Yassen
Yassen is haar mentor, maar ze wordt er hopeloos verliefd op. Iets wat absoluut niet goed is in deze sector.
Volg hier haar gevoelens en gedachtes.
1 Vreemde gedachtes
In de gym waren er niet zo veel mensen. Misschien een of twee vrouwen en drie mannen. Maar de ruimte was groot genoeg zodat wij een hoekje voor ons alleen hadden. Ik zette me neer op een comfortabele stoel en John begon direct aan de loopband om de hoek. Yassen daarentegen nam de gewichten op die voor mijn voeten lagen. Hij keek me even aan. Ik had geen idee of het nu vragend was of iets anders. Maar ik negeerde het en pakte mijn boek vast. De volgende keer dat ik opkeek stond Yassen een beetje verder zijn armspieren te trainen. Nu ik zo naar hem keek viel me zijn gespierde lichaam op, zijn conditie, de kalmte die hij uitstraalde. Ook zijn gezicht was eigenlijk heel knap, en zijn haren lagen perfect. Ik keek hoe hij de gewichten op en neer tilden. De spieren waren mooi afgetekend, ook aan zijn borst en buik. Hij droeg een wit shirt en er rolde een druppel zweet op zijn blote schouders. Hij had door dat ik naar hem keek en zijn heldere ogen gleden even over mijn gezicht. Ineens werd ik helemaal warm vanbinnen en ik voelde dat ik bloosde. Ik haastte me om mijn boek terug open te slaan en durfde de volgende vijf minuten niet meer op te kijken, bang dat hij dacht dat ik hem zat te begluren. Het lezen lukte me maar niet; mijn ogen gleden wel soepel over de woorden maar mijn gedachten konden er geen betekenis aan toekennen. Ik kreeg het beeld van Yassen niet meer uit mijn hoofd, en ik voelde me echt raar.
2 Een droom, werkelijk
“Illeana, doe open.” Er werd zacht op de deur geklopt. Yassen stond met zijn hoofd tegen de deur geleund. Ik wist dat gewoon. En ik voelde ook gewoon waarom hij hier was. Behoedzaam zette ik mijn stappen naar de deur. Ik ademde kort in en uit en deed toen de deur open. Yassen was netjes gekleed. Een wit hemd dat vanboven openstond en een jeansbroek. Hij stond, hoe kan het ook anders, met veel zelfvertrouwen in mijn deur. Even, echt maar een seconde, zag ik iets in zijn grijsblauwe ogen. Was het verlangen, of was het gewoon emotie in het algemeen?
Hij stapte binnen en legde zijn hand op mijn zij. “Wel, wel, kijk eens aan! Sinds wanneer nodig je mensen zo uit? Zoals je nu gekleed bent? Moest Tyler de voor de deur staan, hij zou zijn handen niet van je kunnen afhouden!” Hij grijnsde. Ik ook. “Jij blijkbaar ook niet.”
“Heb je daar problemen mee?” Ik schudde mijn hoofd en …
“Hé slaapkop, word eens wakker.”
Het was John die me wekte. Maar tot mijn verbazing zag ik dat het nog donker buiten was. “Wat is dit? Hoe laat is het? Zeg! Waarom maak je me wakker om 3.15?” Ik was redelijk saggerijnig. “Het spijt me, maar ik wilde iets vragen…”
“En dat doe je ’s nachts?” John maakte een gebaar met zijn handen dat ik moest kalmeren. Normaal zou ik niet boos op hem durven zijn door de autoriteit die hij uitstraalt, maar nu had ik genoeg van hem verdragen. Eerst me lastig maken tot ik ‘fatsoenlijk’ vechten kan, me dan laten afzien en dan die preek tijdens het eten. Yassen had me gewaarschuwd.
“Hij is een gevaarlijk man, hij speelt geen spelletjes. Niemand doet dat hier, trouwens. En wat je ook doet, blijf hem met respect behandelen. Hij kan niet tegen respectloze mensen.”
Verontschuldigend luisterde ik naar hem. “Wat scheelt er?” vroeg ik beleefd. Of toch zo beleefd als ik kan zijn als je me ’s nachts wakker maakt.
“Dat wou ik jou vragen. Je lijkt afgeleid. En ik denk dat ik weet waardoor.”
“Oh ja?” daagde ik hem uit. Hij moest eens weten. “Ja,” hij zuchtte even. “Illeana, je kan NIET, en dan ook ABSOLUUT NIET verliefd worden op Yassen, begrepen?” Zijn donkerbruine ogen keken recht in mijn ziel. Wat moest ik nu doen? Ik was hopeloos!
“Sorry, maar ik denk dat het daar al te laat voor is.” fluisterde ik terwijl ik naar mijn bed overtrek keek. “En wat heb ik gezegd over gevoelens? Toon ze in geen geval! Nu, je zorgt maar dat je met je op hol geslagen tienermeisjeshoofd je kan concentreren! Ik weet wel dat je je gevoelens niet kunt onderdrukken,” hij stopte even om in gedachten te zinken, heel even maar, “maar toon ze in geen geval. Zorg zeker dat Yassen dit niet te weten komt. Als hij het al niet weet.” Met de nadruk op ‘als’. Hij stond op en verliet mijn kamer. Daar zat ik dan, verstrooid op mijn bed, met de tinteling nog op mijn lippen van Yassen. Yassen van mijn dromen.
Er zijn nog geen reacties.