Chapitre Cinquante-Deux
Amelia Rousseau
"Heb je een vermoeden uit welke hoek het kan komen?", vraag ik hem.
"Als ik gewoon heel eerlijk ben heb ik wel een dreigement gekregen van Luca toen ik jou jas kwam ophalen, maar ik kon toch niet weten dat ik die jongen ook maar een beetje serieus hoefde te nemen?"
"Wat? Luca?" Meteen borrelt er woede op. Hoe durft hij dit te doen? Wat een jaloers monster is het. Echt een monster.
"Ik wil geen beschuldigingen maken, maar het grote vermoeden is er wel."
"Wat zei hij dan?", vraag ik meteen. Ik kan me hier echt vreselijk over opwinden. Wat snapt Luca er nou niet aan? Nu kan die toch echt voorgoed oprotten uit mijn leven. Ik hoef hem niet eens meer te zien, anders word ik hartstikke kwaad op hem.
"Ik citeer: wacht maar jij! En dat met een kwade kop van hem erbij." Wanneer Liam dat zegt weet ik 100 procent zeker dat alleen Luca het gedaan kan hebben. Ik weet me echt totaal geen houding te geven. Het liefst ging ik nu naar hem toe om hem een klap te kunnen geven van woede, maar wat heeft dat voor een zin? Ik sla als een meisje. "Amelia, maak je nou niet te veel druk over hem, ik heb aangifte gedaan en daarbij heb ik dit ook aangegeven, dus dat lijkt me dan wel duidelijk voor ze."
"Natuurlijk maak ik me er druk om, dit was niet gebeurd als ik niet naar hem toe was gegaan", ga ik tegen hem in.
"Dat heeft echt niet alleen maar daar mee te maken, het moest er van komen dat hij zich niet in kan houden. Ik maak me eerlijk gezegd over iets anders druk", zegt Liam dan.
"Wat dan?", vraag ik nu weer bezorgd.
"Over drie dagen is de CEO van the Times uit Amerika hier in Parijs en heb ik een gesprek met hem en mijn baas. Dat wat ik je laatst heb verteld. Dat weet je nog wel, hè?" Ik knik meteen. Dat kan ik me nog wel herinneren. "Ik kan echt niet zo komen opdagen bij een gesprek over een nog hogere functie met nog veel meer verantwoordelijkheid." Ik slaak een klein zuchtje. Direct of indirect of wat dan ook, het is toch ook gewoon mijn schuld dat hij nu in deze staat is.
"Daar kan ik je proberen mee te helpen", zeg ik hem dan. Dit moet toch weg te werken zijn? Meteen kijk ik goed naar het blauwe oog en de wonden op zijn gezicht. "Drie dagen", mompel ik. Hij knikt. Bij zijn oog is het nog opgezwollen dus dat moet eerst nog koelen. "Heb je een coolpack of ijs hier?"
"In de vriezer ligt een coolpack." Ik sta al op om het te kunnen halen, maar als ik in de immens grote keuken sta zou ik echt totaal niet weten welk deurtje ik moet openen.
"Ehh, Liam? Waar is de vriezer?" Ondertussen kijk ik de hele keuken rond dat mijn hartje vult met geluk.
"Helemaal links in het midden, boven de koelkast." Ik open links een paar deurtjes en heb dan eindelijk de vriezer gevonden. Het coolpack ligt voorin en kan ik meteen pakken. Ik pak de theedoek van het aanrecht mee en breng het naar hem toe.
"Ga jij een paar uurtjes koelen? Dan ga ik even naar de drogist voor wat spulletjes en de supermarkt om eten te halen." Ik geef hem voorzichtig een kus op zijn lippen en pak dan mijn jas en tas om te kunnen vertrekken.
"Wil je met de auto?", vraagt Liam me. Ik draai me om en kijk hem een beetje beschaamd aan.
"Ik heb nog geen rijbewijs."
"Echt niet? Wat zonde!"
"Ik weet het, maar ik ben nu even weg, hè!"
Wanneer ik alles heb gehaald lop ik rond een uur of vijf het grote gebouw weer binnen. Ik stop mijn telefoon terug in mijn tas en sjouw met de spullen naar de lift. Ik had daarstraks Ines meteen gebeld toen ik weg ging. Zoals ik had verwacht sprong die meteen tien meter de lucht in, vooral toen ik zei wie. Ik kan haar alleen maar groot gelijk geven. Ik moet Liam maar goed verwennen want ik voel me er toch een beetje schuldig over. Ik heb van alles gehaald om heerlijk eten te kunnen maken, de liefde van een man gaat immers door de maag. En nog wat spulletjes voor zijn gezicht. Ik stap de lift in en druk op het knopje. Wanneer de liftdeuren bijna dicht zijn houdt iemand het tegen. Laat het alsjeblieft niet- het is Luca. Ik zucht onhoorbaar en wind me meteen al op.
"Hé Mel." Hij kijkt me met een grijnzende lach aan.
"Wat hé Mel? Hoe durf je nog?", zeg ik meteen bot.
"Nou nou, wat is er met jou aan de hand?" Hij kijkt me verbaasd aan maar ik geloof er niks van.
"Jij bent zo gemeen en misselijkmakend", sis ik.
"Ach, is je vriendje geschrokken van gisteren?", vraagt hij quasi zielig. Ik kan het echt niet aan om überhaupt nog naar hem te moeten kijken
"Het is toch te triest voor woorden om zoiets te flikken!"
"Het was maar een dreigement, zeg. Stel je niet zo aan", zeurt hij.
"Aanstellen? Dit is mishandeling!", roep ik kwaad uit.
"Wat? Waar heb jij het over?" Dat leugenachtige gezicht. Ik kan het zo niet uitstaan.
"Je weet precies waar ik het over heb", sis ik weer. Wat een geluk dat de liftdeuren open gaan.
"Ik heb helemaal niks gedaan", verweert hij.
"Het zullen die achterlijke vriendjes wel zijn geweest."
"Ach hou toch op! Amelia, wat moet je toch met die vent?" Hij stapt uit en kijkt me nog eens geïrriteerd aan.
"Rot op Luca." De deuren gaan dicht en met een rotgevoel ga ik naar boven.
Reageer (3)
Diepe haat voor Luca.
9 jaar geledenugh ik haat Luca
9 jaar geledenI knew it Luca you bitch
9 jaar geleden