2
Mijn hoofd voelt zo zwaar aan. Ik hoor stemmen, mannelijke stemmen, maar ik ben te moe om op te kijken. Waar was ik ook alweer? Oh ja, Sydney. 'Ik denk dat ze gewoon slaapt.' 'Denk je?' 'Ze ademt nog.' 'Misschien moeten we haar meenemen.' 'Dude dan lijkt het alsof we haar ontvoeren.' 'We kunnen haar toch moeilijk hier laten liggen?' Ik hoor vanalles, maar ben veel te moe om echt te luisteren. Ze hebben het over mij, dat is het enige wat ik besef. Wat is er gebeurd? Oh ja laat maar. 'Pak jij haar op?' 'WAAROM IK?' 'Omdat jij de grootste bent en haar waarschijnlijk gemakkelijker kan dragen.' 'Oh god.' 'Ze is zo klein en fijn.' 'Ik wil niet naar de gevangenis.' 'Til haar gewoon op!' Oké, oké.' Ik voel handen aan mij prutsen en wil zeggen dat ze mij gerust moeten laten, maar ik ben veel te moe. De jetlag heeft me echt getroffen. 'Jongens help even.' en na deze zin voel ik nog meer handen aan mij prutsen en dan opeens botst mijn hoofd ergens tegen. Ik kreun. 'Luke kan jij echt niet.' hoor ik een ander zuchtend en opeens lig ik weer in een ander zijn armen. Een warme gloed straalt van die persoon af en het parfum die van zijn lichaam afkomstig is ruikt zo zoet. Hoe gek het ook klinkt, ik voel me veilig. 'Oke en nu?' 'Laat mij de auto halen en wacht hier.' voetstappen verwijderen zich weg van ons. Ik voel ogen op mij branden. 'Ze is zo schattig.' 'Zwijg.' 'Ik mag toch zeggen dat ze schattig is.' 'Jongens echt straks draaien we hier de gevangenis voor in.' 'Omdat we een onschuldige ziel helpen?' 'Eerst en vooral weet je niet of die ontschuldig is.' stilte. 'Luke, het is oké, we helpen gewoon dit meisje en morgen brengen we haar gewoon weer naar huis.' een zucht. 'Oké dan.'
Ik hoor een auto stoppen. 'Gaat het lukken?' 'Het moet wel.' Een deur gaat open en we bewegen. 'Hoe geraken we er nu met zen allen in?' 'Wel ik ga met haar hier zitten en jullie zitten aan de andere kant en we leggen gewoon haar benen over jullie. Zo groot is ze niet.' '1 meter 60 of zo.' opnieuw een stilte. 'Wat?' 'Michael dat is creepy.' 'Dudes kruipen jullie de auto nog in?' Nog meer bewegingen, een plof, handen die aan mijn benen rusten en dan auto deuren die toeslaan. 'Oké, waar moet ik heen rijden.' 'Wel we zijn met jou auto en onze spullen liggen bij jou Ashton, dus ik vermoed naar jou thuis.' 'Oké, mama kan een persoon wel nog aan.' de jongens lachen. Hun handen liggen op mijn benen, maar de enige handen waarop mijn kan concenteren zijn degene van de jongen die mij vasthoudt. Zijn handen strelen zachtjes langs mijn bovenarmen en ik dat op mijn armen kippenvel komt te staan. Het voelt niet onprettig aan, juist het tegengestelde. Het voelt enorm prettig aan. Ik probeer mijn ogen terug open te doen, dit keer met toch ietwat succes. 'Kijk ze opent haar ogen.' 'Yes dan kunnen we haar misschien naar huis brengen.' 'Luke, kan je gewoon even je mond houden.' opnieuw een stilte. Uitgeput knipper ik moeilijk met mijn ogen en kijk op in diep bruine ogen, het enige wat ik kan zien. 'Hallo, mijn naam is Calum, wat is jou naam.' Ik wil antwoorden, maar het lukt me niet, toch probeer ik. 'Je moet je niet forceren.' zei een andere stem. 'We gaan je meenemen naar mijn huis,' klonk nog een andere stem. 'We willen je zeker niet ontvoeren maar we hebben je gevondne en konden je niet laten liggen, is het niet jongens?' 'Ja, je moet je geen zorgen maken.' Ik lijk mijn gevecht tegen de slaap dan toch te verliezen, het laatste wat ik nog zie zijn opnieuw die diep bruine ogen.
Ik hoor een auto stoppen. 'Gaat het lukken?' 'Het moet wel.' Een deur gaat open en we bewegen. 'Hoe geraken we er nu met zen allen in?' 'Wel ik ga met haar hier zitten en jullie zitten aan de andere kant en we leggen gewoon haar benen over jullie. Zo groot is ze niet.' '1 meter 60 of zo.' opnieuw een stilte. 'Wat?' 'Michael dat is creepy.' 'Dudes kruipen jullie de auto nog in?' Nog meer bewegingen, een plof, handen die aan mijn benen rusten en dan auto deuren die toeslaan. 'Oké, waar moet ik heen rijden.' 'Wel we zijn met jou auto en onze spullen liggen bij jou Ashton, dus ik vermoed naar jou thuis.' 'Oké, mama kan een persoon wel nog aan.' de jongens lachen. Hun handen liggen op mijn benen, maar de enige handen waarop mijn kan concenteren zijn degene van de jongen die mij vasthoudt. Zijn handen strelen zachtjes langs mijn bovenarmen en ik dat op mijn armen kippenvel komt te staan. Het voelt niet onprettig aan, juist het tegengestelde. Het voelt enorm prettig aan. Ik probeer mijn ogen terug open te doen, dit keer met toch ietwat succes. 'Kijk ze opent haar ogen.' 'Yes dan kunnen we haar misschien naar huis brengen.' 'Luke, kan je gewoon even je mond houden.' opnieuw een stilte. Uitgeput knipper ik moeilijk met mijn ogen en kijk op in diep bruine ogen, het enige wat ik kan zien. 'Hallo, mijn naam is Calum, wat is jou naam.' Ik wil antwoorden, maar het lukt me niet, toch probeer ik. 'Je moet je niet forceren.' zei een andere stem. 'We gaan je meenemen naar mijn huis,' klonk nog een andere stem. 'We willen je zeker niet ontvoeren maar we hebben je gevondne en konden je niet laten liggen, is het niet jongens?' 'Ja, je moet je geen zorgen maken.' Ik lijk mijn gevecht tegen de slaap dan toch te verliezen, het laatste wat ik nog zie zijn opnieuw die diep bruine ogen.
Reageer (1)
ZO CUTE
9 jaar geledenabo en kudo