Elke nacht had ze dezelfde droom.
Ze stond midden in een open plek in een bos zonder enig idee hoe ze daar terecht was gekomen,om haar heen zag ze de mooiste bloemen die ze ooit had gezien in kleuren die ze niet kende en de lucht was zo blauw als op een mooie zomerdag.
Dan hoorde ze het geluid van renende voetstappen en zag ze hem.
De jongen.
Elke keer weer schrok ze van hoe hij eruit zag, z’n kleren waren gescheurd en zijn gezicht zag er gehavend uit .
Op het moment dat hij haar zag kwam hij naar haar toe.
“Je bent er..” zei hij terwijl hij haar gezicht bestudeerde.
“Waar ben ik?” vroeg ze, het viel haar altijd op dat zijn ogen donkergroen waren en ze kon nooit stoppen met naar ze te kijken.
“Je moet me helpen luna, jij bent de enige die me kan helpen”
“Wat? Waar heb je het over?”
“Je moet met me mee komen, we hebben weinig tijd en je moet nog veel leren”
Dan rende hij verder het bos weer in.
En altijd als ze hem achterna wilde gaan schrok ze wakker.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen