Op het schermpje boven de liftdeuren verscheen het getal 13, wat betekende dat ik eindelijk de lift in kon gaan. Ongeduldig wachtte ik enkele seconden tot de liftdeuren zich zouden openen. Ik was gehaast. De laatste trein naar huis vertrok over 15 minuten en ik moest nog helemaal naar het station wandelen. Toen ik zag wie er in de lift stond, stopte ik even met ademen. Net alsof ik me zo stil mogelijk moest houden zodat zij mij niet zou zien. Maar ze zag me wel; haar groene ogen keken me even verbaasd aan als ik me voelde. Ik verbrak het oogcontact en wandelde naar de andere kant van de lift. Zo goed mogelijk focuste ik me op de liftdeuren en het gevoel van de lift die in beweging schoot. Ik moest gewoon kalm blijven, maar dat lukte me niet. De woede die ik voor haar voelde vulde langzaam mijn longen en net toen ik dacht dat ik ging ontploffen stopte de lift met bewegen. Het scherm boven de lift gaf aan dat we op de zevende verdieping waren terwijl we allebei op de benedenverdieping moesten zijn. 'Wat is dit nou?' mompelde ik binnensmonds. Als een gek begon ik op alle knopjes te drukken, maar niets hielp. In mijn ooghoeken zag ik haar nog steeds op dezelfde plaats staan, met haar handen ergens ver weg in haar broekzakken. 'Wat sta je daar nu zo? Doe toch iets!' schreeuwde ik naar haar. Haar ogen werden wat groter door mijn plotse uitval, maar toch zei ze niets. Dit was precies zoals ik haar kende. Via een sms'je zou ze me ondertussen al compleet de grond ingeboord hebben, maar in het echte leven durfde ze amper haar mond open te doen. 'Ik had nooit in deze lift mogen stappen met jou', zei ik boos. 'Niemand verplichtte je', antwoordde ze. Haar blik vertelde me dat ze hier net zo graag was als ik. Het enige wat ik nog kon doen, was met mijn ogen rollen en terug een paar stappen achteruit gaan. Hopelijk ging de lift snel terug verder.

Het werd me al snel duidelijk dat dit niet het geval was, maar ik wist niet wat ik moest doen. Ik had me een uur geleden op de vloer van de lift neergezet en we zaten nog steeds op de zevende verdieping in een lift waarvan de deuren maar niet wouden opengaan. Zij had mijn voorbeeld gevolgd en zat aan de andere kant van de lift net hetzelfde te doen als ik; wachten. We hadden geen woord meer tegen elkaar gezegd. De stilte werd haar blijkbaar toch te veel, want plots zei ze: 'Heb jij misschien nog een idee om hier uit te geraken?' Ik schudde mijn hoofd en keek naar boven. 'Hier is blijkbaar ook geen luikje om hieruit te kruipen zoals in alle films', zei ik. Ze glimlachte een beetje en schudde toen ook haar hoofd. Waarom glimlachte ze nu? Het was allesbehalve grappig en hoe langer we hier zaten, hoe moeilijker ik het vond om haar niet te slaan. Het was ondertussen al twee jaar geleden sinds we elkaar voor het laatst zagen en die dag zou ik nooit vergeten. Die dag had alles veranderd. Plots herinnerde ik me dat ik mijn mobieltje bij me had en dus gewoon iemand kon verwittigen dat ik hier vast zat in een lift met iemand wiens lange haren ik nooit meer wou zien. Mijn handen grepen gehaast naar mijn mobieltje wat in mijn broekzak stak en haalde het eruit. Nog voordat ik hem ontgrendeld had, werd ze boos op me. 'Jij hebt dat ding al de hele tijd bij je?!' schreeuwde ze. Ik antwoordde niet en keek linksboven op mijn scherm naar hoeveel ontvangst ik had. Helemaal geen, dus. 'Ik kan er toch niets mee, geen ontvangst.'

Het was ondertussen drie uur 's nachts, wat betekende dat we al zeven uur vastzaten in deze lift. Het licht van de lift was een paar uur geleden uitgevallen en ons zicht werd enkel nog ondersteund door het lichtje van mijn mobieltje. Een geeuw ontsnapte uit mijn mond waarna ik haar aankeek. Ze zag er net zo moe uit als ik. Ik wist nog dat ze altijd snel moe werd en haar slaap altijd veel meer nodig had dan ik. 'Misschien moet ik toch maar even slapen', zei ze, alsof ze mijn gedachten kon lezen. Ik knikte. Ze legde haar rugzak vlak naast me neer en legde vervolgens haar hoofd erop neer. Ik kreeg het benauwd. Ik wou niet dat ze zo dicht bij me lag, ik wou helemaal niet bij haar zijn. 'Dit is bijna zoals vroeger', fluisterde ze. Het intense gevoel van woede wat ik eerder voelde, kwam meteen terug. 'Wat?!' riep ik. 'Dit is helemaal niet zoals vroeger!' Geschrokken kwam ze recht en keek ze me aan. Ik sprong recht en begon nerveus heen en weer te wandelen in de lift. 'Blijf nu eens rustig...' zei ze zacht. 'Rustig? Rustig?! Ik zit vast in een lift met jou en nu durf je mij te zeggen dat dit bijna zoals vroeger is?' Meteen stond ze recht en greep ze mijn arm vast. 'Waarom doe je nu zo?' begon ze. 'Je weet dat ik je nooit pijn heb willen doen!' Die woorden werden me te veel. Zonder ook maar een seconde na te denken ging mijn hand omhoog en sloeg ik haar. Alle woede die ik de laatste twee jaar had opgebouwd, kwam er met één slag uit. Haar hand lag op haar wang en een traan liep zachtjes naar beneden. 'Je hebt me kapot gemaakt!' schreeuwde ik naar haar. 'Die dag heb je mij gewoon voor altijd in de steek gelaten.' Haar tranen begonnen steeds sneller naar beneden te lopen, maar het deed me niets. 'Jij hebt mij al die tijd gewoon gebruikt', zei ik op een iets rustigere toon. Vol ongeloof staarde ze me aan. 'Ik heb jou helemaal nooit gebruikt! Jij was mijn wereld.'
'Jouw wereld? Wat een leugen! Ik was gewoon een experiment voor jou. Snap je dan niet dat ik het echt meende? Ik had zelfs mijn ouders verteld over jou, over ons. Weet je hoe moeilijk dat was voor mij?'
'Mijn moeder wist het toch ook?'
'Alleen maar omdat ze het gezien had! En de rest van je familie mocht niet weten dat je voor een meisje gevallen was. Je hebt 'ons' gewoon nooit serieus genomen.'
Ze stond nog steeds voor me, te huilen. Haar ogen waren rood geworden en ze kreeg het steeds moeilijker met ademen. 'Als het niets voor me betekende, denk je dat ik dan ondertussen niemand anders zou gevonden hebben?' Ondanks mijn kwaadheid kreeg ik toch een beetje spijt. Zo had ik er nog nooit over nagedacht. 'Ik heb zo vaak de moed bij elkaar proberen te rapen om je te bellen, maar ik durfde het nooit. Ik weet dat je me haat...' snikte ze. Zachtjes schudde ik mijn hoofd en verstopte ik mijn gezicht in mijn handen. Ik wou hier weg. Dit bracht enkel het verdriet terug. Voorzichtig liet ik me terug op de grond zakken en begon ik te snikken. Ze mocht me zo niet zien, ze mocht niet weten dat het nog steeds pijn deed. 'Waarom huil je..?' vroeg ze zachtjes. Ik stopte mijn gezicht nog verder weg zonder te antwoorden. Ik voelde hoe ze zich op de grond neerzette en haar armen om me heen sloeg. Ik was te moe om haar armen weg te duwen of om nog boos op haar te worden. Al snel voelde ik mezelf weggaan naar dromenland.

Ik werd wakker door het licht dat plotseling aanging in de lift. Zij lag tegen me aan te slapen met haar armen nog steeds om me heen. Verward keek ik op mijn horloge; acht uur 's ochtends. Ik duwde haar armen voorzichtig weg en kroop toen wat onhandig terug recht van de grond. Alles deed pijn: mijn ogen brandde en mijn spieren lieten me weten dat in een lift slapen nooit een goed idee was. Ik stond net goed recht toen ik wat gerammel aan de deuren van de lift hoorde. Ik keek naar haar, ze sliep nog steeds. Voorzichtig duwde ik tegen haar tot ze wakker werd. 'Volgens mij zijn we hier zo weer uit', fluisterde ik. En gelijk had ik. Enkele seconden later gingen de liftdeuren open en keek een werkman me verbaasd aan. 'Hebben jullie hier de hele nacht gezeten?' vroeg hij. Ik knikte. 'Nou, ga dan maar snel naar huis. Jullie zien er allebei heel moe uit. Zal ik anders een taxi bellen?' Met een kleine glimlach op mijn gezicht schudde ik mijn hoofd. 'De eerste trein naar huis vertrekt over een kwartiertje, die kan ik nog wel net halen.' Zonder nog om te kijken, liep ik de lift uit en begon ik aan mijn wandeltocht naar het station.

Ik zat ongeveer vijf minuten in de trein toen ik plotseling het geluid van mijn mobieltje hoorde. Ik had geen idee wie me nu nodig zou kunnen hebben. Benieuwd nam ik hem uit mijn broekzak en keek ik naar haar naam die in het groot op mijn scherm stond. "Sorry voor alles. Wanneer zie ik je nog eens? Xx"

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen