The Dragon's Call
Na nog een tijdje te hebben gelopen komen we eindelijk aan bij de poorten van Camelot. Ik schenk de wachters die daar staan een glimlach en dan lopen Merlin en ik naar binnen. Met open mond kijken we om ons heen. Het is hier zoveel groter dan in ons kleine boeren dorpje. Overal komt geluid vandaan. Er staat een markt en het ruikt naar vers gebakken brood. Opeens klinken er hoornen. Merlin trekt me aan mijn mouw mee en samen lopen we richting het geluid. We lopen over de ophaalbrug en lopen de binnenplaats op. Er staan al aardig wat mensen voor ons. Merlin kan er nog net overheen kijken, maar ik moet echt op mijn tenen staan om iets te kunnen zien.
"Wat gebeurd er?" Vraag ik aan Merlin, maar hij haalt zijn schouders op en probeert meer naar voren te komen. Snel loop ik achter hem aan. Opeens klinkt er een harde drum en lopen er twee wachters het platform op. Ze begeleiden een man en brengen hem naar het midden van het platform, waar iedereen hem kan zien. Dan klinkt er een zware mannenstem. Ik draai me om en zie dat koning Uther ook het platform opgelopen is. Zijn kroon zit schuin op zijn hoofd en ik zie een licht litteken boven zijn linker wenkbrauw. Hij kijkt boos en zijn blik is gericht op de man die nog steeds wordt vastgehouden door de wachters.
"Laat dit een les zijn voor iedereen. Deze man, Thomas James Collins "- de twee bewakers duwen de arme boer tegen het platform als koning Uther op hem neer kijkt - " is schuldig aan samenzwering door het gebruik van bezweringen en magie." Paniek flits over Merlin's gezicht, vooral door het gebruik van het word 'magie'. Ik pak zijn hand vast en knijp er in.
"En op grond van de wetten van Camelot, bepaal ik - Uther Pendragon - dat dergelijke praktijken verboden zijn op straffe van de dood." Om ons heen hoor ik een paar kreetjes van schrik, en Merlin kijkt met wijde ogen en open mond toe.
"Ik zie mijzelf als een eerlijke en rechtvaardige koning, maar voor de misdaad van tovenarij is er maar één straf die daar goed voor is." Gaat Uther door. De boer wordt op zijn knieën geduwd en de wachters duwen ook zijn hoofd naar beneden. Een man met een kap over zijn hoofd komt nu het platform op lopen. Hij heeft een bijl in zijn handen en hij loopt recht op de boer af. De man met de kap gaat voor de boer staan en houd zijn scherpe bijl boven zijn hoofd. Om ons heen beginnen de mensen te fluisteren, maar Merlin en ik kijken zenuwachtig toe. Koning Uther steekt zijn hand in de lucht en maakt dan een gebaar met zijn hand. Precies dan laat de man met de kap zijn bijl naar beneden vallen, er klinkt een snijdend geluid, er volgen weer een paar kreetjes van de menigte, en de man is dood. Ik wend mijn hoofd af.
"Toen ik naar dit land kwam, was dit hele koninkrijk in chaos. Maar met de hulp van de mensen is de magie uit het rijk verdreven. Dus nu verklaar ik een festival, om te vieren dat het al twintig jaar geleden is sinds The Great Dragon werd gevangen, en Camelot bevrijd werd van het kwaad van tovenarij. Laat de festiviteiten beginnen!" Spreekt Uther, zich niet bewust van de geschokte staat waar de menigte zich in verkeerd. Met een glimlach op zijn gezicht wil Uther weg lopen, maar er klinken rare geluiden. Mensen gaan opzij een een oude vrouw komt naar voren. Ze lijkt erg verdrietig. Uther draait zich terug en kijkt de vrouw recht aan.
"Er is maar één kwaad in dit land, en dat is niet magie!" Roept de oude vrouw uit. Haar lange, grijze haar vliegt om haar heen en haar ogen spuwen vuur. "U bent dat kwaad! Met uw haat, en uw ontwetendheid! U heeft mijn zoon vermoord!" Ze wijst met haar gerimpelde handen naar het platform, waar haar zoon nog steeds ligt. Uther kijkt haar aan zonder enige emotie te tone. "En ik beloof u," Gaat ze verder. "Voordat deze vieringen over zijn zult u mijn tranen delen. Een oog om een oog, een tand om een tand, een zoon voor een zoon!" De oude vrouw kijkt koning Uther strak aan, maar de koning is hier niet van gediend.
"Grijp haar!" Roept hij boos. De wachters springen van het platform af, maar voordat ze bij de oude vrouw aan kunnen komen, mompelt ze een spreuk in een onbekende taal. Er ontstaat een harde wind en er komt grijs mist op, en voordat we het doorhebben is de vrouw verdwenen. Koning Uther beent snel van het platform vandaan, de mensen lopen langzaam weg, en uiteindelijk staan Merlin en ik nog met zijn tweeën voor ons uit te staren.
"Denk je dat ze hem nog weg gaan halen?" Vraag ik aan Merlijn, en ik wijs met mijn hoofd naar de dode boer. Merlin schud zijn hoofd in ongeloof, nog steeds zo geschokt als een paar minuten geleden. "Kom, we gaan Gaius zoeken." We lopen richting de ingang van het kasteel, maar we worden tegengehouden door de wachters.
"Pardon, weet u misschien de weg naar de hofarts?" Vraagt Merlin.
"Oh, jullie zoeken Gaius?" Zegt één van de wachters. Ik knik. Hij legt ons uit hoe we moeten lopen en een paar minuten later komen we aan bij een houten deur. Hij staat deels open. Merlin en ik kijken elkaar even aan, en dan klopt Merlin zachtjes op de deur. We krijgen geen antwoord, dus we stappen naar binnen. De kamer is een soort laboratorium, alleen een beetje hectisch en rommelig. We kijken wat rond, en uiteindelijk spotten we een oude man met halflang, wit haar. Hij staat een verdieping hoger, op een ladder, boeken te bekijken.
"Hallo?" Zegt Merlin dan. De man draait zich met een glimlach om, maar hij verliest zijn balans en valt achterover. Ik sla mijn handen voor mijn mond, maar voordat ik het door heb staat zijn bed opeens onder hem en valt hij zachtjes neer. Ik kijk Merlin met een scheve glimlach aan, maar hij snelt zich al naar de man toe.
"Gaat alles goed?" Vraagt hij bezorgd.
"Wat deed je daar net?" Vraagt de oude man. Hij kijkt Merlin met een opgetrokken wenkbrauw aan. Merlin ontwijkt de blik van de man. "Als iemand dat gezien had."
"Wat? Nee, nee dat was ik niet!" Verdedigd Merlin zichzelf. Gaius kijkt hem vol ongeloof aan, maar dan glijdt zijn blik naar mij. Gaius staat op uit het bed en loop naar de deur.
"Wie zijn jullie?" Vraagt hij. Hij duwt de deur dicht en loopt dan naar de tafel en gaat op een stoel zitten.
"Oh, ik heb een brief!" Zegt Merlin. Hij zet zijn tassen op de grond en doorzoekt ze op zoek naar de brief van onze moeder. Uiteindelijk vind hij het dubelgevouwen papier en overhandigt hij het aan Gaius. Gaius neemt hem aan, maar opent hem niet. "Ik ben Merlin." Zegt hij dan.
"Oh, jullie zijn de kinderen van Hunith!" Roept hij dan. Hij staat weer op van de stoel en loopt op mij af. "Dan moet jij Merida zijn, niet waar?" Ik knik. "Heb jij dat bed dan verschoven?" Ik schud snel mijn hoofd.
"Ik ben zo magieloos als maar kan." Zeg ik.
"Dus, Merlin, waarom loog je dan tegen mij?" Vraagt de oude man. Merlin wil wat zeggen, maar Gaius is hem voor. "En waag het niet om weer een leugen te vertellen, jullie moeder heeft me alles vertelt." Merlin sluit dan verslagen zijn mond. "Dus, jongen, vertel me, hoe kom je aan deze krachten?"
"Ik ben er mee geboren, meneer." Zegt Merlin dan. Gaius trekt zijn wenkbrauwen op.
"Geboren? Dat kan niet. En jij bent helemaal magieloos?" Hij wenkt naar mij, en knik. "Merkwaardig. Wacht, jullie zouden toch pas woensdag komen?"
"Uhm, het is woensdag, meneer." Zeg ik. Nu zet ik ook mijn tassen op de grond.
"Oh, wat onbeleefd van mij." Zegt Gaius dan. "Ik zal jullie naar jullie kamer brengen." Hij staat op en pakt mijn tassen op.
"Kamer?" Vraagt Merlin dan.
"Dit mag dan wel een kasteel zijn, dat betekend niet dat jullie alle luxe hebben. Er zijn maar een beperkt aantal kamers bruikbaar, en jullie zouden er dus één moeten delen. Dat zou geen probleem moeten zijn, toch?"
"Nee hoor." Bromt Merlin. We lopen een kleine trap op en lopen dan een best ruime kamer binnen. Aan beide zijdes staat een bed. Gaius zet mijn spullen op het linker bed.
"Dank u wel." Zeg ik. De kamer is verlicht door kaarsen. Het is buiten al donkerder geworden. De nacht is gevallen en het is overduidelijker stiller op de binnenplaats.
"Merlin, wees niet bang. Ik ben hier om je te helpen, jouw geheim is veilig." Gaius glimlacht nog even naar ons, en verlaat dan de kamer.
"Eindelijk in Camelot." Zeg ik. Ik staar naar buiten en kijk toe hoe de wachters eindelijk het lichaam van de arme boer weghalen. Ik schud mijn hoofd en begin mijn tassen uit te pakken. Merlin daarentegen heeft zijn tassen op de grond gepleurt en is languit op zijn bed gaan liggen.
"We moeten dan jammer genoeg weer een kamer delen, de bedden zijn in ieder geval véél comfortabeler dan thuis." Zegt hij, en draait zich op zijn zij. Al snel hoor ik dat zijn adem verzwaard en heb ik door dat hij dus in slaap is gevallen. Ik kleed me om in mijn nachtkleding, doof de kaarsen, en ga dan ook in mijn bed liggen. Het is inderdaad veel comfortabeler dan mijn oude bedje. Met een glimlach op mijn gezicht val ik uiteindelijk ook in een diepe slaap.
Ik ben eerder wakker geworden dan Merlin, dus nadat ik me had omgekleed, had ik besloten om maar zijn spullen in orde te maken, voordat ik dagenlang tegen zijn zielige hoopje spullen op moest kijken. Als ik halverwege ben, schrikt hij opeens op, en zit hij rechtop in bed.
"Goedemorgen Merlin." Zeg ik. "Ik heb je kleding al klaar gelegd."
"Hoor jij dat ook?" Vraagt hij dan. Ik stop met het opvouwen van zijn kleding en ik kijk hem bezorgd aan.
"Wat moet ik horen?" Vraag ik.
"Iemand fluistert mijn naam." Zegt hij. Hij krabt even op zijn hoofd en hij gaapt en rekt zich uit.
"Sorry Merlin, ik hoor niks." Zeg ik. "Hier is je kleding." Ik pak zijn hoopje kleding en gooi het naar hem toe, waarna ik op sta en mijn rok recht strijk. Ik stap de kamer uit en ga bij Gaius aan tafel zitten. Hij schept wat eieren voor me op en vraagt of ik lekker geslapen heb. We praten even met elkaar tot Merlin eindelijk de slaapkamer uit komt lopen.
"Eindelijk wakker?" Vraagt Gaius. Merlin rolt met zijn ogen en wil aan tafel zitten, maar dan schopt Gaius per ongeluk een emmer water om. Merlin laat de emmer en het water een paar seconden in de lucht hangen, maar laat het dan op de grond vallen. Ik eet gewoon door, maar Gaius kijkt hem geïntresseerd aan.
"Magie zonder spreuken, interessant." Zegt Gaius, en hij draait zich om en loop naar zijn werkplek. Nadat Merlin ook eindelijk zijn ontbijt opgegeten heeft, komt Gaius naar ons toe met een handvol drankjes. "Zouden jullie deze rond willen brengen, alsjeblieft." We knikken, en nadat we alles hadden afgeleverd, struimen we de binnenplaats op. Een jongeman loopt rond met een groot, rond doelwit op zijn rug, gemaakt van hout. De jongeman blijkt een dienaar te zijn als we de andere jongemannen spotten die om hem heen hangen. Ze dragen allemaal een soort harnas, en ze hebben messen vast. De duidelijke leider van de groep heeft weelderig blond haar en zeeblauwe ogen. Hij is erg knap, en ik heb niet door dat ik naar hem stond te staren, tot Merlin zijn hand voor mijn ogen liet zweven.
"Hey, aarde aan Merida. Alles goed?" Ik knik.
"Ja hoor, ik was gewoon aan het kijken." De knappe jongen en zijn volgelingen gooien messen op de dienaar, die uiteindelijk het doelwit niet meer kan dragen en hem op de grond laat vallen. Ze roepen wat naar hem, maar we staan te ver om het te horen. Het doelwit rolt onze kant op. Merlin houdt het doelwit tegen en roept: "Hey, stop! Zo is het genoeg!" De jongen en zijn groepje lopen op ons af.
"Wat?" Vraagt de jongen vol ongeloof. Ik sta een stapje achter Merlin. De jongen kijkt Merlin minachtend aan, maar dan glijdt zijn blik van Merlin naar mij. Hij glimlacht naar me en knipoogt naar me. Ik voel het bloed naar mijn wangen stijgen en glimlach verlegen terug.
"Kom op, je hebt je pleziertje gehad, vriend." Zegt Merlin dan. Dit verbreekt ons oogcontact en de blonde jongen kijkt Merlin weer aan.
"Ken ik jou?" Vraagt hij.
"Ik ben Merlin."
"Dus ik ken je niet."
"Nee."
"Maar toch noemde je me net je 'vriend', correct?" Merlin draait zich om naar mij, maar ik kijk nog steeds naar de knappe jongen, die nu een zelfverzekerde glimlach op zijn gezicht heeft.
"Mijn fout." Zegt Merlin dan.
"Ja, dat dacht ik al." De jongen kijkt me nog even aan, en draait zich dan om.
"Mijn fout, want ik zou nooit een vriend hebben die zo'n sukkel zou zijn." De jongen stopt met lopen en draait zich weer terug naar Merlin. De mannen rondom de blonde jongen trekken verbaasd hun wenkbrauwen op.
"Ik zou niet zo stom zijn. Vertel me Merlin, weet je hoe je op je knieën moet lopen?" Vraagt de blond jongen.
"Nee."
"Zal ik je helpen?" Vraagt de blonde jongen met een sarcastische ondertoon. Merlin lacht zachtjes.
"Dat zou ik niet doen als ik jou was." Zegt Merlin, waarop de blonde jongen begint te lachen.
"Waarom niet? Wat zou jij mij aan kunnen doen?"
"Oh, je hebt geen idee."Zegt Merlin. Ik trek aan de mouw van Merlin.
"Merlin, niet doen." Zeg ik zachtjes, voordat hij iets stoms gaat doen.
"Oh, je hebt ook nog eens hulp van je vriendinnetje nodig." Zegt de blonde jongen.
"Ik ben niet zijn..."
"Hier, ga je gang, kom maar." Gaat de jongen verder. Hij opent zijn armen en geeft Merlin een open schot. De jongen is nog steeds zelfverzekerd en duidelijk niet bang voor Merlin, maar ja, wie wel? Merlin is een lange, magere jonge met geen greintje spierballen. De blonde jongen daarentegen heeft een grote spiermassa, nou ja, overal. Merlin gaat de uitdaging aan en wil de blonde jongen slaan, maar hij wordt makkelijk onderschept en hij heeft Merlin meteen in de houd greep.
"Nu zal ik je in de gevangenis gooien." Zegt hij.
"Wie denk je wel dat je bent, de koning?" Vraagt Merlin, als hij een zwakke poging doet tot tegenstribbeling.
"Nee, ik ben zijn zoon, Arthur." Zegt de blonde jongen. Hij duwt Merlin voor zich uit en ik ren achter ze aan.
"Prins Arthur." Zeg ik. Arthur kijkt me van opzij aan als ik naast hem ga lopen. "Alstublieft, vergeef mijn broer deze ene keer. Hij zegt altijd dingen voordat hij nadenkt, waardoor hij vaak in de problemen komt."
"Het spijt me, maar ik moet hem straffen, misschien denkt hij dan vervolgens wél na als hij weer besluit tegen me te praten." Zegt Arthur.
"Dat begrijp ik, prins Arthur, maar zou u hem alstublieft dan anders willen straffen, in plaats van hem in de gevangenis te gooien?" Arthur denkt even na.
"Omdat je het zo lief vraagt zal ik hem voor een paar uur vastmaken aan het blok en mogen de bewoners van Camelot rot fruit naar hem gooien, goed?"
"Dat is perfect! Dan kan ik hem zelf ook bekogelen." Zeg ik met een glimlach.
"Hey!" Protesteert Merlin, maar Arthur houdt hem nog wat strakker vast, waardoor hij snel zijn mond weer dicht houdt.
Als Arthur hem eindelijk heeft vast gemaakt gooien we wat fruit naar hem. Ik raak hem recht op voorhoofd.
"Je kan goed richten." Zegt Arthur.
"Dank u wel." Zeg ik met een glimlach. Als ik uitgegooid ben loop ik naar Merlin toe.
"Ik haat hem." Zegt Merlin, en hij kijkt boos naar Arthur, die een paar meter verderop met een paar dorpelingen staat te praten.
"Ik mag hem wel." Zeg ik.
Als Merlin eindelijk is vrijgelaten en hij een lange tijd in bad heeft gezeten, komt hij bij mij en Gaius aan tafel zitten. Gaius en ik zijn al bijna klaar met eten.
"Dus ik zoek morgen het boek voor je, zodat je je een beetje in kan lezen, maar de lessen beginnen volgende week." Zegt Gaius. Ik knik.
"Lessen?" Vraagt Merlin met zijn mond vol.
"Ja, ik wordt de student van Gaius!" Zeg ik blij, maar Merlin begint te lachen, waardoor hij bijna in zijn eten stikt.
"Jij? Een hofarts?" Merlin slaat met zijn hand op de tafel, maar Gaius en ik kijken hem boos aan.
"Ik zou maar niet te hard lachen, Merlin." Zegt Gaius dan, waardoor Merlin langzaamaan stil wordt. "Jij bent erg uniek, en verpest je gave niet door al op je tweede dag in Camelot te worden opgehangen. Blijf uit de buurt van prins Arthur, voor je eigen bestwil." Gaius kijkt hem strak aan, maar Merlin wuift het weg.
"Ik had die Arthur makkelijk aangekund." Zei Merlin. "Ik kon er niet tegen dat hij andere mensen belachelijk aan het maken was." Ik rol met mijn ogen en stop mijn laatste stukje vlees in mijn mond. Merlin merkt het. "Ja, rol je ogen maar naar me, ik deed ten minste wat. Het enige wat jij deed was flirten met hem."
"Wat? Helemaal niet!" Protesteer ik, maar ik voel het bloed naar mijn wangen stijgen.
"Jongens, jongens, houd toch eens op met jullie gekibbel." Komt Gaius tussen beide. "Merlin, als je klaar bent met eten moeten jullie even dit drankje naar Lady Helen brengen. Het is voor haar stem."
"Lady Helen?" Vraagt Merlin.
"Lady Helen komt zingen, voor de koning. Er wordt gezegd dat ze een stem van een engel heeft." Zeg ik. "En Gaius, ik kan toch ook zelf gaan? Waarom moet Merlin mee?" Gaius zucht.
"Merida, het is al laat, en zelfs dit kasteel is onveilig na zonsondergang. Aan Merlin zal je niet veel hebben, maar je bent altijd veiliger met z'n tweeën."
"Hé!" Roept Merlin verontwaardigt.
"Dat is waar." Zeg ik dan. Als Merlin zijn eten op heeft, pak ik het flesje van de tafel en verlaten we de kamer. We dwalen een tijdje door de grote gangen van het oude kasteel, en uiteindelijk komen we aan bij de kamer van Lady Helen. Merlin klopt op de deur, maar niemand reageert, dus ik open de deur en stap naar binnen.
"Ze is er niet." Zeg ik.
"Ja, dat zie ik ook wel." Zegt Merlin. We lopen naar haar bureau en ik zet het blauwe drankje op haar bureau.
"Kom, we gaan." Zeg ik, maar Merlin is tussen haar spullen aan het zoeken.
"Moet je kijken, een pop van stro, raar. En wat is dit voor boek?" Merlin wil hem net open gooien, maar dan horen we de deur kraken. Snel gooit hij alles terug op de plek waar hij het gevonden had. De deur gaat open, en Lady Helen verschijnt in de deur opening.
"Wie zijn jullie?" Vraagt ze verbaasd. Ze kijkt Merlin achterdochtig aan. Ik schraap mijn keel.
"Lady Helen, ik ben Merida. Ik ben de student van de hofarts. Hij heeft me naar uw kamer gestuurd om een drankje af te leveren, voor uw stem.
"Oh, dat is erg attent. Bedankt." Ik buig voor haar, wenk Merlin, en samen verlaten we het vertrek van Lady Helen.
"Er is iets met haar, maar kan het niet helemaal plaatsten." Zegt Merlin, en hij krabt op zijn hoofd. Ik wuif het weg.
"Er is niks mis met haar, je hebt waarschijnlijk nog last van je hoofd door die klap van Arthur." Ik lach zachtjes, en Merlin stuurt me een doodse blik. Als we weer aankomen bij de kamer van Gaius, zeg ik dat ik naar bed ga. Merlin blijft nog praten met Gaius. Als ik in bed lig hoor hoe Merlin hem over magie vraagt. Gaius zegt dat koning Uther het twintig jaar geleden heeft verbannen. Als voorbeeld noemt hij ook nog dat de laatste levende draak zit opgesloten onder dit kasteel. Ik huiver, trek mijn deken iets dichter naar me toe, en niet veel later val ik in slaap.
De volgende ochten loop ik met een booschappen lijstje en Merlin aan mijn zijde door de straten van Camelot. Voordat we iets konden kopen, lopen we Arthur weer tegen het lijf.
"Negeer ze." Sis ik Merlin toe, en deze keer rolt hij zijn ogen naar mij toe.
"Hey, Merlin, was het toch? Heb je genoten van je tijd gister?" Ik loop stug door. Arthur mag dan wel ontzetten knap zijn, hij had Merlin niet aan hoeven spreken vandaag. "Awh, kom op, heb ik je afgeschrikt?" Arthur staat nu voor ons en hij kijkt ons aan met zijn hoofd schuin gedraaid. De zon schijnt precies op hem waardoor zijn haar goud lijkt en zijn blauwe ogen glinsteren.
"Kijk, ik heb je al een sukkel genoemd." Zegt Merlin dan, die zijn mond niet dicht kan houden. Ik zucht. "Ik wist alleen niet dat je een koninklijke sukkel was." Arthur trekt zijn wenkbrauwen op in verbazing.
"Ik zou oppassen als ik jou was, Merlin. Ik train al sinds geboorte om te doden." Waarschuwt Arthur, maar Merlin lacht er om.
"Zo zo." Zegt Merlin. Hij draai zich naar mij. "Hoor je dat, echt indrukwekkend hoor." Ik schud afkeuren mijn hoofd, maar Merlin heeft zijn aandacht weer op Arthur gericht. "En hoe lang train je al om een sukkel te zijn?"
"Zo kan je niet tegen me praten!" Roept Arthur boos uit.
"Oh, het spijt me. Hoe lang train je al om een sukkel te zijn, sire?" Merlin buigt sarcastisch voor Arthur. Arthur pakt twee stukken hout en gooit er één voor de voeten van Merlin.
"Als je denkt dat je zo dapper bent, aanvaard je mijn uitdaging." Merlin pakt het stuk hout op, en voordat hij hem goed vast heeft, valt Arthur al aan. Dit kan niet goed gaan. Merlin heeft een grote mond, maar dat is ook het enige waar hij zich mee kan verdedigen, hij kan totaal niet vechten. Het gevecht bestaat ongeveer uit Arthur die aanvalt, en Merlin die ontwijkt. Uiteindelijk zie ik Merlin wat fluisteren, waarna hij weg komt. Ik kijk hem met open mond aan. Magie gebruiken, recht in het gezicht van de prins? Arthur blijkt niks door te hebben. Het lijkt alsof Merlin aan het winnen is, maar dan kijkt hij richting het kasteel. Ik volg zijn blik, en zie Gaius voor een raam staan. Arthur neemt gebruik van de tijd, en gooit Merlin op de grond.
"Er is iets aan de hand met jou, Merlin, maar ik kan mijn vinger er maar niet op leggen." Arthur stapt dan over Merlin heen. "Succes met hem." Zegt hij tegen mij als hij langs me loopt, en hij glimlach naar me. Ik glimlach terug, en dan snel ik me naar Merlin. Kreunend probeert hij op te staan, en ik ondersteun hem als ik we teruglopen naar het kasteel. Als we aankomen bij de kamer van Gaius, zet ik Merlin op een stoel.
"Kom, we moeten iets aan je wonden doen." Zeg ik, maar voordat ik iets kan doen stormt Gaius woedend het vertrek binnen.
"Hoe kan je zo stom zijn, Merlin?" Roept hij uit.
"Arthur moest op zijn plek gezet worden!" Roept Merlin verdedigend terug.
"En waarom moest jij die persoon zijn om dat te doen? Juist jij moet je gedeisd houden! En maak nooit meer gebruik van magie in het openbaar!" Merlin is nu ook boos. Hij springt op en slaat beide handen op de tafel, waardoor ik van schrik naar achter spring.
"Ik ga nog liever dood dan dat ik mijn magie niet mag gebruiken!" Roept hij uit, waarna hij de stoel om trapt en onze kamer in rent. Ik zet de stoel weer recht op. Gaius zucht en gaat dan op het bankje zitten.
"Hij moet even afkoelen, hij komt zo wel weer bij zinnen." Zeg ik tegen Gaius, die bevestigend knikt. "Oh, Gaius, het spijt me zo! Door dit voorgeval hebben we helemaal geen boodschappen kunnen doen!" Gaius wuift het weg.
"Oh, dat maakt niet uit, mijn kind. Koning Uther heeft ons uitgenodigd om bij het feestmaal aanwezig te zijn morgen, dus we hebben nog geen eten nodig."
"Oh, wat leuk!" Roep ik uit. "Dus dan kunnen we ook Lady Helen horen zingen." Gaius knikt. We praten wat verder, en na een tijdje komt Merlin met gebogen hoofd onze kamer uitlopen.
"Het spijt me Gaius." Zegt Merlin. "Het is gewoon,"
"Ik begrijp het." Zegt Gaius. "Kom nu maar zitten zodat we je wonden kunnen helen."
De volgende dag vertrekken we eindelijk naar het feest. Ik heb de hele dag in het medicijnen boek zitten lezen, en Merlin moest wat dingen afleveren van Gaius. Toen ik vanmorgen wakker werd zat Merlin al recht op in bed, wat ik vreemd vond, maar toen ik naar vroeg zei hij dat het niks was. Als we uiteindelijk de grote hal binnenlopen zie ik koning Uther meteen zitten, in het midden van de grote tafel. Naast hem zit Lady Helen. Koning Uther wijst ergens naar, en als ik zijn vinger volg zie ik dat hij naar Arthur wijst.
"Uhm, ik blijf wel een beetje in de schaduwen." Zegt Merlin als ook hij prins Arthur ziet zitten. Dan komt een bloedmooie vrouw binnen lopen.
"Wauw." Zegt Merlin achter me.
"Dat is Lady Morgana." Zegt Gaius tegen me. "De pupil van de koning." Het dienaar meisje van Lady Morgana komt op ons af en begint te praten met Merlin. Ik denk dat ze elkaar vandaag ontmoet hebben terwijl Merlin zijn medicijnen aan het leveren was.
"Lady Morgana is geboren om koningin te worden, denk je ook niet?" Zegt het dienstmeisje.
"Nou, ik weet het niet." Zegt Merlin. "Ik denk niet dat Arthur de goede keuze voor haar is." Door die opmerking moet ik zachtjes lachen, maar ik bemoei me niet met het gesprek.
"Ja, maar wie wil er nou wel met Arthur trouwen?" Vraagt ze, waarop ze beide lachen. Merlin geeft me een zachte stomp op mijn schouder.
"Ik denk niet dat mijn zus hier dat erg zou vinden." Het diensmeisje kijkt me aan met opgetrokken wenkbrauwen.
"Volgensmij kennen we elkaar niet. Ik ben Guinevere, maar de meeste noemen me Gwen." Zegt ze, en ze steekt haar hand uit.
"Ik ben Merida." Zeg ik als ik haar hand schud. "De betere helft van de tweeling." Merlin wil er op in gaan, maar dan kondigt koning Uther de zangeres aan. Iedereen gaat er goed voor zitten of staan. De meeste zitten, maar Gaius, Gwen, Merlin en ik staan, samen met nog een paar mensen, maar we staan iets achter de tafel van de koning, dus we kunnen alles prima zien. Als ze haar mond opendoet komt er een prachtige stem uit. Iedereen luistert er naar, maar als Lady Helen op de tafel af komt lopen, valt iedereen langzaam aan in slaap. Ik voel mijn oogleden ook zwaar worden, en naast me valt Gaius op de grond.
"Bedek je oren!" Roept Merlin tegen me, en snel plaats ik mijn handen naast mijn oren. Iedereen is al in slaap gevallen. De kamer wordt donkerder, waardoor we ons in meer schaduw bevinden, en er verschijnen allemaal spinnenwebben en stof. Lady Helen is nu aangekomen bij de tafel en zingt steeds harder en harder, waardoor ik mijn handen strak tegen mijn oren moet klemmen. Ze loopt naar Arthur en haalt een mes tevoorschijn. Mijn ogen worden groot van schrik en ik kijk Merlin in paniek aan. Ik zie dat hij wat aan het fluisteren is, en dan klinkt er een hard geluid. De kroonluchter is afgebroken en valt boven op Lady Helen. Ze stopt abrupt met zingen en langzaam wordt iedereen weer wakker. Lady Helen is veranderd in de oude vrouw die we een paar dagen geleden op de binnenplaats hebben gezien. Ik deins iets achteruit, en koning Uther kijkt haar vol afschuw aan. Ik zie het leven uit haar stromen, maar met haar laatste kracht gooit ze het mes richting Arthur. Voordat ik door heb wat er gebeurd, heeft Merlin Arthur vast gepakt en hem uit de baan van het mes getrokken. Ze staan beide voor me, en Arthur lijkt verbaasd dat Merlin zijn leven heeft gered.
"Je hebt mijn zoon gered!" Zegt Uther. "Ik kan je hier niet genoeg voor bedanken." Zegt de koning. Arthur is ondertussen opgestaan en ik help Merlin omhoog, hij heeft nog steeds last van zijn wond op zijn been. "Als uiting van mijn danbaarheid zal ik je de dienaar van prins Arthur maken!" Zegt Uther dan. Arthur en Merlin kijken elkaar vol afschuw aan en ik grinnik zachtjes. Arthur loop snel weg en ik sla mijn arm om de schouder van Merlin.
"Zo snel kom je niet van hem af, broer."
Reageer (4)
verder!!!!!!!
8 jaar geledenzo leuk!!!
Verderrrrrrrr
9 jaar geledenOh wauw, dit is echt super! Er mogen wel meer Merlin verhalen komen!
9 jaar geledenSnel verder, mijn abo heb je!
Wow dit is echt geweldig! Snel verder xx
9 jaar geleden