dit zijn de 2 volgende delen een volgens mij ook een 'echt volgend hoofdstuk. Het vorige was dus -rennen- dit is *zie titel*
Ik hoop dat het niet te cliché ofzo overkomt maar ja...

dit is goed getimed van mij ^^ een extra lang deel om mijn luiheid goed te maken en dat terwijl ik al die stukken a lang op voorhand had geschreven (NIET getypt !)
xxtwlw (the world's laziest writer)

-Problemen, een moeilijke start-
De volgende morgen word ik wakker van iets zwaar dat op mijn borstkas drukt.Ik probeer het weg te duwen, maar trek mijn hand geschrokken weg als ik iets zachts voel. Verbaasd doe ik mijn ogen open. “Yuuki?” zeg ik aarzelend. Ik wil haar niet wakker maken, ze ligt daar zo schattig! “Ja, maar ademhalen is niet levensnoodzakelijk hoor!” zegt een stem waarvan het sarcasme afdruipt. Ik zucht, voor zo ver dat dat gaat dan, er zat wel wat waarheid in wat de stem zei. Voorzichtig schud ik haar doorelkaar. In een flits schieten haar ogen open. Een brandende pijn schiet door mijn wang en ik schreeuw. Mijn vingertoppen gaan naar de bron van alle pijn. En ik voel iets warm, vochtig en plakkerig. Ze heeft me gekrabd!!!
Ik word wakker als iemand me door elkaar schud. Een bekende geur dringt mijn neus gaten binnen. ‘Mens!’: schiet er door me heen. En voor ik het goed en wel besef heb ik in paniek mijn nagel in zijn vel gekerfd. Dan pas herinner ik me wat er gisteren allemaal gebeurd is… “Zexion… Het spij- “Rot kat !!! Stom mormel!” Hij roept en tiert. Ik voel tranen opkomen. Dit was nooit mijn bedoeling! Terwijl tranen hun weg naar buiten vinden spring ik op. Ik duw hem aan de kant. En zo loop ik, verblind door de tranen, de straat op. Zijn woorden suizen door mijn hoofd. Na een tijdje blindelings straten in en uit rennen eindig ik in het park… waar Zexion me gevonden heeft. Weer komen er tranen in mijn ogen. Het lijkt best wel ironisch dat de plaats waar ‘alles’ begon ook de plaats is waar het eindigt. Ik zak door mijn knieën en begin te snikken. Als het dan ook nog begint te regenen kan ik niet langer zeggen of ik nog huil of het regen druppels zijn. Ik wist donders goed dat het dwaas was om hem te vertrouwen. Maar hij leek zo anders. “Rot kat!!!”klinkt er weer door mijn hoofd. “Wel wel wat hebben we hier?” klinkt het spottend. Verbaasd kijk ik op. “Mooie speeltjes als jij horen niet te huilen. Wat is het probleem ? Geen speelkameraadje gevonden?” De man komt alarmerend dichtbij, ik schuifel angstig achteruit. Modder besmeurt mijn geleende broek. “Kom maar hier dan zal ik met je spelen.” Lacht hij vals terwijl hij mijn polsen in zijn grote handen neemt. Mijn ogen worden groot. “Nee !” schreeuw ik terwijl ik begin te spartelen. Allemaal tevergeefs, natuurlijk de man is twee koppen groter dan ik zelf en ook veel breder. Dit is hopeloos, hij houdt me veel te stevig vast. Hij grijnst naar me terwijl ik voel hoe zijn ogen over mijn lichaam glijden. “Ik hou wel van een beetje pit!” Ik sta doodsangsten uit. “Zexio…” Nee hij is vast de laatste die me komt helpen. Ik ben maar een stom mormel. Misschien is dit wel precies wat ik verdien. Net op het moment dat de man mijn T-shirt wilt uittrekken roept er iemand ‘Stop’. Geïrriteerd kijkt de man op. “Rot op klere joch ! Steek je neus niet in zaken die je niets aangaan.” De persoon loopt naar ons toe. En grijpt de armen van de man, zodat deze mij moet loslaten. “Ik had gezegd dat je moest stoppen!” “En ik had gezegd je erbuiten te houden.” Zegt de man venijnig. “Oh maar dit is zeker mijn zaak. Deze neko valt namelijk onder mijn bescherming.” Verbaasd kijk ik op. De regen heeft ervoor gezorgd dat zijn haar nog meer voor zijn gezicht hangt dan anders maar er bestaat geen twijfel over dat dit “ZEXION ?!” ontsnapt er uit mijn mond. Waarom komt hij ? Ik ben toch een mormel ?! Hij glimlacht flauwtjes naar mij. “Ze is jouw neko ?”vraagt de man argwanend. Zexion knikt. “Hoe komt het dan dat het geen halsband om heeft ?” Vraagt hij terwijl hij naar mijn hals wijst. Mijn oren zakken onderdanig bij die ‘het’. “Ten eerste Yuuki is geen ‘het’, ze is een persoon. En ten tweede dit is haar bandje !” en Zexion werpt een klein lederen riempje op de grond. “Zo overtuigd ?” De man slikt eens, als deze jongen gelijk had dan kon het wel eens nadelig voor hem uitdraaien. Dus knikt hij even. “Maak dan dat je weg bent of ik bel de politie.” De man wordt lijkbleek en weet niet hoe snel hij zich uit de voeten moet maken. Als hij uit het zicht verdwenen is vliegt Zexion me in de armen. “ Z-Zexion het spijt me.”zeg ik al snikkend. Zachtjes gaat hij met zijn handen door mijn haar. “Nee het spijt MIJ!” Ik kijk hem al vragend aan. “Ik had nooit zo tegen je mogen tekeer gaan.” Ik schud mijn hoofd. “Ik ben een rot kat, ik verdien niet beter,”mompel ik. Zexion verbreekt de knuffel en neemt mijn kin tussen zijn duim en wijsvinger, zodat ik hem wel aan moet kijken. “Yuuki, zeg zoiets nooit meer! Niemand verdient dat !” hij zucht even. “Geloof niemand als ze je zoiets wijs willen maken.” Zegt hij met die veterde blik in zijn ogen, al kan je duidelijk horen dat hij geen tegenspraak duldt. Ik open mijn mond om iets te zeggen. “Zelfs niet als ik die persoon ben,”zegt hij half lachend. Pas als ik geknikt heb laat hij me los.

Reageer (1)

  • ELFishy

    Oh, dit is zooooooooo lief! =3 Ik heb tranen in mijn ogen, ik ben raar..

    En wat is cliché, eigenlijk? Ik zie niets cliché..

    this is the most awesome awesomest storry (:
    (awesomest is denk ik juist.. heb het opgezocht, mabon)

    Maar het is niet dat je veel hebt getijpt, dat je wéér een lange pauze van een paar maand/weken mag nemen (N) *zet haar serieuse bril op*
    Heb ik een serieuse bril? Dunno.

    Hé, ik heb EINDELIJk de grote computer weer bemachtigd en je zal nooit raden hoeveel mails ik heb! HONDERDZEVENTIG! *freaks out* Ik ga nooit meer op het forum!
    Nu heb ik nog 32 deeltjes dat ik moet lezen *zucht* geen zin.
    Noujaaaaa

    Snel
    verdeerrr
    x

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen