Later die dag ging ik opzoek naar Draco. Hij was spoorloos. Ik zocht werkelijk overal. Uitgeput liep ik over de zevende verdieping. En toen, plotseling, stond hij achter mij. Uit het niets. 'Sarah,' zei Draco, en ik keek geschrokken om. 'Draco, hoe kom je daar?' vroeg ik, toen ik bijgekomen was van mijn schrik. 'Ik.. het spijt me.' Vragend keek ik hem aan. 'Van wat er tussen ons gebeurd is. Ik bedoel, het voelde heel erg goed. En ik wil niets verpesten. Het spijt me, ik zal een beter persoon zijn.' Een glimlach ontstond op mijn gezicht. 'Ik vergeef je,' zei ik zacht. 'Je bent een heel speciaal iemand, Sarah,' zei hij, en daarna liep hij de gang uit. Ik probeerde hem te volgen, maar hij was weg. En ik kon zijn woorden niet uit mijn hoofd zetten. 'Hij gaat mij vragen naar het Ball,' mompelde ik in mijzelf.

Tijdens het diner bleef ik zoeken naar Draco, maar ik kon hem niet vinden. Hij was spoorloos. 'Heb jij Draco gezien, Jasmine?' vroeg ik. 'Nee, sorry,' zei ze. 'Ik ga even lopen,' mompelde ik, en ik stond op. Toen ik de Great Hall uit liep, voelde ik hoe mijn hoofd zwaar werd. Ik legde mijn hand op mijn hoofd, en ik schrok van het feit dat ik erg warm was. Met tegenzin, besloot ik naar de Hospital Wing te gaan. Echter, zodra ik op de eerste verdieping aan kwam, dansten zwarte vlekken voor mijn ogen. Ik zakte door mijn benen, en met een harde klap kwam mijn hoofd tegen de grond. Voordat ik flauwviel, hoorde ik een kille stem. 'Sarah..' De S was lang uitgerekt, slangachtig. 'Merope, Riddle.' Het was even stil. 'De tijd blijft maar door tikken.. tik, tok, tik tok.. tot er geen tijd meer over is.' Daarna werd alles zwart.

De zon scheen in mijn ogen toen ik wakker werd. 'W-waar ben ik?' mompelde ik. 'Sarah, je bent wakker,' zei een stem zacht, en zorgzaam. Ik opende mijn ogen, en ik zag hoe het bezorgde gezicht van Draco bij mij was. 'Draco Malfoy,' mompelde ik en ik sloot mijn ogen weer. Toen ik mijn ogen weer opende, was hij weg. 'Draco?' zei ik, in paniek. De zon scheen niet meer, en het was donker. Ik kwam overeind, en tuurde in het duister. 'Hallo?' riep ik. Ik pakte mijn toverstok van het nachtkastje. 'Lumos,' fluister ik. Door het schijnsel van mijn toverstok, kon ik zien waar ik was. Ik was nog steeds in Hogwarts, in de Hospital Wing, om precies te zijn. Echter was er een gedaante, die er niet hoorde te zijn. Twee gedaantes. Ik gilde zo hard ik kon, en toen werd ik wakker.

Reageer (8)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen