Het begin van de weg

in het dorpje Rokstop was het rustig alle dwergen waren bezig met hun werk op het land of in de mijn.
er waren vier dwergen die iets anders deden Don Milan Piet Bastiaan zij waren de smid van het kleine dorpje.
zij maakten de wapens als er oorlog was en de harnassen voor de soldaten.
maar van de baas van het land mag een normale mensen/dwergen geen zwaarden of andere wapens bezitten dat mag alleen als je in het leger zit.
tot er op een dag een tovenaar in het dorp aankwam genaamd Gio hij kwam in het café en zij:
'hé een rode wijn graag en wilt u me naar de smid brengen alstublieft'
'ja oké' zei het meisje achter de toonplank die heel verbaasd keek naar Gio.
na het rode wijntje liet het meisje Gio de weg naar de smid zien eenmaal aangekomen zeggen de dwergen:
'hé kijk een tovenaar uit het noorden wat wil hij' zei Don.
'nee uit het zuiden natuurlijk een eerbrodse tovenaar' zei Bastiaan.
'een zilveren munt daarvoor' zei Don.
'hallo jongens ik ben Gio, ik kom uit Razelande'
'hier Don ' fluisterde Bastiaan.
'stop het werk en kom met mij mee' zei Gio best wel hard omdat het begon te onweren.
'oké' zei Piet.
eenmaal bij het taveerne aangekomen.
'jullie zijn volgens de legende zijn jullie vier de uitverkoren dwergen om de draak te verslaan' zei Gio.
'ja en ben de koning van jewelste' zei Milan.
'wacht de draak in de grote berg van de dood ' zei Bastiaan.
'ja die komen jullie met mij mee de draak verslaan' zei Gio.
'is dat heel eng ' zei Piet.
'ik beloof niks' zegt Gio.
'ik zie jullie morgen hier oké'.
'ja oké' zeiden de dwergen in koor.
die nacht pakken de dwergen hun spullen in.
Don neemt een grote hamer als wapen.
Milan neemt een groot zwaard.
Bastiaan neemt een morgenster.
Piet neemt bijl, wel een kleine want Piet is een bangerik hij wij eerst een keukenmesje.
die ochtend bij de taveerne aangekomen.
'mooi mijn dwergen zijn jullie er klaar voor'
'ja' zei Don.
'we hebben een lange weg te gaan'.