Magnus
Wat een klef begin trouwens Ik liet me even gaan, sorrrrrrry.
Oucheewawa! Have fun! Lieve lezertjes van me!
(Vinden jullie Bram niet liefffff? Ja hé? Ik ken ook wel iemand die zo lief is! Ssst! Niet vragen! Maar wel een vraag voor jou, ken jij ook zo'n lief persoon? Laat het weten! En uhhh... Ik ben melig!)
Ik vind dit hoofdstuk echt een story verpester maar ja. NOBODY GIVES A SHIT
Ik werd rood toen ik zijn gezicht zag nadat de omhelzing afgelopen was.
Zo knap...
Verliefdheid overspoelde me en mijn hart begon nog harder te bonken. Bram drukte zijn hand tegen mijn hart, keek in mijn ogen en grijnsde. "Je hart verraad een boel, lieverd." Ik wist echt niet wat ons hier bracht.
Ik kon het me bijna niet voorstellen! Bram vindt me leuk, hij omhelsde me net, drukte zijn hand op mijn hart en noemde me een lieverd. "Ik hou van je, Bram." Zei ik. "Je bent het beste wat ik in mijn leven ben tegen gekomen." Zei Bram. "Kom eens mee, ik moet je een plek laten zien."
Bram steeg op en ik volgde hem. Bram volgde de zon een lange tijd en stopte bij een zee waar de zon langzaam onder ging. "Hier werd ik gevonden door Magnus. Ik heb een tijd kunnen rennen om te ontsnappen van de Chupalosta die me gebeten had, maar viel toen hier bewusteloos door de vervloeking dat door me stroomde. Ik vind het een best romantische plek." Bram ging zitten in het zand. "Heftig, en romantisch is het zeker." Ik ging naast hem zitten en we staarden vooruit. De richting op naar de prachtige oranje horizon. Bram duwde met zijn vleugel mij tegen hem aan en deed toen een arm om mij heen. Ik leunde met mijn hoofd tegen zijn schouder. Ik ben verliefd op een vervloekte jongen.... Liefde is bijzonder. Ik sloot mijn ogen en genoot van de warmte van Bram. Ik voelde hem naar mij kijken. Ik opende mijn ogen en streelde door zijn haren. "Heb je ooit gezien hoe knap je bent?" Fluisterde ik. Hij werd rood. "Knap van uiterlijk en innerlijk? Nee?" Fluisterde ik verder en ik glimlachte. "Nou, je bent echt ongelooflijk knap." Vervolgde ik. Bram gaf mijn een kus op mijn wang. "En jij bent heel erg lief." Fluisterde hij terug. Ik werd verlegen en hij grijnsde weer. Ik legde mijn hoofd op zijn schoot en keek hem aan. "Ieder wezen heeft iets speciaals, maar jij bént speciaal." Zei ik. "Dankjewel" Glimlachte hij. "We zijn trouwens allebei vervloekt nu!" Grijnsde hij. Ik keek hem angstig aan. Kon hij echt andere mensen vervloeken? Een scheut van paniek spoelde door mij heen. Maar ach, ik heb de meest leuke jongen van beide werelden, dus wat maakt het uit? Gedachtes gingen door mij heen. "Vervloekt door de liefde...." Vervolgde hij en hij lachte. Was een opluchting! "Bram, je liet me echt schrikken!" "Dat voelde ik aan. Ik voel je gevoelens, omdat ik veel van je hou. Dat heeft ook met de vloek te maken." Hij ging liggen en ik kroop naast hem. De zon was bijna onder. Moe sloten we onze ogen en vielen in slaap. Ik sliep aardig vast, maar hoorde een stem midden in een leuke droom. "Kijk nou, twee met de prijs van een." De droom verdween en toen sliep ik vast echt als een echte prinses, lekker vast.
Ik werd wakker. Ik realiseerde me niet meteen waar ik was.. Maar toen wist ik het. Ik was bij Magnus! Paniek overspoelde me en ik wou opstaan... Maar ik zat vast! Ik keek naast mij. Daar lag Bram te stoeien tegen de ijzeren kettingen. We konden niets uitvoeren, niet eens de kleine laservlam die je maakte met je vingers. "Niet weer... Niet weer!" Hoorde ik Bram roepen. Ik beefde. "Bram!" Bram keek naar rechts. "Het spijt me zo Bloeme, het spijt me zo! Vergeef me! Ik had je nooit naar die plek moeten..." "Bram! Het maakt niet uit! Liever samen dan jij alleen!" Onderbrak ik hem. "Ik vergeef je zonder twijfel!"
"Je kan hem beter niet vergeven, Bloeme." Ik hoorde Magnus' stem. "Wat er nu met je gaat gebeuren is niet te vergeven." Hij kwam tevoorschijn met een emmer Ammoniak en een lava dichte bak met lava erin. Hij stak zijn mes erin. "Nee!" Riep Bram. "Neem mij! Niet haar!" Ik voelde me licht worden in mijn hoofd. "Nee Bram..." Zei ik langzaam. "... Dit is míjn straf..." Ik keek mijn vader aan. "En jij ben teleurstellend voor een dochter die een persoon redt die prima in orde i.... AAARGH!" Schreeuwde ik toen hij met het verwarmde mes in mijn schouder sneed. Ik probeerde te ontsnappen maar ik zat helemaal vast. Tranen sprongen in mijn ogen en ik keek naar Bram. Zijn ogen traande uit medelijden. "Sorry..." Zei hij. "Dit verdien je niet, echt niet, het was niet de bedoeling.." Ik keek hem aan met een geruststellende blik. "Het. Maakt niet... Uit.." Zei ik met een dappere neppe glimlach. Ik gilde en schreeuwde het uit toen Magnus zijn proefjes uitvoerde. Het brandde ontzettend en beet mijn wond verder in. Ik schreeuwde van pijn en zag Magnus lachen. Ik probeerde me in te houden om Bram iets meer gerust te stellen maar de tranen druppelde over mijn wangen.
Magnus liep weg en ik draaide mijn hoofd luid en snel ademend naar Bram de mij angstig aankeek. Ik hoorde de voetstappen weer terug komen en Magnus stond weer voor me. Magnus liet mij zien wat hij in zijn handen had. "Zou je nu nog steeds lachen zoals je naast Bram op het strand deed als ik zand in je wond gooi?" Ik schudde snel mijn hoofd. "Oh ja?" Magnus gooide het zand in mijn wond en wreef eroverheen. Het brandde door de Ammoniak en het schuurde in mijn wond. Ik begon te huilen. "Hou op! Hou op" Smeekte ik. Het hielp niet. Ik wist niet dat een snee zo gruwelijk pijn kon doen. Magnus doopte zijn mes weer in de lava. Ontzettend langzaam maakte hij een tweede snee in mijn andere schouder en het werd zwart voor mijn ogen. Helaas kon ik daar niet lang van genieten want hij maakte me weer wakker. "Niet flauwvallen." Hij streelde over mijn wang net zoals Bram deed maar dan met een blik vol leedvermaak. Ik hijgde van angst. Ik zag dubbel en vaag. Magnus liep weg en ik probeer met mijn hand hij Bram te komen maar dat lukte nét niet door de kettingen. Bram probeerde nu ook naar mij te komen en doordat ik ver genoeg was, kon hij me aanraken. Onze vingers zaten dan wel vast maar het lukte ons wel om elkaars hand een beetje vast te kunnen houden. Helaas kon ik niets anders doen.
Magnus kwam terug. "Nu Bram, want dat wilde hij. Eerder hem dan jou."
Bram's adem schokte. Ik wou wat zeggen, maar het enige wat eruit kwam was een zachte "nee..."
Bram hoorde dat wel. "Alsjeblieft, we kunnen dit goed maken! Magnus, alsjeblieft, we zullen veel voor je doen, heel veel, dat beloof ik je." Smeekte Bram. Magnus keek hem geïnteresseerd aan. "Alleen als jullie echt beloven niet te ontsnappen of weinig te doen!" "We beloven het, ik weet zeker Bloeme ook!" Zei Bram. "Goed."
Magnus maakte de kettingen los van Bram en hij ging overeind zitten. Toen maakte Magnus ook mijn kettingen los en ik bleef liggen. De pijn hield mij tegen en ik sloot mijn ogen. Ik ademde goed in en uit en voelde Bram mij van de tafel halen. "Bente..." Hij drukte me voorzichtig tegen hem aan. Ik keek en aan en glimlachte met een pijnlijk gezicht. "Dankjewel..." Zei ik zachtjes. Bram veegde mijn tranen weg. "Ik weet dat je gezegd hebt dat je me vergeven hebt, maar ik kan mezelf maar niet vergeven..." Fluisterde hij. "Bla bla!" Riep Magnus. "Genoeg gepiept! Ik wil ! Nu!" Bram liet mij langzaam zitten. "Ik ga wel." Zei hij en hij liep weg. Ik zag dat Magnus vol leedvermaak naar me lachte terwijl ik zijn eigen dochter was. Een tijdje later kwam Bram terug met koffie en een servet. "Alsjeblieft" Zei hij tegen Magnus en hij knielde naast mij neer. Hij begon mijn wonden te behandelen, zover wat lukte. "Nu wil ik..." Magnus dacht na. Bram stond op en Bram mikte het servetje in de bak met lava, dat vrijwel meteen opbrandde. Bram haalde me overeind. "Gaat het?" fluisterde hij in mijn oor en ik knikte. "Ja, dankjewel." Fluisterde ik en ik keek mijn vader met een nare uitstraling aan. "Moordenaar.." Zuchtte ik. Bram kneep zijn ogen tot speetjes toen ik mijn woorden sprak.
"Ik hoop dat ik nooit hetzelfde wordt als jij, heb je trouwens een haat voor schouders of zo? Maar wat kan ik doen?" Mompelde ik. "Ik wil dat je kolen gaat halen, en niet in de Bovenwereld! Kom eens hier beide!" Bram en ik stapten naar hem toe. "Ik wil dat jullie niet tegenwerken en blijven staan bij wat ik nu ga doen." Zei Magnus.
"Ik vertrouw jullie niet dus ik breek nu jullie vleugels."
Bram hield zijn handen onder zijn kin. "Waruna To!" Bram zette nu kracht en ging met zijn armen snel naar beneden. Snel pakte hij me beet en rende hij met mij weg. De Kracht Van De Chupalosta vond plaats en we probeerden zo snel mogelijk het kasteel te verlaten. "Vlieg!" Riep Bram maar mijn rechtervleugel klapte dubbel. "Nee!" Schreeuwde ik. "Hij heeft mijn vleugel geknakt in mijn slaap!" Bram landde weer op de grond en pakte mijn hand. "Ik trek je wel omhoog!" Zei hij en hij trok me omhoog. Op naar de Bovenwereld!
Ik probeerde mee te helpen maar het deed alleen maar pijn. Toen we er waren tilde Bram mij op de rand. "We zijn ontsnapt." Stelde hij mij gerust. "We gaan naar Venusa om ons verhaal te doen." Ik knikte instemmend. "Dankjewel"
Bram schudde zijn hoofd. "Nee, je moet mijn niet bedanken. Door mij heb je nu twee gemene sneeën."
"Wist jij veel dat Magnus op het strand naar wezens zoekt voor in zijn leger elke avond? Je wou mij gewoon een mooie avond bezorgen, en romantisch... En dat is je zo goed gelukt, dat ik er twee sneeën aan over heb was het wel waard!" Antwoordde ik. "Het enige waar ik me nu heel erg veel zorgen om maak, is wat Magnus nu gaat doen. Hij is zeker niet dood."
Bram staarde naar de grond. "Als hij ons nu te pakken krijgt, zullen we ons hele leven gemarteld worden, zonder genade... Of we worden bruut vermoord, ook zonder genade, hoe hard we ook schreeuwen van de pijn. We moeten echt alert blijven en geen stomme fouten maken zoals ik deed."
Zei hij. "Ja, maar ik noem het niet echt een fout, het liep gewoon niet zoals je plande." Glimlachte ik. Bram grijnsde. "Als je het zo zegt, voel ik me een stuk beter. Magnus heeft je trouwens echt flink pijn gedaan. Hij verpest echt je levensverhaal." Zei Bram. "Bram, ik heb nu echt medelijden met je, dit moest jij twee maanden vol houden?" "Eerlijk gezegd hield ik dat echt niet vol, maar zijn Overlevingsdrank hielp me daar bij." Bram's gezicht vertrok. "Ik had echt nooit geweten dat er zulke erge mensen op de wereld zijn." Mompelde hij.
"Hell yeah." Ik knipoogde naar hem. Hij grijnsde. "Precies! Kom, we gaan naar Venusa." Bram liep richting het kasteel van Venusa. Ik volgde hem.
Het was een tijdje lopen, maar toen we bij de ingang stonden rinkelde we de bel. Het ging eigenlijk vrij normaal, maar je mocht alleen bij Venusa komen als je echt wat te vertellen had, en dan niet dat je een nieuw huiswezentje had. Chris deed open. "Hallo Bloeme en Bram. Wat is er aan de hand?"
"Magnus had ons ontvoerd en heeft Bloeme gemarteld." Bram liet mijn schouders zien. "Het is erger dan het lijkt want hij heeft het echt erg gedaan." Chris knikte. "Oké, jullie zijn hier dus voor Venusa? Want ik kan hier moeilijk zeggen dat we hem moeten uitschakelen. Kom binnen."
Chris ging aan de kant en we stapten naar binnen. Venusa kwam aanlopen. "Ik hoorde al wat." Zei ze. "Venusa, Bloeme is gemarteld door Magnus. We zijn ontsnapt door De Kracht Van De Chupalosta Vloek." Vertelde Bram.
"Hoe waren jullie daar überhaupt terecht gekomen?" Vroeg Venusa. "Hij had ons ontvoerd op het strand en bond ons vast. Hij maakte ons los doordat we wat beloofde, maar we zijn toch maar ontsnapt omdat hij ons toch pijn liet lijden." Zei ik.
"Wat heeft hij precies bij je gedaan, Bloeme." Vroeg Venusa. "Hij verwarmde een mes door lava en sneed in mijn schouders. Bij mijn rechterschouder heeft hij er Ammoniak in gedaan en zand dat Bram er even later uit moest halen."
Venusa keek naar Bram. "Anders werd ik gemarteld!" Zei hij snel. "Ja, en hij heeft ook mijn rechtervleugel gebroken."
"Hoe ben je dan hier gekomen?" Vroeg Venusa. "Ik tilde haar." Zei Bram. "Ik weet genoeg." Zei Venusa. "Magnus moet uitgeschakeld worden, want ik geloof dat hij vaker martelt." Venusa keek naar Bram die hevig knikte. "2 maanden lang elke dag. Hij was verder gegaan als Bloeme niet uit de lucht geschoten was."
Venusa knikte. "Oké, Chris, ik wil dat jij de hele stad bij elkaar haalt op het plein. Vertel ze dat er oorlog is tussen Onderwereld en Bovenwereld maar dat ze rustig moeten blijven." Beval Venusa. "Jullie gaan met hem heen. Alleen jullie gezichten vertellen al dat jullie ermee te maken hebben." Zei ze. "Jullie zijn namelijk zeer actueel op dit moment."
We knikten en volgden Chris. "Oh en Bloeme?" Venusa pakte een roze vloeistof van haar bureautje. "Dit laat je vleugel weer helen." Ze deed wat van de vloeistof op mijn rechtervleugel. "Bedankt Venusa!" Ik glimlachte naar haar. "Het spijt me dat ik niet in je geloofde. Ik heb een grote fout gemaakt en je leven 14 jaar geruïneerd." Ik schudde mijn hoofd. "Misschien had ik wel hetzelfde gedaan Venusa, als mijn man zo verschrikkelijk was." Zei ik. Ze keek me aan en aaide over mijn haar. "Je bent een goeie dochter, pas goed op jezelf, alsjeblieft." Ik knikte. "Zal ik zeker doen." Ik liep haar kasteel uit, zwaaide, en vloog snel achter Bram en Chris aan. Ik voelde me ontzettend gelukkig. Mijn moeder houdt van me en Bram houdt van me! Ik maakte een rondje ik de lucht en vloog op mijn allersnelst. Ik verlaagde mijn tempo toen ik bij Chris en Bram was. "Dus jij bent blij met je verleden?" Hoorde ik Chris vragen aan Bram. "Ja, er zijn een boel dingen die ik niet had als dit niet allemaal gebeurd was." Antwoordde Bram. "Klopt." Zei Chris. "Heey!" Zei ik. "Hai!" Zei Bram "Hallo!" Zei Chris. "Je vliegt weer!" Zei Bram. "Ja! Venusa gaf me een middel!" Zei ik blij. "We zijn er." Zei Chris en we landden op een soort podiumpje, maar iets hoger en we keken neer op het drukke plein. "Laat iedereen zich hier verzamelen!" Riep Chris. De omgeving begon zich te verzamelen. "Het is al goed dat een deel van de Bovenwereld er is. De rest krijgt het nieuws toch wel te horen." Vertelde Chris ons. "Ik wil dat jullie allemaal kalm blijven bij dit bericht!" Riep Chris. De wezens begonnen te fluisteren en sommigen keken ons aan. "Ik verklaar oorlog tussen de Onderwereld en Bovenwereld!"
De wezens begonnen nu echt door elkaar te praten en te roepen. "Blijf rustig en kom niet meer op de stranden!" Commandeerde Chris.
"Bedankt voor jullie aandacht."
Chris keek nu naar ons. "Bedankt voor alles Bente en Bram. We zullen Magnus zo snel mogelijk uitschakelen. "Graag gedaan." Zeiden allebei. "Jullie kunnen gaan."
"Dag Chris!" Zei ik en Bram vloog al op. Ik volgde Bram en ik had echt geen idee waar hij heen ging. "We zijn nog niet klaar. We gaan naar je bol." Zei Bram. "Oké!"
Bram leek haast te hebben, ik kon hem bijna niet bij houden. Snel landde hij bij de bol en pakte het boek. "Gelukkig, het is er nog!" Zei hij op adem komend. Ik landde ook en Bram deed het boek open. "Oké, als je deze stappen volgt leer je een grote laser maken! Zet je rechtervoet naar voren. Zet je voeten stevig tegen de grond en maak een harde duw-beweging. Ik deed de stappen en een enorme blauwe laser raakte de bol. Hij brandde het materiaal helemaal af. Ik deed mijn rechtervoet weer naar achteren en de laser stopte. Bram probeerde het ook en er kwam een paarse laser raakte de bol. "Zou mijn vervloeking mij bijna net zo sterk hebben gemaakt als jou?" Vroeg Bram. "Jij bent de nummer een en ik kan tot nu toe nog dezelfde dingen. Alleen mijn vuur is minder sterk en ik heb De Kracht Van De Chupalosta Vloek. Vet cool!" Ik knikte. "Ik ben echt benieuwd wat je nog meer kan!" Zei ik blij. Bram bekeek de volgende bladzijde. "Je kan een zandstorm maken als je 5 keer zand pakt en het 5 keer wegblaast." Zei Bram. "Laat die kracht maar zitten om uit te proberen, ik snap het wel en misschien komt de zandstorm het dorp in." Zei Bram en ik knikte. "Mini tornado's maak je als je 3 keer een rondje draait, springt, en op je knieën belandt." Ik keek Bram vragend aan. "Hoe mini?" Vroeg ik. "Tot je nek komen ze. Ze stoppen als ze ergens tegenaan komen. Prima om uit te proberen." Zei Bram. Ik draaide drie keer een rondje, sprong en belande op mijn knieën. Een kleine tornado kwam tevoorschijn en ging recht op Bram af die snel een X maakte met zijn armen en een paarse kom kwam tevoorschijn. Ik wist niet dat hij dat ook kon. De tornado kwam tegen hem aan en verdween. "Cool" zei Bram die zijn armen weer naar beneden deed. "Nu ik." Bram deed hetzelfde als ik en een donkerpaarse tornado kwam tevoorschijn. Deze keer op mij af. Ik maakte snel een X met mijn armen en de tornado botste tegen mijn blauwe kom. "Die tornado's zijn echt leuk!" Zei ik. Bram knikte en sloeg een bladzijde om.
De hele dag oefende we allerlei verschillende Krachten. We waren allebei moe en we besloten snel nog naar het dorp te vliegen met het boek. We landde in het park. "Ik voel me nog steeds niet veilig!" Zei Bram. "Misschien gaat Magnus ons vannacht wel zoeken!"
"Daar zijn jullie!" Hoorden we en we schrokken allebei heel erg. "Ik heb me gek gezocht!"
Chris kwam tevoorschijn uit de schaduwen en we sloegen een zucht van opluchting. "Man, zeg alsjeblieft eerst wie je bent zeg... We schrokken ons naar van je! We dachten dat je iemand van Magnus' leger was!" Zei ik. "Herkenden jullie mijn stem niet?" Vroeg Chris. "We dachten gewoon niet aan je, dus schrokken we." Zei Bram. "Nou, haha, sorry dan... Maar jullie slapen vannacht in het kasteel, ten eerste hoort Bloeme daar te slapen en ten tweede zijn we allemaal bang dat Magnus hier rondloopt." Zei Chris. "Kom mee!"
We stegen op en vlogen met Chris mee naar het kasteel. We landde voor de ingang en Venusa deed open. "Bedankt Chris voor het halen van Bram en Bente. Kom binnen allemaal." Zei Venusa en we stapten naar binnen. "Neem maar wat te drinken Bram en Chris, ik laat Bloeme even wat zien." Zei Venusa en ze pakte mijn hand. We liepen een trap op en we stonden voor en deur. "Toen je geboren was, zou dit jouw kamer worden, maar toen stuurde ik je weg." Venusa deed de deur open en ik zag een mooie Griekse kamer met een lichtblauwe muur. "Wauw" zei ik. "Daar zou ik zeker weten goed in geslapen hebben." Ik wees naar een bed met witte lakens en aan het bed zelf zaten neppe bloemen. Het was echt mooi. "Dus hier slaap jij vanaf nu met Bram. Ik zet straks een extra bed neer." Zei Venusa en ze deed de deur weer dicht. "Dankjewel..." zei ik en ik knuffelde haar. "Dankjewel mam!" Ze glimlachte. "Je ziet er moe uit, meisje van me, ga maar beneden wat drinken, dan zet ik een bed neer voor Bram." "Oké mam!" Ik liet haar los en liep naar beneden. Glimlachte naar Bram en Chris en ging bij ze zitten. "Ik heb mijn kamer gezien en het is prachtig! Bram, jij slaapt daar ook!" Zei ik enthousiast. Bram grijnsde weer en Chris glimlachte gewoon. "Tof dat je het leuk vindt!" Zei Chris. "Nu ben ik benieuwd naar de kamer, maar wil je wat drinken Bloeme?" Zei Bram. "Ja graag!"
Bram pakte wat te drinken voor me. Ik dronk het op. Engelen kunnen lang zonder eten, maar niet zo lang zonder drinken!
Toen we ons drankje op hadden liepen we naar boven. "Ik ga slapen! Tot morgen!" Zei Chris en hij liep zijn kamer in. "Tot morgen!" Zeiden Bram en ik en ik opende de deur van onze kamer. "Tadaaa!" Zei ik en Bram grijnsde. "Echt heel erg mooi!" Zei hij.
Bram's bed was al neergezet. Hij zag er hetzelfde uit alleen dan zonder bloemen. Hij stond naast die van mij.
"Welterusten!" Hoorde ik Venusa zeggen achter ons. We draaiden ons om. "Jij ook mam!" Zei ik. "Slaap lekker, Venusa." Zei Bram. Venusa sloot de deur en toen waren wij weer met zijn tweeën. Ik ging liggen in mijn bed en Bram nog niet in zijn bed. Hij stond stil voor mijn bed, nou eigenlijk, voor mij. Hij keek me aan en glimlachte. "Oh, als jij mij niet gered had, dan lag ik nu op die tafel! Vastgebonden en te wachten op Magnus, of proberen te slapen met brandende wonden." Zei hij. "Ik ben zo blij dat je me daar uit hebt bevrijdt! Je hebt een ontzettende indruk op me gemaakt. Hoe sterk je bent, hoe vrolijk, hoe begripvol, hoe lief...." Ik ging overeind zitten en wilde wat zeggen, een grapje om het op het zwijgen te leggen, maar Bram ging verder. "Je was werkelijk de enige van iedereen die ik kende die mijn vervloeking accepteerde. Door jou zijn het er nu meer." Ik voelde mezelf rood worden en ik bloosde. "Heel erg graag gedaan Bram, een persoon als jij verdiend gewoon een mooi leven." Bram kwam nog dichterbij en kuste me op mijn mond. Ik werd echt helemaal rood en hij ook, zag ik. Het was geen zoen, want hij weet dat ik niet weet wat het verschil is en wat mensen dan überhaupt doen, maar het was dus gewoon een kus. "Slaap lekker....? "
"Jij ook, lieverd."
Bram ging in zijn bed naast mij liggen en ik ging ook maar weer liggen. Ik staarde naar de versierde plafon.
Wat een.... Hoe noem je zoiets?
Ik dacht diep na.
MAGNEET!
Er zijn nog geen reacties.