Chapitre Cinquante-Sept
Luca Fortescue
Na mijn laatste inhaal gooi ik de peuk op de grond en trap ik er een keer met mijn voet op. Ik maak de rits van mijn jas een stukje verder open wanneer ik de ingang nader van het appartementencomplex. Ik zucht opgelucht wanneer ik binnen ben. De donkere wolken voorspelde geen goed weer. Met mijn ogen gericht op de neuzen van mijn zwarte Jordans, bots ik haast tegen mensen op. Ik verontschuldig me meteen en kijk dan op in de bruine ogen van Amelia. Rood van tranen, en een gezicht rood van bloed.
"Mel, wat is er gebeurd?", vraag ik geschrokken. In mijn ooghoek zie ik dat Liam haar vast heeft en ondertussen op zijn telefoon kijkt. Hij kijkt gewoon op zijn telefoon! De pijn staat gewoon in de ogen van Amelia en die rotzak kij-
"Als het goed is kan er een taxi over vijf minuten hier zijn. Ik bel meteen", zegt hij tegen Amelia. Hij was aan het kijken voor een taxi. Begrijpelijk dat hij niet met één arm kan rijden. Een teleurstelling gaat door me heen dat hij het weer goed bedoelde. Net als die voetbalwedstrijd van laatst. Hij ging met zijn vrienden Europa League kijken, en ik maar denken dat hij misschien een alcoholist kon zijn.
"Amelia?" Nu pas zie ik dat ze ver van de wereld is. Ik zwaai voor haar gezicht en ondersteun haar. Ze reageert niet. "Wat is er gebeurd?", vraag ik dan aan Liam.
"Ik weet het niet. Ik hoorde een klap en ineens stond ze bij me in de badkamer zoals ze nu uitziet."
"Laat me jullie naar het ziekenhuis brengen", stel ik voor. Hij knijpt zijn ogen samen en kijkt me argwanend aan na wat ik zei.
"Bedankt voor het aanbod, maar dat lijkt me niet nodig", slaat Liam het af.
"Nee, het is geen probleem. De auto staat vlak bij de deur. Ik help wel." Ik leg mijn arm nog verder rond Amelia''s lichaam en voordat Liam er tegen in kan gaan neem ik haar mee richting ik de parkeergarage. Ik zet haar achterin de auto en Liam zet zich naast haar neer. Hij slaat zijn arm om haar heen en plant kusjes in haar haar. Ik kijk maar snel weg en zet me voorin. Dit wil ik niet aan zien. Zo snel mogelijk, maar tegelijkertijd ook zo voorzichtig mogelijk rijd ik richting het ziekenhuis.
"Het komt goed, lieve Amelia." Liam fluistert het heel zacht maar ik kan het nog net horen. Ik werp een blik in de achteruitkijkspiegel en zie hoe beschermend hij over haar is. Gauw wend ik mijn blik af. Ik kan maar beter op het verkeer letten voordat ik mezelf nog ongelukkiger maak met dat aanzicht.
Wanneer ik de auto recht voor de ingang stil zet, help ik meteen om Amelia uit de auto te krijgen. Ze lijkt het niet allemaal bewust mee te maken terwijl ze toch om zich heen kijkt. Ze slaakt een kreet als ik d'r op haar voeten wil neerzetten.
"Kijk uit", krijg ik meteen als commentaar van die halve gehandicapte die zijn eigen vriendin niet eens kan vast houden. Ik werp hem een net niet dodelijke blik toe, om de sfeer maar niet geheel te verpesten.
"Ik ben zo terug", mompel ik als ik Amelia in een rolstoel heb gezet die Liam kan voort duwen. Ik laat ze achter om mijn auto ergens anders te kunnen parkeren. Ik vervloek mezelf dat Amelia er zo aan toe is. Het is totaal niet mijn schuld maar het is ook totaal niet fijn om haar zo te zien. Van de wereld af zijnde. Ik vervloek ook Liam. Hij zegt dat hij niet weet wat er is gebeurd. Als je een klap hoort ga je toch kijken? Of ben ik nou gek? Dan wacht je toch niet? Dan noem je op z'n minst haar naam en als je niks hoort weet je dat je moet kijken. Er kan toch niet iets zijn gebeurd en dat ze ineens naar de badkamer loopt, in de staat waarin ze nu is. Ik vertrouw het echt voor geen meter.
Ze zijn in geen velden en wegen te bekennen wanneer ik weer de ingang binnen loop. Ik ben nog geen vijf minuten weg geweest.
"Waarmee kan ik u van dienst zijn jongeman?", vraagt de dame van middelbare leeftijd mij als ik aan de balie kom staan.
"Weet u waar het blonde meisje met een bebloed gezicht naar toe is? Ze waren net nog hier", vraag ik aan haar.
"Ik heb ze verder gestuurd naar de eerste hulp omdat ze zo wazig keek."
"Dank u." Snel wil ik een gang in lopen maar ik weet niet eens welke. Ik zoek naar een bordje met EHBO erop, maar zie het zo gauw niet staan.
"Links." Ik kijk om naar de vrouw achter het desk en kijk haar nog eens dankbaar aan. Dan neem in een snelle pas aan in de linker gang. Wanneer ik de volgende klapdeuren voorbij ben zie ik Liam al staan met Amelia in de rolstoel. Ze worden meegenomen naar een kamer dus snel sprint ik er achter aan.
"Jongeman." Ik kijk om naar de arts die langs me wilt. Ik laat hem er door en loop hem achterna naar binnen.
"Wat is er gebeurd?", vraagt hij in het algemeen.
"Dat weten we niet. Waarschijnlijk met een flinke klap op haar gezicht gevallen", antwoordt Liam direct. Het is bijna niet om aan te zien. Ik vertrouw hem absoluut niet meer.
Reageer (2)
Ahww Amelia
9 jaar geledenoh sorry amelia. ik probeerde m'n nieuwe Pegasusvleugels uit, ik dacht al dat ik iemand raakte tijdens m'n wc-pauze...
9 jaar geleden