Sorry voor dat jullie zolang moesten wachten. Je kan zeggen dat ik heel even een writer block had. Geloof me, het voelde niet goed. Na wat commentaar van een paar mensen, dat niet echt al te best was, maar goed, heb ik alle vragen die ik kreeg tijdens het terug lezen opgeschreven. En dat zijn er een stuk of zeven. Altijd zeven. Op zes heb ik er antwoord op, en er zijn nu zoveel ideeën in mijn hoofd. Dus ik ben wel even bezig

De terugweg naar Huiswegen’s werk ging veel sneller. Er waren geen stoplichten die er eeuwig over deden om op groen te gaan, dit keer gingen ze gelijk op groen of stonden ze er al op als hij aan kwam rijden. Er waren ook geen auto’s die voor zijn neus gingen remmen, nee dit keer was het rustig op de weg. Precies zoals Huiswegen het graag zag. Langzaam reed hij over de parkeerplaats, op zoek naar een plekje tussen al de auto’s. Het viel hem op dat het voller stond dan normaal. Misschien omdat het nu avond was, en dan was het altijd wel wat drukker. Dan kwam vooral omdat de meeste mensen in het lad ’s avonds dienst draaide. Rond deze tijd, het was zo tien uur 's avonds, ging hij naar huis, om daar te gaan slapen, of in dit geval nadenken over wat hij had gedaan. Maar eerst moest hij nog zijn spullen pakken.
Achteraan de parkeerplaats was een plekje vrij. Snel parkeerde Huiswegen zijn auto erin en liep met grote haastige stappen naar het lab. Daar aangekomen liep hij gelijk door naar zijn kantoor, pakte de papieren, deed die in zijn bruine oude tas, deed zijn jas aan en deed de deur met een klap dicht. Even zocht hij naar de sleutel, voordat hij de deur op slot deed. Daarna liep hij weer terug, door de opvallend stille gangen, voordat de frisse lucht weer zijn longen vulden.
Bij zijn auto gooide hij de tas naast zich en startte de auto weer. Net voordat de professor weg wou rijden, kwam er iemand vanuit het grote witte gebouw aangerend. De man zwaaide met zijn handen, ten teken dat hij de aandacht wou van Huiswegen. Die zuchtte geërgerd, voordat hij de sleutel van de auto weer in zijn jaszak liet verdwijnen en de auto uit stapte. Even haalde hij diep adem, en vroeg toen met ingehouden woede: "Wat is er aan de hand?"
Buiten adem begon de man te praten. "Er is wat, er is wat informatie over, over Qecue."
Hiuswegen knikte. "Wat dan?", vroeg hij nu nieuwsgierig.
"Krachten, steen, inwoners, maar we weten nog steeds niet waar Qecue is." De man gebaarde naar het gebouw. De boodschap was duidelijk, Hiuswegen zal naar binnen moeten om meer te kunnen weten. De woorden die de man uitsprak, daar was geen touw aan vast te knopen.
Zuchtend liep de professor maar achter de man aan, die langzaam weer op adem kwam. Het moest wel erg dringend zijn, anders had de man niet zo hard gerend.
Het waren maar een paar meters, en toen ze aankwamen in het gebouw heerste daar erge onrust. Omdat Huiswegen wist dat de man toch niks kon vertellen, ging hij maar gelijk door naar de kamer waar iedereen bij elkaar zat en alle informatie werd verzameld over Qecue. De geluiden van mensen die druk aan het discuseren waren bereikten algauw zijn oren. Het zorgde ervoor dadat de ingehouden woede tegen de man naar voren kwam en zijn tol eiste.
"Willen jullie me nu vertellen wat er aan de hand is?", schreeuwde hij boos naar niemand in het bijzonder.
Het was stil, iedereen keek hem met grote ogen aan. Hiuswegen stond bekend als een rustige man die moeilijk kwaad te maken was. Aan de gezichten van zijn medewerkers te zien verbaasden ze zich erover dat hij ooit had geschreeuwd op zijn werk. Dit zou niet gauw vergeten worden, wist Hiuswegen nu al zeker.
"Excuseer me voor mijn actie", mompelde hij zo zacht dat de meeste het niet konden verstaan. " Maar kan iemand me vertellen wat er aan de hand is?"
Een paar mensen begonnen weer wild te discusseren Geërgerd keken de anderen mensen nar hun. Net toen Huiswegen weer om stilte zou vragen, begon een vrouw met ravenzwart haar en bruine ogen te spreken: "Qecue, het is hier op de wereld. Het is een vast land geworden, niet langer in handen van de bedenker. Ze kan er niks meer aan veranderen, het is nu net zoals de meeste landen op aarde. Totaal verantwoordelijk voor de daden." Een paar mensen knikten, en wonder boven wonder begon niemand met praten.
Huiswegen liet dit even tot zich bezinken. Hoe was dit mogelijk? Maar voordat hij het kon vragen, ging de telefoon. Gehaast liep hij ernaartoe, negeerde de boze blikken die naar hem geworpen worden toen hij een paar van zijn medemensen op zijn duwde, en zei: "Met professor Huiswegen. Wat kan ik voor u doen?"
Een bekende stem drong tot zijn oren door. "Met Feron, meneer u moet zo snel mogelijk hierheen komen, er is iets wat ik u moet vertellen. Ooh en laten zien."
Huiswegen zuchtte alweer. "Kan dat niet wachten dan?", vroeg hij. De geërgerde toon moest Feron wel gehoord hebben, want snel zei die:" Dringend is het niet het kan wel wachten tot morgen, denk ik. Al hoewel, als u klaar bent met u zaken, kunt u dan komen?"
"Dat is goed, al denk ikmdat het nog wel even gaat duren."
Feron mompelde wat, zei gedag en hing op. Nu ook dit erbij was gekomen, haalde hij even diep adem en koos zorgvuldig, maar toch gehaast zijn woorden. "Oké, laten we nu gaan rustig alles vertellen aan mij en laat alstublieft niks weg. Alles kan van belang zijn, zelf de kleinste details."

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen