Gapend werd ik waker. In de verte hoorde ik het gehuil van een baby. Ik balde mijn vuisten van woede. Zuchtend, omdat ik niet meer kon slapen, zette ik de lamp aan. Ik was de enige in het hele weeshuis die een kamer voor zichzelf had. Eerst had ik ook kamergenoten, maar daar is het niet al te best mee afgelopen. Al snel hoorde ik wéér een baby huilen. Kon het hier dan nooit eens stil zijn? Ik gooide mijn benen over de bedrand heen, en stond op. Snel friste ik me op, en trok wat simpele kleding aan. Elegant liep ik van de trap af. Toen ik in de eetzaal kwam, gierde de woede door mijn aderen. Er zat een meisje op mijn plek. Ruw pakte ik haar bij mijn bovenarm. Ze keek me kwaad aan, maar haar blik maakte al snel plaats voor angst. 'Waarom zit je op mijn plek?' vroeg ik haar kil. 'S-sorry,' stamelde ze, en ging snel ergens anders zitten. Ik lachte schamper en ging aan tafel zitten.

Die middag zag ik op mijn kamer. De andere wezen waren aan het picknicken. Ik rolde met mijn ogen. De gedachten alleen al. Ik wierp een blik op mijn tekening. Op de tekening was een gigantische draak te zien, die een dorp binnen viel. Ik had altijd al een soort passie voor fabeldieren. Terwijl ik in gedachten verzonden was, werd er op mijn deur geklopt. Geïrriteerd keek ik op. Wat nú weer? Zonder op antwoord te wachten, stapte een oude man binnen. Hij had een grote baard. Gadverdamme. Zijn ogen fonkelden vriendelijk, terwijl hij me lachend aan keek. 'Hallo, jij moet Sarah zijn,' zei de man, nog steeds met de enge glimlach. Ik knikte. 'Aangenaam kennis te maken, mijn naam is Albus Dumbledore.' 'Aha, fijn. Wat wilt u?' vroeg ik. Dumbledore lachte even, maak keek toen weer serieus. 'Ik moet je iets heel erg belangrijks vertellen. Maar eerst moet ik je wat vragen.' Vragend keek ik hem aan. Een minuut ging voorbij. 'Vraag dan,' mompelde ik. Dumbledore, die eerst bedenkelijk voor zich uit had gestaard, richtte zijn blik nu weer op mij. 'Zijn er ooit vreemde dingen gebeurd? Die je niet kon verklaren?' vroeg Dumbledore, en keek me nieuwsgierig aan. Als die man altijd zo was, zou dat bést wel griezelig zijn. Maar om de oude mijn een plezier te doen, gaf ik toch maar een fatsoenlijk antwoord. 'Ja, eigenlijk wel,' zei ik. Denkend aan hoe ik er voor had gezorgd dat Jennifer, mijn oude kamergenoot, in de koeienmest was gevallen. Ik wist een grinnik te onderdrukken. De ogen van Dumbledore fonkelden. 'Dat dacht ik al,' zei hij glimlachend.

Ik wierp een snelle blik op mijn tekening. 'Dat heb je mooi getekend, hoor,' zei Dumbledore. 'Dank u,' mompelde ik zacht. 'Wat nou als er een wereld was, waar die draak werkelijkheid is,' zei Dumbledore. 'Is die er?' vroeg ik. Dumbledore knikte. 'Maar niet alleen draken, nog veel meer. Ik zal vertellen wie ik ben. Ik ben het schoolhoofd van een toverschool, Hogwarts. En ik denk, ik weet, dat jij een heks bent.' Ik kon een lach niet onderdrukken. 'Ik ben veel dingen genoemd, maar een heks?' zei ik grinnikend. Dumbledore wendde zijn blik af, naar een kaarsje dat op mijn bureau stond. Er ontstond een vlam in de lont. Mijn lach ebde weg. 'Deed u dat?' vroeg ik zacht. Dumbledore knikte. 'Op Hogwarts leer je met je magie omgaan, en het beheersen.

De tijd verstreek, en Dumbledore vertelde me in alle glorie over Hogwarts. Over de bewegende trappen, de bewegende schilderijen, de professoren, over zoveel. En ik wist dat dit slechts een klein deel van Hogwarts was. 'Ik zou het een ongelofelijke eer vinden om naar Hogwarts te mogen gaan,' zei ik met glunderende ogen. Dumbledore glimlachte. 'Ik laat je over drie dagen ophalen door een van mijn terreinknechten.' Ik knikte overdreven. 'Tot ziens, Sarah,' zei Dumbledore. Hij stond op, en verliet toen mijn kamer. Ik liet me vallen op mijn bed, en begon langzaam weg te zakken. Dromend over Hogwarts.

Reageer (6)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen