Foto bij Hey! Crazy eyebal man! That has been a very long time ago

^Hierboven zie je Meghan en Puck van toen er heel kort iets tussen hun was^

Quote (Puck die dit tegen Meghan zegt):
“I know you'd risk everything to protect us, and that's what worries me. You still don't know enough about this world to be properly terrified. Things are going to get screwed eight ways from Sunday, and you're making goo-goo eyes at the enemy! I heard what happened in Machina's realm and yes, it scared the hell out of me. I love you, dammit. I'm not going to watch you get torn apart when everything goes bad.”

Mijn ogen zochten naar een klein detail dat er ook maar op zou wijzen dat het Neve was en daar zag ik haar, ze rende hysterisch rond met... Damians zwaard?!
Ik rende zo snel als ik kon naar haar toe.
Uit mijn ooghoeken zag ik Edmund met een gezicht dat vetrokken stond van angst op zijn paard springen en er vandoor rijden.
Miste ik soms iets?
Ik keek om me heen, maar ik zag niks.
Ach… waarschijnlijk was hij gewoon bang geworden van mijn goddelijke vechtkunsten.
Net toen ik achter Neve stond, stond ze haastig op. Er was iets wat ik niet had gezien en zij wel waardoor ze zo vechtlustig was, dus om wat beter te kunnen horen waar (wat het ook was) het was legde ik mijn hand op haar mond.
Ze beet in mijn hand en dat kan ik nou niet bepaald prettig noemen. Ik kreunde zachtjes van de pijn en ze wilde net wegrennen, toen ik snel haar pols vast greep en goed bleef vasthouden. Ik zag een flits in mijn ooghoeken en instinctief wist ik dat ze me wilde neersteken. Maar waarom?
‘Prinses! Doe eens effe rustig!’
Ze draaide zich naar me om en haar ogen keken me vol verbazing en opgelucht? aan.
Meteen liet ze haar zwaard met een dof geluid op de grond vallen, rende ze het kleine stukje dat ze moest overbruggen en omhelsde ze me.
Ik was verrast en dan ook echt compleet verrast.
Neve die me omhelst?
Wauw… ik had niet gedacht dat die dag ooit zou komen, aangezien ik haar nog wel de beslissing zie maken om nog eerder dood te gaan dan mij te omhelsen.
En ze deed me weer eens denken aan Meghan, met haar armen om mijn nek, zich tegen me aandrukkend en STOP. Neve is overstuur en ik denk aan Meghan? Waar ben ik toch mee bezig?
Ik sloeg mijn armen om haar middel heen en wreef met mijn rechterhand geruststellend over haar rug (wat niet leek te werken, maar het was het enige wat ik voor nu kon doen).
‘Wat is er in hemelsnaam gebeurt?’ vroeg ik al kon ik wel ongeveer raden wat er was gebeurt alleen nog niet door wie.
Neve duwde zich van me af en ze bleef trillend voor me staan, haar gezicht lijkbleek.
‘Waar was je?! Die ene keer dat ik je nodig hebt en je bent ergens anders! Die Damian gast heeft ook helemaal niets gedaan terwijl ik… ik…' riep ze woedend terwijl ze gefrustreerd haar hand door haar haar haalde voordat ze vervolgde 'Hij probeerde me te ontvoeren! En die mannen die achter ons aan zaten, dat waren zijn mannen! Het was verdomme een list… er zat iets achter ons aan en het viel de mannen van Damian aan, hierna pakte ik zijn zwaard af en probeerde ik te ontsnappen maar toen viel dat…dat díng mij aan, ik weet niet wat het was… en...' stotterde ze hijgend.
Ik was niet verbaasd dat dit een list was, al wist ik wel zeker dat Edmund alleen maar een klein tijdje wolfman zou willen helpen om dan met alle eer te strijken, al vraag ik me wel af wie dat gevecht zou winnen.
Wolfman?
Edje?
Wolfman?
Edje?
Ach, dat boeit me eigenlijk toch niet zo veel. Want Neve zullen ze toch nooit te pakken krijgen zolang ik hier nog ben en aangezien ik hier al heel lang rond loop ben ik van plan om dat vol te houden. Maar wat op dit moment even wel belangrijk was, waarom zag iedereen dat ding en kon ik het nog steeds niet vinden?
‘Waar was het?’ vroeg ik grijnzend ‘Was het weer een-‘
'Nee! Doe niet alsof ik volkomen achterlijk ben en een big deal maak van een stomme situatie! Het was een man gemaakt van schaduwen, zeker drie meter lang!' riep ze boos naar me.
Oké mijn plan om haar te plagen, mislukt.
Ik was even stil en nam Neve in me op. Ze zag er echt niet uit, haar witte jurk zat onder de modder waardoor het meer zwart was nu en het hing op haar heupen. Ze had al heel veel wonden, maar nu had ze er nog 1 bij, een soort zwart glas stak in haar been en het bloed drupte nog op de grond. Ik vond het echt een wonder, hoeveel bloed heeft ze wel niet een ander mens zou allang dood zijn gegaan door deze hoeveelheid bloedverlies. Gelukkig maar dat ze dan zo sterk is, want ik zou het echt niet leuk vinden als ze dood was.
‘Wat is er met je been gebeurd?’ vroeg ik maar alweer kon ik het antwoord zo ongeveer wel raden.
'Geen idee, ik rende weg toen stak iemand, of iets dit in mijn been.' Zei ze terwijl ze met moeite haar jurken naar beneden trok. Weer kreunde ik en zei zuchtend 'Geweldig, nog een wezen waarvan we niet weten wat het is en dat waarschijnlijk ongelofelijk machtig is..'
Neve keek me woedend aan 'Wat moeten we nu doen dan? We worden achtervolgd door mijn broer, door Damian die het ook mooi liet afweten toen ik hem voor de eerste keer nodig had en dan heb je ook nog dat ding.' Vroeg ze. Ik was verbaasd dat ze niet vroeg: ‘’Nog een wezen?’’
En hier klopte iets niet, een Winterfae gaat er nooit zomaar uit angst vandoor als ze een directe opdracht van Vrouwe Mab hebben gekregen (dus altijd de leiders of een prins). Ik liep naar Neve toe en tilde haar op, ze kon toch niet lopen en ik moest iets doen om met haar gemakkelijk vooruit te komen. 'We zullen jou maar eens even verzorgen op een...relatief veilige plek en dan gaan we naar het ijzerrijk oké?' 'Ik geef toe dat ik niet echt zelf kan lopen maar je had ook in een paard kunnen veranderen, of je had gewoon je arm om mijn middel kunnen slaan en me kunnen ondersteunen, maar in plaats daarvan besloot je me op te tillen, waarom?' Vroeg ze met opgetrokken wenkbrauwen en half grimassend.
'Omdat-' begon ik, maar ik werd onderbroken door mijn ‘’beste vriend’’.
'Jullie hebben het er beter vanaf gebracht dan ik dacht.' Zei de Cait Sith die verscheen op de modderige grond voor Neve en mij.
'Ook hallo.' Snauwde Neve geïrriteerd.
'Je bent echt zeer vermakelijk Neve, je lijkt soms net je broer.' Antwoordde de kat.
'En soms heb je weer meer weg van-' Een schok ging door mijn lichaam heen en haastig onderbrak ik Grimalkin door te kuchen.
'De eerst volgende…eh, relatief veilige plek…kun je ons daar naartoe brengen kat?' zei ik nu ongemakkelijk. Dat gebeurt ook niet vaak, dat ik me ongemakkelijk voel.
Neve keek me verdacht aan, maar ik keek haar even niet aan
'Natuurlijk kan ik dat, ik ben een kat.' Zei Grimalkin en hij begon weer het bos in te lopen.
Met Neve in mijn armen liep ik op een rustig tempo achter hem aan en uit mijn ooghoeken zag ik hoe Neve me weer geïrriteerd aankeek waardoor er weer een grijns op mijn gezicht kwam kruipen ‘Robin waarom grijns je?’ vroeg ze net zo geïrriteerd als dat ze keek ‘Waag het niet om een grap uit te halen!’
‘Je staarde naar me.’ Zei ik nu grinnikend terwijl er blosjes op Neves wangen kwamen en ze snel naar haar handen keek.
‘Dat deed ik niet.’ Zei ze snel.
‘Oh echt wel.’ Bracht ik ertegenin.
‘Nee! Ik keek je geïrriteerd aan hoor, ik staarde niet naar je.’ Zei ze nu weer met een geïrriteerde stem.
‘Het maakt niet uit hoe je naar me staarde, maar je staarde wel naar me. Ik weet ook wel dat ik een onwijs lekkerding ben hoor.’ Zei ik plagend met een knipoogje.
‘Dat maakt wel uit en er zit een verschil in aankijken en aanstaren.’ Zei ze proberend het blozen te verbergen, maar ik zag dat haar wangen alleen maar roder werden wat mij natuurlijk weer aanspoort om door te gaan.
‘Nou, waarom keek je me dan geïrriteerd aan?’ zei ik terwijl ik met mijn wenkbrauwen wiebelde. Er kwam een glimlach op haar gezicht, maar uiteindelijk kreeg ze het voor elkaar om weer serieus te kijken.
‘Misschien omdat-‘ maar ze kreeg de kans niet om haar zin af te maken, want Grimalkin onderbrak haar ‘Hier kunnen we voor een tijdje blijven om jou op te knappen Neve.’
Een klein bemost huisje stond voor onze neus. Op de plekken waar er geen mos zat kon je zien dat het huisje origineel gemaakt was van steen en hout. Er waren veel bomen voor en naast het huisje die zo zaten dat je alleen als je goed kijkt kunt zien dat er een huisje zit, anders zou je er zo voorbij zijn gelopen.
‘Grimalkin weet je zeker dat wie hier ook woont ons zomaar hier een tijdje laat verblijven?’ vroeg Neve een beetje onzeker.
Ik trok verbaasd een wenkbrauw op, maar bedacht me toen dat Neve nog niks wist van deals hier.
‘Natuurlijk, de fae die hier woont heeft nog niet betaald, dus Goodfellow ik hoop dat je me kunt terug betalen want ik moet 1 van mijn belangrijke bronnen nu gebruiken aan jullie.’ Zei Grimalkin terwijl hij weer enorm geïnteresseerd werd in het likken van zijn poot. Ik knikte en Neve keek nu nog verwarder, maar dit keer was het ook mijn beurt om verbaasd te kijken.
‘Woont er hier een fae? Ze wonen nooit in het Wyldwoud, altijd in hun eigen hof.’ Zei ik dus ook verbaasd.
‘Goodfellow, je bent één van de weinige fae die in het Wyldwoud woont maar niet de enige. Dus herinner je je nog die hele oude Zomerfae die een beetje gek is geworden en daarom niet meer in Arcadia wilde blijven. Want dat is hem.’ Zei de Cait Sith weer heel wijs.
‘Geweldig, ik vond rol-oog opa altijd zo leuk. Niet te geloven dat hij dus echt hier woont nu hah.’ Zei ik opgewekt.
Neve rolde met haar ogen ‘Je doet het er gewoon om hè, nu verzin je maar gewoon zomaar een bijnaam voor hem om weet ik veel wat je er mee wit bereiken. Ik bedoel maar, kom op! Rol-oog opa?’
‘Schat, ik verzin altijd bijnamen hoe slecht ze ook zijn. En deze had ik al bedacht voordat jij zelfs maar was geboren. En je zult vanzelf wel zien waarom ik hem zo noem.’ Zei ik en ik verwachtte een klap, maar die kwam niet ik keek me één wenkbrauw opgetrokken Neve aan die me leeg aankeek ‘Geen schatklap?’
Ze zuchtte ‘Klop nou maar op die deur Goodfellow, ik ben gewoon moe nu.’ Fluisterde ze nu inmiddels. Ik klopte op de deur, omdat we toch naar binnen moesten.
‘Eindelijk komen jullie weer in actie.’ Hoorde ik de kat nog verveeld zeggen. Even later werd de deur op een kiertje open gedaan en na een kort gesprek tussen de kat en wat waarschijnlijk rol-oog opa is werden we binnen gelaten. Net toen ik in actie kwam om te lopen voelde ik hoe Neves hoofd tegen mijn borst aan kwam te liggen. Ik keek naar haar en zag haar liefjes opgekropen in mijn armen en tegen mijn borst aanliggend te slapen. Ik liep naar binnen naar het bed dat al klaar was gelegd voor ons.
Een schelle en opgewonden lach denderde tussen de muren van het huisje ‘GOODFELLOW! Hah, wie had dat ooit gedacht dat IK jou OOIT op DEZE manier zou zien en dan ook nog eens een ANDER MEISJE dan de geruchten zich jaren eerder voordeden.’ Zei hij terwijl zijn ogen alle kanten op gingen en plots stopten en zich focusten op Neve die inmiddels wakker was geschrokken van zijn gelach. Ik moest moeite doen om niet te lachen, omdat hij het blijkbaar nog steeds niet had afgeleerd om midden in een zin sommige woorden zonder een reden te gaan schreeuwen. Toch voelde ik me niet op mijn gemak, omdat ik maar al te goed wist dat hij het over Meghan had en ik zat er niet op te wachten om een gesprek met Neve over Meghan te hebben.
‘Ik had het gedacht.’ Zei ik grijnzend naar hem. Hij kwam op me af rennen en trok me in een omhelsing terwijl hij als een malloot heen en weer zat te springen. Jepp, er is geen twijfel mogelijk dat dit precies die Zomerfae is die was gek geworden. In mijn ooghoeken zag ik nog hoe Neve zachtjes lachte waardoor er ook weer een glimlach op mijn gezicht kwam. Plots vloog er een pixie langs me heen recht die op Neves schouder ging zitten. Neve sloeg geschrokken de pixie van haar schouder en ik begon nog steeds rond stuiterend te lachen, al weet ik niet of deze pixie geen wraakzuchtige pixie is maar ik neem aan van niet. Want anders zou deze pixie allang de gek die me hier knuffelt hebben gedood.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen