Hoofdstuk 31

Mosklauw besloot dus toch om alleen naar haar op zoek te gaan. Hij wist waar ze was en zou proberen haar onopvallend te bevrijden. Toen hij het kamp uit liep, hij had tegen bloedster gezegt dat hij ging jagen. Zette hij het meteen op een rennen en sprintte naar de grens. hij stak de grensmarkering over en racete het donderterretorium in. maaral snel moest hij stoppen omdat er een Donderclanpatrouille aankwam. mosklauw verstopte zich in een paar braamstruiken, hij hoorde de krijger met elkaar praten. 'Ja die Kleinstaart, die is de hele dag al aan het schreeuwen.' een andere krijger zei 'ik hoop dat we haar het zwijgen op mogen leggen.' Mosklauw onderdrukte een woedend gegrom. oppeens bleef de patrouille stil staan. een van de leerlingen die erbij was ademnde diep in, en riep opgewonde SCHADUWCLAN!! Meteen sprong Mosklauw uit zijn verstopplek en stond tegenover twee krijgers en twee leerlingen die hem woedend aankeken.
'wel, wel, wel, Mosklauw een van de buitenstaanders ' hoonde een van de krijgers. 'als je aan me twijfelt kom dan maar op in een 1 tegen 1 gevecht, dauwvacht!' mosklauw keek de krijger uitdagend aan. terwijl zij praatte was de andere krijger met zijn leerling stil weggelopen naar hun kamp. 'ik zou je heel graag verslaan in een duel, Mosklauw! maar ik denk datdeze leerling het nog beter kan dan jij.' Ook de leerling van Dauwvacht keek minachtend naar Mosklauw. 'ja natuurlijk denk je echt dat ik me laat verslaan door een leerl...' Hij stoptte met zijn zin toen hij het geroffel van velen poten hoorde, er arriveerde een groep donderclankrijgers! Zij gingen in een halve cirkel om mosklauw staan . Bladerster staptte naar voren , 'jij hoort hier niet thuis Buitenstaander!' Mosklauw deed een paar stappen naar voren tot hij op een muislengte van bladerster stond, ' ik kom mijn clangenote halen daarna ben ik bereid om terug te gaan.' maar vier krijger waren al op mosklauw afgestapt en Bladerster liep weer naar achterren. 'pak hem!' commandeerde hij. mosklauw zag 1 van de vier met zijn klauw naarde kop van Mosklauw slaan, hij kan maar net ontwijken. 'bladerster ik kom haaralleen halen!' schreeuwde Mosklauw. maar op dat moment schopte een andere donderclan krijger zijn poten onder hem vandaan, en schoptte de derde zo hard in zijn gezicht dat hij buiten westen was.

hij werd wakker in een kleinhol, het was er donker en het rook er muf. Bij de uitgang van het hol stonden twee wachten. 'Mosklauw? ben je wakker?' het was Kleinstaart. 'Kleinstaart ik heb je gevonden!. wat is er gebeurt?' vroeg hij. Kleinstaart vertelde. 'gister werd je binnengesleept door de donderclankrijgers. je was buiten westen, en ik heb heb je toen maar daar in de hoek gelegt en gewacht tot je wakker werd.' mosklauw dacht na. ze zaten in de val en aan Kleinstaart te zien hadze geprobeerd te ontsnappen. Kleinstaart ging verder. 'en ik hoorde Bladerster zeggen dat hij ons morgen om zonhoog voor de volledige clan zou laten vermoorden door de krijgers.' Mosklauw schrok, dat ging hij niet laten gebeuren!