Foto bij 13

Calum steekt zijn arm naar mij uit en giechelend grijp ik die vast. 'Dus we gaan nu iets eten en dan naar de cinema?' Calum knikt lief en ik lach bij. 'Maar ik zeg je niet waar we gaan eten.' ik trek mijn wenkbrauw op en schudt lachend mijn hoofd. Hij wilt mij verrassen, wat schattig. We wandelen naar zijn auto en hij houdt de deur voor mij open. 'Mevrouw.' lacht hij en knipoogt. Mijn wangen worden rood en ik kijk hem lief aan. 'Meneer.' en ik stap zijn auto in. Het is een tweedehands auto maar het is zo schattig. Ik zie ook dat hij zijn best gedaan heeft om zijn auto proper te maken en met parfum, of een of andere luchtverfrisser er in te spuiten en dat toont mij echt dat hij moeite voor mij wilt doen. Echt zo lief. Zelf stapt Calum in aan de bestuurderskant en kijkt mij heel lief aan, maar er staat een grijns op zijn gezicht. Hij is iets van plan. 'Doe je ogen even toe.' 'Waarom?' 'Omdat ik het zeg.' 'Moet dat?' 'Ja?' 'Waarom?' 'Omdat het leuk is.' ik draai lachend met mijn ogen en sluit ze dan maar. Ik hoor Calum in een zak rommelen en dan opeens niets meer. Dan voel ik een soort van stof voor mijn ogen en een gilletje ontsnapt uit mijn mond. Ik open mijn ogen en nog steeds is het zwart. 'Heb jij nu een blinddoek voor mijn ogen gedaan?' 'Ja.' 'Waarom?' 'Omdat ik wil dat het een verrassing blijft.' ik draai met mijn ogen ook al kan Calum het niet zien, maar toch zegt hij; 'Niet met je ogen draaien.' 'Hoe weet jij nou dat ik met mijn ogen zit te draaien?' 'Omdat je dat altijd doen als iets niet naar je gedachten is.' mijn wangen kleuren rood en een kusje wordt erop gedrukt. Daarna hoor ik dat Calum de auto start en ik probeer mee te denken welke weg we nemen, maar na een eind ben ik echt de weg kwijt en zit ik dus ook maar wat in de auto te wachten tot de auto eindelijk stopt. 'Zijn we er?' vraag ik ongeduldig want ik wil die blinddoek echt van mijn hoofdje. Ik grabbel naar de knoop in de blinddoek en snel grijpt Calum mijn polsen vast. 'Wat doe je nu?' vraag ik verbaasd en kijk in zijn richting, wel ik vermoed toch dat ik naar hem kijk. 'We zijn er nog niet.' 'Moet dit ding echt op mijn hoofd blijven tot we er zijn?' 'Ja.' een zucht ontsnapt weer uit mijn mond en ik blijf wachten tot Calum mij de auto uit helpt. Hij stapt de auto uit en opent mijn kant. 'Wanneer mag die stomme blinddoek nu af?' 'Als we er zijn.' 'Is het nog ver?' 'Ja nog heel ver.' We wandelen en wandelen en opeens bots ik tegen iets en kerm auw. Calum schiet in de lach en ik wil hem slaan. 'Jij moet ervoor zorgen dat ik nergens tegenloop!' 'Ik had die paal niet gezien!' 'Ja en ik zeker niet!' nog meer gelach klinkt uit Calums mond en ik giechel stiekem mee want het was best wel grappig. We wandelen nog een eindje verder en opeens gaan we een gebouw binnen. Eindelijk denk ik maar nee hoor we wandelen nog steeds. Ik hoor allerlei geluiden en ben er echt van overtuigd dat we in een restaurant zijn maar nog steeds wandelen en opeens zijn we weer in de buitenlucht. Ik snap er echt niets meer van en besluit om mij er maar bij neer te leggen dat Calum gewoon met mijn voeten aan het rammelen is. Calum houdt mij tegen en doet mijn blinddoek van voor mijn ogen. Ik moet toch wel even knipperen met mijn ogen om terug aan het licht te wennen en ik kijk rond. We staan in een soort van tuin waar in het midden een meer ligt en in het midden van dat meer een eilandje. Verbaasd kijk ik Calum aan en hij heeft een grijns op zijn gezicht. Hij begeleidt mij naar een bootje waarin iemand met roeispanen in zit. 'Meneer, mevrouw.' klinkt uit de mond van de man en Calum helpt mij het bootje in te stappen. Ik kijk rond en het zet er echt allemaal zo romantisch uit. We roeien naar het eiland waar de steiger bedekt is met een prachtige blauwe loper. Calum helpt mij opnieuw het bootje uit en lacht lief. 'Mevrouw Irwin.' 'Nog niet officieel.' bloos ik maar hij knipoogt. We wandelen door een boog en dan heb ik door dat op het eiland nog een restaurant is. 'Meneer en mevrouw Hood, volgt u mij maar.' een jonge vrouw begeleidt ons naar onze tafel en ik kijk Calum aan terwijl hij mij aan tafel helpt. 'We zijn blijkbaar meneer en mevrouw Hood vandaag.' mijn wangen krijgen een diep rode kleur. 'Al die verschillende namen vandaag.'

Reageer (1)

  • VeerleClifford

    Love it, maar zoeken haar ouders haar niet ofzo??

    9 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen