Ik voelde hoe er iets tegen mij aan kwam, toen ik de Common Room binnen kwam. Een boek. 'Delaney.' Ik herkende de zeurende stem van Parkinson. Ik wierp haar een dodelijke blik toe, en wilde de Common Room uit lopen. naar de Great Hall. Echter versperden Parkinson en haar vriendinnen mij de weg. Ik tronk mijn wenkbrauwen op. 'Is er iets?' Parkinson stapte naar voren. 'Ik heb je gezien, met Draco. Vannacht,' zei ze, 'en ik had duidelijk gezegd dat je hem met rust moest laten.' Ik kon het niet laten om even te grijnzen, maar toen keek ik weer serieus. 'Begluur je mij, Parkinson?' zei ik dreigend. Het lelijke meisje zette een stap dichterbij, waardoor ik oog in oog met haar stond. 'Als het nodig is,' fluisterde ze. Even was het stil. 'Blijf weg van Draco,' zei ze. 'En als ik dat niet doe?' Het meisje hief haar hand op, en voor ik erg in had, had ze mij op mijn wang geslagen. Ik voelde het tintelen. 'Jij... vies, klein..' mompelde ik. Maar de rest van mijn vervloekingen ging verloren.

'Parkin- Pansy, laat haar met rust.' De ijzige stem klonk door de Common Room, die compleet stil was gevallen door het incident. 'Maar, D-Draco, ik-' stamelde Parkinson. 'Ik zei laat haar met rust, nu.' Draco kwam naast mij staan, en keek mij even aan recht in mijn ogen. Ik wendde mijn blik snel af, en keek Parkinson grijnzend aan. 'Dag, Parkinson,' zei ik. Het meisje keek gekwetst, en ontzettend kwaad op hetzelfde moment. Uiteindelijk dropen zij en haar vriendinnen af. En ik liep snel de Common Room uit, met Draco vlak achter mij. 'Sarah.. wacht!' riep Draco. Ik stond stil, en ik zuchtte. Ik voelde hoe Draco's koude hand mijn pols vastpakte. Ik schudde zijn hand er snel van af. 'Dat was niet nodig,' spatte ik naar hem. 'Zo zag het er niet naar uit, ze sloeg je,' verdedigde Draco zichzelf. 'Ik kan bést voor mezelf zorgen. En als je me wilt excuseren, ik-' 'Ik excuseer je niet, ik ga mee eten. Graag of niet.' Wederom zuchtte ik, maar toen liep ik met Draco aan mijn zijde naar de Great Hall. Draco keek net iets té triomfantelijk.

'Wat hebben we?' vroeg ik, na het ontbijt. Draco en ik liepen door de gangen. Schijnbaar kon ik de jongen niet van mij afslaan. En ergens kon ik wel een vriend gebruiken. 'Charms.' Zijn stem klonk vol minachting, alsof hij het een waardeloze les vond. En hij had gelijk. Hoewel het leerzaam kon zijn, had ik in mijn vrije tijd al deze spreuken en bezweringen al bestudeerd. Niets was nieuw. Toen het lesuur eindelijk was afgelopen, liep Draco zo snel als hij kon het lokaal uit. Ik probeerde hem te volgen, maar door de mensenmassa was dit onmogelijk. Misschien moest hij nodig naar het toilet, ja dat zou het zijn. Ik liep met de rest van mijn klas mee naar de kerkers. We hadden een dubbel uur Potions.

'Voor de potion die we vandaag gaan brouwen, werken we in tweetallen. Die ik heb gemaakt,' klonk de stem van professor Slughorn hoor het lokaal. 'Pansy Parkinson met Draco Malfoy, Hermione Granger met Blaise Zabini, Ron Weasley met Vincent Crabbe.' Zo ging Slughorn door tot de laatste namen. 'En tot slot, mijn twee beste leerlingen, Harry Potter met Sarah Delaney. Succes!' Al snel had ik Harry gevonden, en ik ging ik naast hem zitten. 'Ik pak wel de ingrediënten, lees jij het recept alvast even door?' zei Harry, en voor ik kon antwoorden, liep hij al weg. De rest van de les liet ik Harry al het werk doen. Ik was te diep in gedachten verzonken. Ik voelde mezelf zo schuldig. Mijn vader, had zijn ouders vermoord. En ervoor gezorgd dat hij zo vaak in de ogen van de dood moest kijken.

Reageer (2)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen