Kleinstaart werd wakker. Gisteren, na het gevecht toen ze naar Sneeuwvacht was gegaan voor haar wonden, had de medicijnkat haar verteld dat ze kittens verwachtte. Ze was zo blij, Mosklauw en zij zouden kittens krijgen. Alleen had ze het Mosklauw nog niet verteld, dat zou ze vandaag doen. "Mosklauw?" Vroeg ze om te kijken of hij wakker was. " Ja' Antwoordde hij. "Ik moet met je praten. Zullen we een wandeling maken?" Zei Kleinstaart, als hint dat ze het niet in het krijgershol wilde vertellen. Mosklauw knikte en samen liepen ze het kamp uit, naar het sparrenbos toe. Kleinstaarts buik was al een heel klein beetje gezwollen, maar je kon het amper merken. "Wat wilde je me vertellen?" Vroeg Mosklauw aan haar. "We krijgen jongen" Zei Kleinstaart vol blijdschap. " Sneeuwvacht vertelde me het gisteren na het gevecht, maar ze zijn gezond" Zei Kleinstaart nog steeds blij "Dat is geweldig" Antwoordde Mosklauw blij en met trots. Hij gaf Kleinstaart een liefdevolle lik tussen haar oren. Kleinstaart gaf hem een liefdevol kopje. "Je word vast een goede vader" Zei ze. Blij liep het koppel terug naar het kamp. Maar toch was Kleinstaart bang, bang voor de donderclan, wat als ze achter Mosklauw aangingen. En wat als ze achter de kittens aangingen als ze geboren waren, omdat hun vader Mosklauw was. Dan zou ze stuk zijn van verdriet.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen