep, en hij duwde mij naar voren. We begonnen te lopen, en na enkele minuten rees een statig, maar duister landhuis op uit de duisternis. Het duurde niet lang, voordat we het huis binnen stapte. Hoewel ik verwachtte dat het warm zou zijn, in elk geval warmer dan buiten, was dit niet het geval. 'Jullie zijn er,' klonk een stem, 'breng haar daarheen.' Een man in een donker gewaad wees naar een paar grote deuren. Mijn hart klopte in mijn keel. Dolohov duwde mij mij vooruit.
Ruw werd ik naar binnen geduwd, en daarna werd de deur met een klap dicht gedaan. Mijn ogen moesten even wennen aan het halfduister, maar al snel kon ik mijzelf oriënteren. Ik had geen schijn van kans, besefte ik mezelf. Rillingen trokken over mijn rug, toen ik het luide gesis van een slang hoorde. Ik draai mezelf om, en ik zag hoe dat een grote lang de kamer binnen kwam kronkelen. 'Sarah,' siste de slang. Hij kon práten. De slang herhaalde mijn naam nog meerdere malen. En het enige wat ik kon doen, was naar het beest staren. 'Je hebt al kennis gemaakt met Nagini, zie ik.' Een kille stem klonk door de kamer, waardoor er nog meer rillingen ontstonden. Ik keek op, en ik zag hem. Lord Voldemort. Hij had een lang, zwart gewaad aan. Zijn huid was volledig wit, en hij had angstaanjagende rode ogen. Hij had geen neus, maar slangachtige gaten. Hoewel ik wilde schreeuwen, en vechten, wist ik dat ik dit slim moest aanpakken. 'Ze is prachtig,' zei ik. Voldemort knikte enkel. 'Sarah Merope Riddle, eindelijk ontmoet ik je dan,' zei Voldemort. 'Een beetje jammer dat het tegen mijn wil is,' sneerde ik. Voldemort keek mij aan met een woedende blik in zijn ogen, maar zijn stem bleef kalm. 'Tegen je wil? Je bedoelt hopelijk toch niet, dat je liever in Wool's was gebleven?' Ik lachte even schamper. 'Wool's Orphanage is niet het probleem hier,' zei ik. 'Jij hoeft daar niet te blijven Sarah, je vader is in leven. Hij staat voor je neus. Sluit je bij mij aan.' Voldemort keek mij doordringend aan, en ik keek hem ook aan in zijn ogen. Ik zag hoe er een triomfantelijke blik ontstond in zijn ogen. 'Nee.'
Het volgende moment kon ik niet ademen. Het gevoel alsof ik door een pijp werd geperst, was ondragelijk. Aan alle kanten voelde ik druk. En het leek alsof mijn ogen in mijn oogkassen werden gedouwd. Echter verdween het gevoel zo snel als het gekomen was, en voelde ik hoe er weer grond onder mijn voeten ontstond. De ijzeren greep van de Death Eater verzachtte echter niet. Al snel stonden ook de overige Death Eaters aan onze zijde. Mijn toverstok werd ruw uit mijn handen getrokken. 'Dat was slim, Dolohov,' zei Bellatrix. De Death Eater die mij vast hield, reageerde niet. 'The Dark Lord verwacht ons,' zei hij echter. 'Hij verwacht ons niet, hij verwacht háár.' Dolohov versterkte zijn greep, en hij duwde mij naar voren. We begonnen te lopen, en na enkele minuten rees een statig, maar duister landhuis op uit de duisternis. Het duurde niet lang, voordat we het huis binnen stapte. Hoewel ik verwachtte dat het warm zou zijn, in elk geval warmer dan buiten, was dit niet het geval. 'Jullie zijn er,' klonk een stem, 'breng haar daarheen.' Een man in een donker gewaad wees naar een paar grote deuren. Mijn hart klopte in mijn keel. Dolohov duwde mij mij vooruit.
Ruw werd ik naar binnen geduwd, en daarna werd de deur met een klap dicht gedaan. Mijn ogen moesten even wennen aan het halfduister, maar al snel kon ik mijzelf oriënteren. Ik had geen schijn van kans, besefte ik mezelf. Rillingen trokken over mijn rug, toen ik het luide gesis van een slang hoorde. Ik draai mezelf om, en ik zag hoe dat een grote lang de kamer binnen kwam kronkelen. 'Sarah,' siste de slang. Hij kon práten. De slang herhaalde mijn naam nog meerdere malen. En het enige wat ik kon doen, was naar het beest staren. 'Je hebt al kennis gemaakt met Nagini, zie ik.' Een kille stem klonk door de kamer, waardoor er nog meer rillingen ontstonden. Ik keek op, en ik zag hem. Lord Voldemort. Hij had een lang, zwart gewaad aan. Zijn huid was volledig wit, en hij had angstaanjagende rode ogen. Hij had geen neus, maar slangachtige gaten. Hoewel ik wilde schreeuwen, en vechten, wist ik dat ik dit slim moest aanpakken. 'Ze is prachtig,' zei ik. Voldemort knikte enkel. 'Sarah Merope Riddle, eindelijk ontmoet ik je dan,' zei Voldemort. 'Een beetje jammer dat het tegen mijn wil is,' sneerde ik. Voldemort keek mij aan met een woedende blik in zijn ogen, maar zijn stem bleef kalm. 'Tegen je wil? Je bedoelt hopelijk toch niet, dat je liever in Wool's was gebleven?' Ik lachte even schamper. 'Wool's Orphanage is niet het probleem hier,' zei ik. 'Jij hoeft daar niet te blijven Sarah, je vader is in leven. Hij staat voor je neus. Sluit je bij mij aan.' Voldemort keek mij doordringend aan, en ik keek hem ook aan in zijn ogen. Ik zag hoe er een triomfantelijke blik ontstond in zijn ogen. 'Nee.'
Reageer (3)
Spannend ben echt benieuwd wat die gaat doen!! Snel verder gaan hoor ben aan deze story echt verslaafd
8 jaar geledenIk wil weten wat er nu gaat gebeuren! je maakt het te spannend voor me om te wachten
8 jaar geledenOeh wat zal hij doen nu ze nee zei tegen hem
8 jaar geleden