Argus ogen deel 3
Have fun!
Langzaam werd ik wakker en ik zag dat we langzamer liepen. In de verte doemde het meer op met het riet. De maan stond hoog en ik vermoedde dat het rond middernacht was. Bij het meer aangekomen, sprong ik van het paard af en klom ik in een van de bomen. “Wat ben je aan het doen?” Klonkt het van onder. Ik keek over het meer en mijn theorie werd bevestigd. Het was een illusie. Het meer leek eindeloos door te gaan, zelfs als ik zou proberen om in een hogere boom te klimmen. Voorzichtig liet ik mezelf naar beneden vallen. “Dit is een illusie.” Merlin en Arthur keken me aan alsof ik gek was. “Ik zal het uitleggen. Ofja, laten zien.” Ik raapte een steen op en gooide het zo hard mogelijk richting het meer. Er onstond een rimpeling die zich verspreidde over het aanzicht wat we hadden. “Ik geloof er niks van.” Arthur raapte een steen op en gooide. “Magie hoeft niet slecht te zijn, het kan ook illusies veroorzaken om iets te beschermen.” Er kwam wederom een rimpeling in de illusie en de illusie veranderde in de ingang van een doolhof. Het was een fantastisch aanblik maar gelijkertijd ook angstaanjagend. “Niemand gaat dat doolhof in totdat ik het zeg. Merlin, Ga hout halen, we rusten hier.”
Ik maakte het vuur aan en ik keek naar Arthur, de toekomstige koning van Albion. Al kon hij nog veel leren en bij die gedachte schudde ik mijn hoofd en lachtte. “Wat valt er te lachen?” Merlin kwam bij me zitten en gooide nog wat hout op het vuur. Ik begon te fluisteren. “Dat moet de toekomstige koning van Albion worden? Hij moet nog veel leren.” Merlin keek me verbaasd aan. “Hoe weet jij van Albion?” Ik gaf een sein naar Merlin om even te wachten. “Sire? Neemt u wat rust, ik neem de eerste wacht wel.” Arthur keek mij aan en begon te lachen. Ik nam mijn dolk uit mijn laars en gooide het naar een nachtvlinder die uiteindelijk een boom raakte. “Ik kan het goed aan, Sire.” Arthur en Merlin keken me verbaasd aan toen ik mijn dolk ging halen. Hun ogen staken in mijn rug. “Oke, ik neem mijn rust wel. Maak mij maar wakker voor de volgende wacht.” Ik voegde me weer bij Merlin en ik maakte mijn hand open. Daar zat de nachtvlinder met zijn gebroken vleugel. “Wat je beschadigd, moet je weer maken, toch?” Merlin knikte. Ik nam een kleine stok van het vuur en blies over het smeulende gedeelte richting de nachtvlinder. In de oogjes van de nachtvlinder zag ik mijn ogen gloeien en ik hoopte dat Merlin het niet zag. De smeulende as zwierde mee in de lucht en langzaam werd de nachtvlinder meegenomen in de vlucht. Halverwege gebruikte de nachtvlinder beide vleugels en vervolgden zijn reis naar huis.
Merlin’s gezicht sprak aanzienlijk van plezier. “Om terug te komen op jouw vraag. In mijn dorp waren druiden aanwezig. Uiteraard waren ze verborgen maar ik had ze gevonden en luisterde graag naar hun verhalen en voorspellingen. Hier en naar heb ik ook enige tradities opgepikt maar ik moet je wel vragen om je mond erover te houden. Zoals ik al eerder zei, het kan mijn kop kosten.” Merlin knikte, “Uiteraard maar hoe weet je zo zeker dat het hem is?” Ik lachtte. “Een vraag aan jouw: welke dienaar geeft zoveel om zijn meester? Ik heb niemand zo toegewijd gezien.” Merlin zocht naar woorden maar kon ze niet vinden. Ik knipoogde. “Ik zal niks zeggen hoor.” Er viel een stilte die duurde tot de zon opkwam. Merlin maakte me wakker en wees naar de ingang van het Labyrint. De Faun had zich kenbaar gemaakt. “En nu?” In de stem van Arthur klonk angst.
Reageer (1)
Yaaaay <3
9 jaar geleden