Chapter 1.O23
Na de woorden van Burn bleef het akelig stil op het veld. Niemand zei iets, je kon een spelt horen vallen en een krekels geluid zou bijna pijn doen aan je horen, omdat het zo hard is. Ik deed alsof de woorden van Burn me niet deerde. Zonder iets te laten merken ben ik gewoon doorgelopen. Maar toch kwamen de woorden aan als messen die in me werden gestoken, wel honderden op hetzelfde moment. Cara stond aan het einde van de gang te wachten, ze had waarschijnlijk niets doorgekregen van wat Burn net allemaal tegen me heeft gezegd of eerder me heeft toegesnauwd. Ze was namelijk al binnen voordat hij begon met praten.
‘Oh, daar ben je. Ik vroeg me al af waar je bleef.’ Zonder nog een woord te zeggen liepen we verder richting de keuken. Daar aangekomen pakte ze een pak met ijs en wikkelde deze in een handdoek. De handdoek gaf ze aan mij. Ik legde de handdoek met het ijs voorzichtig tegen de rechterkant van mijn gezicht, waar ik mijn hoofd gevaarlijk voelde kloppen. Daar had ik waarschijnlijk de meeste en of hardste klappen van Burn gekregen. Cara had ondertussen een washandje gepakt en deze nat gemaakt. Ik had de kraan ergens nog horen lopen. Langzaam dipte ze het tegen mijn gezicht. Er zal wel bloed hebben gezeten dat ze weg heeft gehaald.
Na een half uurtje was ik terug in mijn kamer. Ik had de deur achter me gesloten en in het slot gedraaid. Ik kan me eerlijk gezegd niet meer herinneren dat ik Cara heb bedankt voor de hulp van net. Om heel eerlijk te zijn is alles als een waas aan me voorbij gegaan. Mijn gedachte waren overal behalve hier op aarde. Ik kon mijn hoofd nergens meer bijhouden en ik kon hierdoor niet meer helder nadenken. Dit kwam mede ook door de vreselijke hoofdpijn die ik heb overgehouden aan de klappen van Burn. Mijn hoofd bleef maar doorkloppen en ik zag steeds weer zwarte vlekken voor mijn ogen verschijnen als gevolg daarvan.
Ik liep regelrecht naar de badkamer en draaide de ijskoude douche open. Hopend dat dat ook zal helpen tegen de pijn die ik voel. Zonder me om te kleden stapte ik onder het ijskoude water. Het water hielp me ontspannen en hopelijk zou ook mijn hoofd hierdoor wat leger worden. Zouden mijn gedachte gaan rusten en zou ik rust hebben. Maar niets was minder waar. Mijn hoofd werd niet rustig. De stilte zorgde er enkel voor dat ik nog meer de kans had om erover na te denken. Ik liet me langs de muur naar beneden zakken, trok mijn knieën op, sloeg mijn armen om mijn knieën heen en liet mijn hoofd op mijn knieën rusten. Hoe kon hij dat nou allemaal zeggen. Nou, eigenlijk kon hij dat inderdaad zeggen. Ik bedoel kijk naar me. Ik ben kil, gemeen en koud. Logisch dat iedereen me haat of bang voor me is. Zelfs mijn eigen team. Dit werd alleen maar bevestigd omdat niemand uit het team iets zei na de woorden van Burn. Alles wat hij had gezegd is de waarheid. Ze haatte me, ze waren bang voor me. Ik was een niemand. Niemand zou me missen als ik weg was. Ik zorgde enkel voor problemen, waarvan de consequenties niet enkel voor mezelf waren. Het zou beter zijn als ik weg was, dan was iedereen van me af. Er was toch niemand die me nodig had.
Alles wat hij zei is de waarheid en dat weet ik zelf maar al te goed, want ik dacht er vaker over. Maar waarom doet het nu dan toch zo’n pijn als ik de woorden uit de mond van Burn hoor komen?
Reageer (1)
Nawhh poor Gazel :'(
9 jaar geledenZo moet je niet denken!!
Echt niet!! Het komt allemaal wel weer goed uiteindelijk!!
*gives Gazel a hug*
Mooi geschreven!!
Snel verder en kudoo