Leren Schrijven: opdracht 2.
Het hele kastenstelsel — de verschillen, de alledaagse kwalen, de verschroeiende haat — in één muffe lift. Waaraan had hij dit in godsnaam te danken? De peperdure parels en het gouden sterrenstof die in een roze gloed om haar heen cirkelden, wakkerde zijn hartgrondige haat alleen maar aan.
"Het lijkt erop dat we vastzitten, prinses.", zei hij.
Iedereen kende haar. De dochter van de baas. Steenrijke ouders, alles wat haar hartje begeerde: dat somde haar hele leven wel op. Haar grootste zorg was vast welk prinsessenkleed ze 's morgens moest aantrekken. Ze was knap, dat was één van de redenen waarom ze alles voor elkaar kreeg. Werkelijk alles. Ze hoefde maar met haar lange wimpers te knipperen en ze stonden al in de rij om haar van dienst te zijn.
Hij verachte haar. Hij had te lang in de onderwereld vertoefd om nog te verlangen naar iets uit de hemel. Ook al kende hij haar niet, hij haatte alles wat ze deed. Hij haatte hoe ze haar lange, bruine lokken over haar schouders had gedrapeerd, hij haatte haar roomblanke huid, maar wat hij nog het meest haatte was haar melodieuze stem waarmee ze alleen maar in comparatieven en superlatieven sprak. Alles moest beter, meer, mooier en duurder zijn.
Ze zuchtte verwaand en gleed langs de liftwand naar beneden, ze leek niet van plan om hem enige vorm van aandacht te geven. Ze gunde hem niet eens een blik. Hij grinnikte schamper.
"Alles naar wens, prinses?" Zijn stem liep over van een bijtende ironie en de meest zuivere haat.
"Waarom blijf je me prinses noemen?"
Hij antwoordde niet, benutte zijn zwijgrecht. Hij had het gevoel dat hij daarmee zijn baan als laagste vazal in het imperium van haar vader in gevaar kon brengen, alsof elk woord dat hij sprak tegen hem gebruikt kon en zou worden.
"Je begrijpt me niet. Niemand begrijpt me." Zijn luide lach schalde door de metalen doos. Hij geloofde meestal niet in stereotypen, maar zij was gewoon een levend cliché.
"Ik zou liever weer bloemen in mijn haar hebben, in plaats van diamanten om mijn hals.", ging ze verder. "Ik zou een moord plegen om met jou te kunnen ruilen."
Pas toen zijn beschuldigende blauwe kijkers haar niet meer aankeken, durfde ze hem echt te bekijken. Zijn bruine haar was warrig en stoffig, maar dat maakte hem niet minder aantrekkelijk. Hij was gespierd. Vast van het harde werk dat haar vader hem oplegde. Ze wist wat voor een tiran hij kon zijn. Ook zij moest gehoorzamen. Het enige verschil was dat zij in de vuurlinie stond wanneer het misging, terwijl hij veilig onder de grond zat.
"Dat wil je niet, prinses, geloof me." Hij balde zijn vuisten. De aders staken sterk af tegen zijn bleke huid. Hij draaide zijn gezicht van haar weg uit walging, waardoor ze een blik kon werpen op zijn kaakspieren die strak gespannen stonden.
Ze verachte hem. Niet vanwege zijn woorden, maar vanwege haar eigen jaloezie. Ze zou niets liever willen dan normaal leven leiden, zoals hij. 's Morgens opstaan met een kop koffie, werken, plezier maken met échte vrienden en daarna heerlijk slapen. Het was niet eerlijk.
Toen de lift eindelijk, na wat leek als een decenium, weer in beweging kwam, sprong hij handig recht en veegde het stof van zich af, wat natuurlijk een onbegonnen taak was aangezien hij in de mijnen werkte. Zij krabbelde onhandig recht en vervloekte haar hoge hakken. Hij maakte nog een nederige buiging en verdween in de nacht.
Sommige zaken zouden nooit veranderen. Zoals de verblindende haat tussen twee onbekenden. Twee onbekenden die in een ander leven, in een ander universum misschien wel geliefden geweest zouden zijn.
Reageer (3)
Wauw
9 jaar geledenZoo mooi!
Je hebt een heel aangename schrijfstijl, maakt gebruik van mooie stijlfiguren en kleurrijke woorden, wat het erg aangenaam maakt voor de lezer om te lezen. Zinnen als "Hij geloofde meestal niet in stereotypen, maar zij was gewoon een levend cliché." kriebelen bij mij toch altijd een beetje, omdat ik die tegenstellingen in zinnen altijd zo mooi vind haha. Al met al vind ik het een mooi beschreven verhaal.
9 jaar geledenHet enige wat ik zou willen opmerken is wat Braeden ook al zei: je hebt niet echt een gevoel van tijd. Voor de vrouwelijke persoon in je verhaal lijkt het dan wel een decennium voordat de lift weer in beweging komt, maar voor de lezer (of voor mij, toch) lijkt het allemaal te gebeuren in een tijdspanne van niet meer dan een half uur. Misschien was dit juist je bedoeling, maar persoonlijk had ik ook iets meer aandacht besteed aan het verwerken van deze tijd. In ieder geval is dit puur beoordelend in relatie met de opdracht, want het verhaal op zich spreekt me heel erg aan en ik wil dus graag nogmaals benadrukken dat ik vind dat je een heel fijne schrijfstijl hebt!
Ik vind het zeer mooi hoe je dit verwerkt hebt, het is bovendien heel origineel door je eigen verhaal errond te werken (tenzij het uit een boek komt dat ik niet ken, maar in dat geval is het origneel om eraan te denken ;p).
9 jaar geledenHet is zeer mooi hoe ze heel erg tegegengsteld zijn en dat ook gewoon blijven. Het cliché is natuurlijk dat de lift in beweging komt, wanneer ze verliefd zijn en elkaar zoenen, dus dit is niet wat je verwacht, namelijk dat ze zelfs nauwelijks een woord met elkaar wisselen.
Wat ik enkel een beetje mis is wat meer uitwerking. Ik blijf met heel veel vragen achter als lezer. Dat is natuurlijk een keuze die je als schrijver maakt en het is niet dat je te weinig woorden hebt, want het mimimum was 200. Toch had ik het iets langer gemaakt of meer nadruk gelegd op het feit dat ze wel degelijk 12u lang in de lift zitten, aangezien het nu eigenlijk voor mij lijkt of het vijf minuutjes waren. Toch heeft het feit dat het zo kort en bondig is ook een voordeel. De lezer verliest zijn aandacht niet en geraakt niet ontmoedigd.
Kortom; ik vind het heel leuk wat je ermee gedaan heb! (;