"Waarom houden jullie me gavangen!" riep Kleinstaart. Ze was nu al een paar dagen gevangene van de Donderclan. "Je kunt toch niet katten die hun hele leven bij onze clan geleefd hebben, zolang ze zich kunnen herinneren, zomaar dwingen eruitgezet te worden. Hebben jullie dan geen greintje respect of medeleven voor hun!" schreeuwde ze kwaad. Ze was zwak, door een paar mislukte ontsnappingspogingen, en een slechte behandeling. "Je bent slecht in je hart Bladerster, als je Schaduwclan dwingt onschuldige katten gewoon te dumpen al verrotte prooi. Het is niet het bloed wat een krijger maakt!" Schreeuwde ze. Ze hoopte maar dat iemand van Schaduwclan haar an het zoeken was. "En je snapt toch wel dat het niet slim is om de dochter van een leider van een vijandige clan gevangen te houden in je kamp!" riep ze nog eens. Ze hoopte dat iemand wist waar ze was, dat ze nu een plan aan het maken waren, om haar te bevrijden. "Ik kwam om in vrede te praten, maar als jij zo onredelijk bent en er een oorlog van wil maken, ben je misschien nietgeschikt als een leider" zei ze daarna, op eenkoele calculerende toon, zich niet met de clan rivaliteiten bezighoudend.

Mosklauw wist waar Kleinstaart was na een tijdje zoeken,maar nu wist hij niet of hij alleen zou moeten gaan, of het de clan moest vertellen. Maardan zou hij Kleinstaart wel problemen bezorgen. Hij hoopte maar dat ze haar niet pijn deden, anders zou hij hun wat aandoen.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen