De banden van mijn reistas sneden zachtjes in het weke vlees van mijn rechterschouder. Een zweem van pijn die om een of andere reden geruststellend op me overkwam. Al snel had mijn blik het witte bord teruggevonden waarop de naam "Chloë Evans", prijkte. Ik had erop aangedrongen mijn echte naam ditmaal te kunnen gebruiken, misschien omdat ik Gabrielle Derente, Lucy Grevins en Hebe Snyder beu was: holle namen zonder enige betekenis voor me. Misschien omdat ik het vluchten, het eeuwige onderduiken voorbij gestreefd was. Misschien omdat ik mijn nieuwe toekomst met mijn echte naam wou bezegelen.

"Ms. Evans?", vroeg de zongebruinde man achter de Ray Ban, met een vleugje van een Italiaans accent. Ik knikte hem strak toe. Geen reden om iets meer dan droge beleefdheid toe te kennen aan de speeltjes van The Institute. "Welkom in Venezia . Ik hoop dat uw reis hierheen u behaagd heeft."
"Zeker. Al kon het gezelschap beter."
Nu was het zijn beurt om me met een knikje van antwoord te dienen.
"Het thuiskantoor liet me weten dat ik hier mijn nieuwe opdracht zou ontvangen", zei ik dus maar, terwijl ik in mijn tas naar mijn zonnebril zocht om me tegen de verblindende zonnestralen te beschermen. Mopperend bedacht ik dat Italië op het vlak van eerste indrukken niet echt denderend scoorde in mijn ranglijst. 'Het gaat ook niet om jouw comfort, Chloë, vergeet dat niet, vergeet dat nooit", fluisterde een stem in mijn achterhoofd. "Misschien kan u me meer dan vage antwoorden verschaffen?"
"Alles wat je zou willen weten bevindt zich in deze map", knikte hij, zijn stem zakelijk en afstandelijk. "Ik zal je persoonlijk naar je nieuwe school brengen en optreden als ouderlijk toezicht..."
"Je naam?", onderbrak ik hem, al wist ik dat ik niet meer dan een leugen voorgeschoteld zou krijgen. Maar wat is een naam? Wat betekent een identiteit anders? Een verzameling klanken die iemand je ooit toebedeeld heeft, nillens willens. Een vertrouwde serie klinkers en medeklinkers die je als een schild met je meedraagt tijdens je leven om hem vervolgens na je dood een laatste keer met de wind te laten meedragen, als laatste der sporen van je nutteloze bestaan te laten uitwissen.
"Ludowic Evans, tot uw dienst", grijnsde hij meesmuilend. "Of dat is toch de naam die jij mag gebruiken, dochter."

Ik schudde mijn hoofd afkeurend. Van alle 'vaderlijke figuren' die ik in mijn carrière al gekend heb was hij toch wel het dieptepunt. Als ik op zijn huidskleur mocht afgaan, was hij Amerikaans. Zijn accent en gebruinde tint vertelden me dat hij hier al enkele maanden langer was dan mij, hoogstwaarschijnlijk om onze cover goed te kunnen voorbereiden. Ik kon enkel hopen dat deze jonge dwaas zich goed van zijn werk gekweten had.
"Heads-up?", vroeg ik dus maar, vastbesloten deze jongeling mijn twijfels nog niet te tonen.
"Castor is een dag geleden aangekomen. Hij heeft zich in een chalet geïnstalleerd, met een drietal vrienden, twee meisjes en een jongen. Het bestuur vraagt dat je hem pas op de eerste schooldag benadert, door je eerst binnen zijn vriendenkring te werken. Volgens mijn onderzoek zou Lyanna, één van de meisjes de zwakste schakel zijn. Begin dus met haar. Alle info over Castor en zijn vrienden vind je terug in de map. We verwachten dat je hem vanavond doorneemt. Bereid je nauwkeurig voor", sprak hij me waarschuwend toe. Alsof dit niet was waar ik me mijn hele leven al voorbereidde.

"Maak je geen zorgen, vader", glimlachte ik plichtsgetrouw. Hij knikte me enigszins verbaasd maar ook tevreden toe. "Ze zeiden me al dat je één van de beste was."
Ik knikte hem beleefd toe. Mijn normale leeftijdsgenootjes zouden dankbaar zijn voor dit "compliment", maar op mij kwam het enkel over als de waarheid. Ik was nu eenmaal de beste van mijn team. In het zwaardvechten overtrof ik zelfs mijn trainer, Mr. Robrex, in karate had ik al bijna vijf jaar mijn zwarte band. Ik had al drie missies ondernomen - steeds loos alarm. Ik kende mijn vak, ik was erin geboren. Nu hoopte ik enkel dat dit het einde was, dat ik er niet in zou moeten sterven.
"En de school?", leidde ik hem van het onderwerp af. "Een alledaags internaat. Ze beroepen zichzelf op 'voortreffelijk' onderwijs en achten zichzelf de beste op vlak van wetenschappen."
"Doen ze dat niet allemaal", glimlachte ik wrang. Ik bereidde mezelf weer voor op nutteloze lessen Engels, wiskunde, fysica... Over steeds weer dezelfde onderwerpen die ik al ontelbaar vaak onderwezen had gekregen: 'thuis' in Manhattan, op missie in Frankrijk, in Rusland, in Mexico...
"Wat je zegt", beaamde Ludowic en ik kreeg warempel het gevoel dat mijn 'vader' een soort bewondering voor me begon te koesteren. Een lichte 'tsssk', ging door mijn hoofd: het zou bijzonder onprofessioneel van hem zijn als hij me nu echt genegenheid zou toedragen.

"Geen noemenswaardige bewaking. Vier verschillende verblijfplaatsen voor buitenlandse studenten, het grootste deel van de lessen wordt in het Engels gegeven. We hebben voorzien dat je in dezelfde klas geplaatst werd als Castor."
Ik knikte. "De overige informatie vind je ook terug in de map", voegde Ludowic nog toe met een vaag handgebaar naar de map in mijn handen.
We stonden nu al even stil voor een witte Fiat . Ik knikte in de richting van een zilveren Alfa Romeo. "Gaan we nu nog naar onze auto of blijven we hier staan tot Castor zelf ons komt ophalen?"
Hij hield zijn gezicht in de plooi. "Ga maar", glimlachte hij en gebaarde nogmaals naar de Fiat. Ik rolde met mijn ogen, onwillig om zijn spel mee te spelen. Wederom schoot het door mijn hoofd dat deze man nog niet lang in dienst van The Institute kon zijn. Nog zo'n streek en ik zou contact opnemen met het Hoofdkantoor. Ik kon mijn missie toch niet in het water laten vallen door een groentje?!
Stijfjes liep ik de Fiat voorbij, een Mercedes en een Ferrari. Bij de Alfa Romeo hield ik halt. "De sleutels zouden handig zijn", sneerde ik. Hij volgde me, zichtbaar teleurgesteld. "Ik dacht wel al dat je de test zou doorstaan", mompelde hij, zoekend in zijn achterzak naar de autosleutel. "Maar zeg op, hoe wist je het?"

Ik zuchtte. "Door te kijken. Die Fiat is overduidelijk een gezinswagen. Als we een gezin zouden moeten spelen, zou je me dat wel al gezegd hebben. En wat moeten een alleenstaande vader en zijn dochter met zo'n grote wagen? De Mercedes is te opvallend in Italië, te buitenlands. En een Ferrari met een bumpersticker met "Angelica"? Ik denk niet dat die bij Chloë en Ludowic Evans hoort. Tenzij ik een zusje bezit waar ik nog niets over weet. Dus ja, dan blijft de Alfa Romeo over. Kunnen we nu gaan?"
Hij kneep zijn ogen tot spleetjes en keek me lang aan. "Hemel, je bent het prototype van The Insitite."
Ik knikte. "Verrassing. Je bent in het hol van de leeuw terecht gekomen. Ik vrees dat er geen weg terug is. Dus... Geen spelletjes meer."
Met één soepele beweging griste ik de sleutels uit zijn handen en ontsloot de wagen. Ik plofte op mijn passagiersstoel en legde de sleutelbos braafjes op die van de bestuurder.
"Kom je nog, 'Wic?", zong ik zachtjes.
Hij slikte hoorbaar.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen