18

Het is middernacht en ik wordt wakker van getik tegen de ramen. De jongens hadden mij een super leuke dag doen beleven. Ze hadden wat zitten repeteren, want binnenkort moesten ze nog eens voor de platenmaatschappij spelen om zeker te zijn van een contract, en daarna waren we waterspelletjes beginnen spelen, omdat het zo warm was. Opnieuw hoor ik weer getik op mijn raam en verbaasd kijk ik ernaar. Het regent niet, waar komt dat getik dan vandaan? Ik blijf staren naar het raam want ik wil echt weten vanwaar dat getik komt. Opeens zie ik iets tegen mijn raam vliegen wat het getik voorstelt en meteen spring ik recht uit mijn bed en ga ik aan het raam staan kijken. Ik kijk naar beneden en ik schrik even. Calum staat daar te staan en wanneer hij mij ziet verschijnt er een immense glimlach op zijn gezicht en hij begint heel enthousiast te zwaaien. Ik open mijn raam en kijk Calum verbaasd aan. 'Calum wat ben je aan het doen, wat doe je hier?' 'Wij twee gaan iets leuks gaan doen, kleed je om!' 'Wat? Calum ik probeer te slapen.' 'Nee je komt met mij mee.' zuchtend kijk ik Calum aan en hij wenkt mij naar beneden met een grote glimlach op zijn gezicht. Ik mompel een beetje en doe mijn gescheurde skinny jeans aan en een leuk T-shirt erboven. Ik doe snel nog wat mascara aan en maak mijn haar los en kruip dan het raam uit via de hekkens die vol met klimop hangen en zo gemakkelijk zijn om van af te kruipen. Calum vangt mij snel op en ik begin te giechelen. 'Je ziet er weer eens geweldig uit.' vertelt hij mij en mijn wangen kleuren rood. Gelukkig kan hij het niet zien, althans dat denk ik toch want toch schijnt het licht van de maan op ons. Calum bekijkt mij goed en ik voel mijn gezicht nog roder aanlopen, wat kan hij staren zeg. 'Wat wil je gaan doen?' Calum zwijgt en haalt opeens zijn gsm boven. 'Kijk even opzij wil je?' ik draai mijn hoofd naar recht terwijl ik mijn wenkbrauw verbaasd optrek. 'Nee kijk even naar links.' zuchtend kijk ik naar links en opeens komt Calum naar mij en toont de foto die hij getrokken had. 'Wauw ben ik dat?' vraag ik verbaasd een staar naar de foto. Het lijkt totaal niet op mij, zo'n mooie foto, en zo'n mooi meisje. 'Dit is hoe ik jou elke dag zie.' mijn wangen kleuren rood en ik weet niet wat te zeggen en volg Calum dan maar naar zijn auto. 'Laten we naar het strand rijden.' ik kijk Calum met een opgetrokken wenkbrauw aan. Er speelt een grijns op zijn gezicht en hij rijdt naar het strand terwijl de muziek luid staat en hij zingt luid mee. Ik laat mijn blik op hem rusten terwijl hij geconcentreerd zijn blik op de weg houdt en ik voel kriebels in mijn buik en staar naar Calum. Opeens kijkt hij ook naar mij en een glimlach verschijnt op zijn gezicht. Wat was hij mooi, wat was hij lief. Welke jongen zou dit nou doen. Ik leun naar Calum toe en plant een kusje op zijn wang. Zijn ganse gezicht wordt rood maar toch blijft die speelse, brede glimlach op zijn gezichtje spelen. Calum stopt de auto langs de weg en hand in hand wandelen we naar het strand en ik doe mijn schoenen af eenmaal in het zand en Calum neemt mijn hand terug vast en ik zie dat hij een rugzak op zijn rug heeft en ik kijk hem aan. 'Dit is een leuk plekje.' zegt hij en we stoppen met wandelen en hij haalt de zak van zijn rug en haalt er een handdoek uit en een dekentje. 'Ga zitten.' brengt hij lief uit wanneer hij de handdoek op de grond gelegd heeft. Ik ga erop zitten en kijk naar het lieve gezichtje van Calum terwijl hij een dekentje om mij heen legt en ik kijk hem dankbaar aan. Hij haalt nog een flesje champagne uit en ik kijk hem lachend aan. Daarna komt hij lekker dicht naast mij zitten en opent de fles champagne en schenkt in bekertjes uit. Giechelend nam ik een bekertje uit zijn hand en we toasten op een leuke avond/nacht. Ik neem een slokje van de champagne en leg mij lekker dicht tegen Calum aan. 'Abrianna?' zegt Calum stil na een eindje en ik kijk hem aan. 'Wat is er Cal?' 'Ik vind je echt leuk.' fluistert hij zacht en kijkt diep in mijn ogen. Ik vind hem ook echt leuk, meer dan ik van mijzelf verwacht had. Verlegen kijk ik weg van zijn gezicht maar Calum houdt mij tegen en neemt mijn kin vast. 'Kijk alstublieft niet van mij weg.' zegt hij enorm stil en ik kijk terug in zijn ogen. Die diepbruine ogen branden echt in de mijne en er was een soort van chemie die tussen ons hing. Ik verlang echt naar Calums lippen op de mijne, en alsof hij mijn gedachten kan lezen, buigt hij naar mij toe en plaatste liefdevol en heel zacht zijn lippen op de mijne.