OO5 - The Sorting Hat
Toen het begon te schemeren was de trein eindelijk aangekomen. Ik had in de tussentijd mijn gewaad aangetrokken. Met een kloppend hart stapte ik de trein uit. En liep ik met de mensen stroom mee. Mensen namen plaats in koetsen, net zoals ik. Drie onbekende meisjes gingen bij mij zitten, en keken me hooghartig aan. Ze kregen precies zo’n zelfde blik terug. ‘Belachelijk dit gewoon,’ zei een stem. Ik herkende deze stem. Ik had hem gehoord in de Diagon Alley. In dezelfde winkel waar ik mijn gewaad had gekocht. ‘Mudblood, rot eens op.’ Ik keek op en keek recht in een paar grijze ogen. Die dwars door je ziel heen konden kijken. Voor een paar seconden was ik verbijsterd, maar ik herpakte mezelf. ‘Pardon? Als ik het goed heb, zat ik hier toch echt eerst,’ zei ik. De blonde jongen keek me aan, en trok toen zijn wenkbrauwen op. ‘Zo zie je er heel belachelijk uit, ik zeg het alleen,’ zei ik en glimlachte geforceerd. De jongen liet zijn wenkbrauwen zakken. ‘Let op je toon, wil je?’ ‘Misschien.’
Uiteindelijk was de jongen gaan zitten, en het hele clubje had me genegeerd. Schokkend kwam de koets in beweging. Hoe? De koets werd niet getrokken. ‘Door wat wordt de koets getrokken?’ vroeg ik. ‘Weet je dat niet?’ vroeg één van de meisjes. Ze begon te lachen, en keek me spottend aan. Ik lachte met haar mee, en het meisje keek me vragend aan. ‘Wat? Verwachtte je dat ik bang zou worden?’ Ze was stil, en de rest van de rit werd er niet gesproken. Althans, niet door mij.
Gelukkig duurde het niet lang voor we bij een gigantisch kasteel waren. Ik keek mijn ogen uit, het was prachtig. Behendig stapte ik uit de koets, en liep over het pad naar het kasteel. Al snel stapte ik het kasteel binnen, en bekeek ik de binnenkant van het kasteel. Het was simpel, en veel steen. Maar het werd verlicht door charmante kaarsen, en door prachtige schilderijen. Die bewogen. ‘Zou U met mij mee willen komen, Sarah Delaney?’ Een stem verstoorde mijn observatie en ik keek op in oud, streng gezicht van een vrouw. Ik knikte eventjes, en volgde haar. ‘Ik ben professor McGonagall, en ik ben geef instructies aan de eerste jaars,’ zei professor McGonagall terwijl we door het kasteel liepen. ‘Omdat je nog niet bent ingedeeld, zal je samen met de eerste jaars worden ingedeeld.’
Samen met heel veel eerste jaars stond ik voor de deuren van de Great Hall, te wachten op de sorteringsceremonie. De 11-jarigen keken me angstig aan. Ik was ook 2 koppen groter dan hen. Ik negeerde de angstige blikken, terwijl we door McGonagall de Great Hall in werden geloods, ik liep vlak achter haar. De Great Hall was betoverend, zoals alles in dit kasteel. Ik werd aangestaard door honderden blikken, en voelde me ongelofelijk stom. Ik liep hier samen met een stel kleine kinderen, en een oude vrouw. Gelukkig waren we vooraan in de Hall voordat ik het ook maar doorhad, en ontspande ik een beetje. Al kon ik de brandende blikken op mijn rug voelen.
McGonagall liep naar voren, en haalde een oude hoed tevoorschijn, en zette deze op een klein krukje. Een scheur in de hoed ging open, en de hoed begon te zingen. Oh mijn god.. Gelukkig begon de ceremonie toen de hoed klaar was met zingen en las McGonagall namen op alfabetische volgorde op. Mijn achternaam begon met een D dus ik zou snel aan de beurt zijn. ‘Delaney, Sarah.’ Ik liep het trappetje op, maar ik ging niet op het krukje zitten. McGonagall leek het te begrijpen, en zette de hoed op mijn hoofd. ‘Hmmm,’ hoorde ik in mijn hoofd, de stem van de hoed. De rest van de zaal leek het niet te horen. ‘Een Riddle, dat is een flinke tijd geleden dat ik die voor het laatst heb gehad.’ Een Riddle? ‘Ja, meid, een Riddle, maar ik zal je er niet mee lastig vallen. Ik denk dat ik mijn keuze al weet, alhoewel..’
Uiteindelijk was de jongen gaan zitten, en het hele clubje had me genegeerd. Schokkend kwam de koets in beweging. Hoe? De koets werd niet getrokken. ‘Door wat wordt de koets getrokken?’ vroeg ik. ‘Weet je dat niet?’ vroeg één van de meisjes. Ze begon te lachen, en keek me spottend aan. Ik lachte met haar mee, en het meisje keek me vragend aan. ‘Wat? Verwachtte je dat ik bang zou worden?’ Ze was stil, en de rest van de rit werd er niet gesproken. Althans, niet door mij.
Gelukkig duurde het niet lang voor we bij een gigantisch kasteel waren. Ik keek mijn ogen uit, het was prachtig. Behendig stapte ik uit de koets, en liep over het pad naar het kasteel. Al snel stapte ik het kasteel binnen, en bekeek ik de binnenkant van het kasteel. Het was simpel, en veel steen. Maar het werd verlicht door charmante kaarsen, en door prachtige schilderijen. Die bewogen. ‘Zou U met mij mee willen komen, Sarah Delaney?’ Een stem verstoorde mijn observatie en ik keek op in oud, streng gezicht van een vrouw. Ik knikte eventjes, en volgde haar. ‘Ik ben professor McGonagall, en ik ben geef instructies aan de eerste jaars,’ zei professor McGonagall terwijl we door het kasteel liepen. ‘Omdat je nog niet bent ingedeeld, zal je samen met de eerste jaars worden ingedeeld.’
Samen met heel veel eerste jaars stond ik voor de deuren van de Great Hall, te wachten op de sorteringsceremonie. De 11-jarigen keken me angstig aan. Ik was ook 2 koppen groter dan hen. Ik negeerde de angstige blikken, terwijl we door McGonagall de Great Hall in werden geloods, ik liep vlak achter haar. De Great Hall was betoverend, zoals alles in dit kasteel. Ik werd aangestaard door honderden blikken, en voelde me ongelofelijk stom. Ik liep hier samen met een stel kleine kinderen, en een oude vrouw. Gelukkig waren we vooraan in de Hall voordat ik het ook maar doorhad, en ontspande ik een beetje. Al kon ik de brandende blikken op mijn rug voelen.
McGonagall liep naar voren, en haalde een oude hoed tevoorschijn, en zette deze op een klein krukje. Een scheur in de hoed ging open, en de hoed begon te zingen. Oh mijn god.. Gelukkig begon de ceremonie toen de hoed klaar was met zingen en las McGonagall namen op alfabetische volgorde op. Mijn achternaam begon met een D dus ik zou snel aan de beurt zijn. ‘Delaney, Sarah.’ Ik liep het trappetje op, maar ik ging niet op het krukje zitten. McGonagall leek het te begrijpen, en zette de hoed op mijn hoofd. ‘Hmmm,’ hoorde ik in mijn hoofd, de stem van de hoed. De rest van de zaal leek het niet te horen. ‘Een Riddle, dat is een flinke tijd geleden dat ik die voor het laatst heb gehad.’ Een Riddle? ‘Ja, meid, een Riddle, maar ik zal je er niet mee lastig vallen. Ik denk dat ik mijn keuze al weet, alhoewel..’
Reageer (2)
Riddle????
8 jaar geledenKan niet wachten om het verder te lezen...!
snel veddah!!
W-w-w-wat! Een een R-R-Riddle?
9 jaar geledenIk ebn benieuwd hoe het verder gaat