Na het jagen ging Mosklauw op bezoek bij groenbloem, die in het hol van sneeuwvacht lag. 'Hoe gaat het met haar?' vroeg hij fluisterend aan Sneeuwvacht. 'Ze heeft een diepe snee en het zal voor altijd een litteken blijven, maar ze zal het wel redden.' Antwoordde Sneeuwvacht. Mosklauw keek naar de witte poes en vroeg
'Binnenkort is het halve maan, hoe moet dat dan met demedicijnkat van de Donderclan?' 'De medicijnkatten staan boven de conflicten van de clans, wij trekken ons niks aan van het gevecht.' Mosklauw voelde een vlaag van bewondering. Hoe kon ze zo rustig zijn terwijl zij een paar uur geleden was aangevallen door een donderclankrijger. 'Hoe is het met Varenwolk?' Vroeg Sneeuwvacht, Mosklauw schrok. hij had zijn zusje na het gevecht niet meer gezien. 'Is ze bij jou geweest?' Vroeg hij. 'Nee.' Was het antwoord. Mosklauw rendde meteen het hol uit naar het krijgershol. 'Varenwolk ben je hier?' Riep hij naar binnen. zwartklauw kwam naar buiten. 'Mosklauw je zusje is veilig.' Mosklauw keek zijn oude rivaal aan. 'Hoe weet ik dat je de waarheid spreekt?' Zwartklauw keek hem treurig aan. 'Mosklauw jij hebt alle reden mij niet te vertrouwen wegens ons verleden, maar ik ben veranderd echt waar en Varenwolk ligt gewoon daar kom maar binnen.' Mosklauw trippelde naar binnen en, inderdaad daar lag Varenwolk met alleen een kleine snee op haar schouder. 'Hè Mosklauw ik wilde net naar je toe gaan.' Mosklauw ging naast haar zitten, en Varenwolk keek naar Zwartklauw ' kun je ons asjeblieft even alleen laten.' Zwartklauw keek haar even aan maar knikte toen en liep naar buiten. Mosklauw keek Varenwolk verbaast aan. 'Wat is er ?' Hij zag dat ze iets belangrijks ging vertellen. Ze zuchtte en zei 'ik en Zwartklauw..... houden van elkaar.' Mosklauw keek zijn zusje aan en zei 'maar hij heeft... Hij is....' Varenwolk keek hem aan 'ik weet wat er gebeurt is, maar dat is voorbij we houden van elkaar en jij en Kleinstaart zijn ook samen en wij dus ook.' 'Ik snap het Varenwolk je moet natuurlijk zelf kiezen en Zwartklauw is veranderd. ' Varenwolk keek hem blij aan. 'Fijn dat je het begrijpt.'

Die avond lag Mosklauw wakker naast Kleinstaart toen hij Zwartklauw zag opstaan en naar Varenwolk lopen. 'Varenwolk kom we gaan.' Fluisterde de zwarte krijger. Varenwolk liep meteen mee het hol uit. Ook al had Mosklauw gezegt dat hij het accepteerde maar hij liep er toch achteraan.

Een stukje van het kamp af liep hij nog steeds achter Zwartklauw en zijn zus aan. Tot ze plotseling stil stonden op een open plek midden in het woud. De twee keken naar de maan. En Zwartklauw vroeg 'en wat denk je ervan.' Varenwolk antwoorde 'ja ik sta erachter.' Mosklauw had geen idee waar ze het over hadden. 'Dan proberen we het morgen.' Zei Zwartklauw.' 'Maar laten we nu terug naar het kamp gaan.' Mompelde Varenwolk moe. De Twee katten liepen samen weer terug en toen hoorde Mosklauw het. 'Oh wat zou het leuk zijn om jongen te hebben.' Mosklauw verstijfde zijn zusje wou kittens met Zwartklauw! Maar hij had gezegt dat hij het niet erg vond dat ze een stel waren en daar hoorde dus ook dit bij. En hij ging ook maar terug naar het kamp.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen