4.1: Angst vermijdt rust
Mijn lichaam is het absoluut niet gewoon om twee keer op een avond gewassen te worden, maar ik zelf kan er perfect mee leven. De zeep hier ruikt zo overheerlijk dat ik het niet kan laten af en toe stiekem aan mijn arm te ruiken. Toch heeft de douche mijn geest niet rustig gemaakt. Ik voel me nog steeds opgejaagd en kan dan ook de slaap niet vatten. Rechterzij, linkerzij, buik, rug, met deken, zonder deken… Niets helpt. Ik kan gewoon niet stoppen met na te denken over wat die man zei. Je moeder is speciaal. Ze is mijn moeder, natuurlijk is ze speciaal en uniek voor mij, maar ik vermoed niet dat dat is wat hij bedoelde. Toch was ze niet anders dan andere dorpsbewoners. Ze leed evenveel en zwoegde even hard om te overleven. Dankzij haar kruidenkennis was ze wel een van de enigste in de streek die mensen met kleine kwaaltjes kon genezen. Grote kwalen gingen haar boven het hoofd natuurlijk. Ze was gewoon…mijn moeder. Ik bijt hard op mijn lip om mijn trillende onderlip te stoppen. Ik mis haar. Net zoals ik de te vrolijke Daisy, Lottie en Félicité. Ik mis ze vreselijk. Verwoed wrijf ik met mijn knokkels stevig in mijn ogen tot er zwarte vlekken voor komen, of dat denk ik toch want in mijn kamer zelf is het pikdonker. Mijn hoofd bonkt geïrriteerd en zuchtend draai ik me nog eens om.
“Jij ziet eruit.” Ik haal mijn wenkbrauwen minachtend op en doe niet eens de moeite om mijn hoofd van de tafel af te halen. Normaal is Aurus de vriendelijke, dus het moet wel heel erg zijn.
“Niks geslapen,” beken ik eerlijk. Maar dan ook helemaal niet. Niet eens net op het einde van de nacht, wanneer de zon terug door mijn weke gordijn scheen. “Hoe is het gisteren eigenlijk afgelopen?”
Verontschuldigend haalt Aurus zijn schouders op. “Sedrik heeft me ‘genezen’ en die bewusteloze kerel is ruwweg naar buiten gesleurd, de gang op en de trap af. Meer weet ik niet, want Sedrik heeft mijn kamer niet meer verlaten tot iedereen weg was.” Afwezig knik ik en staar ik naar het stuk brood voor me. Ik ben zo moe dat ik zelfs geen honger heb. Mijn ogen wegen wel beide een halve kilo en ik heb hoofdpijn alsof ik te veel alcohol gedronken heb. Alsof Sedrik heeft meegeluisterd wandelt hij nuchter en onbeschaamd de eetruimte binnen.
“Om je vraag te beantwoorden, Louis, hebben we alles afgerond en opgeruimd. Het bestuur was niet blij met het voorval.” Ik trek ijdel een wenkbrauw op als Harry ook binnenwandelt.
“Alsof Aurus daar iets aan kon doen.” Verdedigend kijk ik hem even aan, en dan terug naar het gestalte van Harry die achteloos een shotje alcohol naar binnen werkt. Hij negeert mijn blik en Sedrik gaat alsof er niets aan de hand is verder.
“Ik beschuldig niemand, behalve mezelf en de kwaaddoener. Aurus is mijn verantwoordelijkheid.” Het valt me op hoe zwijgzaam Aurus is als er een vampier in de buurt is. Als ze niet in de buurt zijn kunnen ze hem evengoed horen, dus waarom niet praten?
“Waarom deed hij…het?” Nieuwsgierig kijk ik naar Sedrik die duidelijk spraakzamer is dan de jonge krullenbol die met een serieus gezicht naar zijn broek staart. Toch vertoont hij even twijfels door de verschijning van Harry die even achteloos opnieuw een glaasje alcohol naar achteren slaat en dan zijn blik op mij doet branden om vervolgens naar Aurus te staren. Als ik niet beter wist zou ik hem veel enger vinden dan dat ik nu doe.
“Hij- was nogal een jonge vampier. Weinig controle en grote bloedlust. Hij kon er weinig aan doen.”
“Waarom nodigden jullie hem dan uit als jullie dat wisten?” Harry schudt zijn hoofd en kijkt met zijn indringende ogen terug naar mij.
“Hij was meegekomen met degene die hem omvormde. Die beslissing zal hij zich nog lang berouwen. ” Verbaasd trek ik mijn wenkbrauwen omhoog. Hoezo…? De vraag rolt bijna van mijn lippen totdat mijn ogen groot worden en ik meteen boos mijn blik afwend. Ze hebben hem vermoord. Sowieso, dat kan niet anders.
“Als het iets was waar die jongeman niet aan kon doen, waarom is hij dan vermoord?” Boos staar ik Harry aan, dat is net als een onschuldige hond vermoorden die net iets te hard, maar speels beet. Even is het gevaarlijk stil en ik merk hoe Aurus al waarschuwend zijn hand op mijn onderarm legt, onder tafel. Ik draai mijn hoofd en merk meteen dat hij zich alles behalve comfortabel voelt. Ik krijg geen antwoord en zonder verder nog iets te zeggen verlaat Harry de ruimte. De klootzak.
Reageer (1)
N'ahw Louis, hij wordt wel je vriendje he.
8 jaar geleden