Foto bij 1

Felle zonlicht piept door de ramen, opstaan wil ik niet het is veel te vroeg. Nog even, nog heel even, vertel ik mezelf, maar dan gaat de wekker al. Ugh weer een schooldag, weer een dag waar ik mij door moet wurmen. Ik kruip meer onder mijn dekens, met mijn kussen op mijn hoofd. De wekker bestaat niet, het is gewoon een gedachte, een illusie die mijn brein gecreeërd heeft. 'Het is niet echt, het is niet echt.' mijn stem klink schor, maar dat doet het elke ochtend. Nog steeds probeer ik mijn wekker weg te wensen, maar dan komt mama mijn hoop helemaal doen vervagen. 'GOEDEMORGEN LIEVERD! Wat is het een prachtige dag, vind je niet?' Ik kijk haar met kleine oogjes aan en kruip terug onder mijn deken. Een lach vult de kamer en het deken wordt van mij afgetrokken. "Komaan meid, ochtendstond heeft goud in de mond. En je moet naar school, je jaar is bijna voorbij, het is bijna zomer, je kan dan genoeg luieren in je bed.' Kon ze maar haar mond houden. Hoe kan iemand zo vrolijk zijn zo vroeg in de ochtend, het is echt niet te begrijpen. Strompelend kruip ik uit mijn bed en krijg een warme lach van mijn moeder toegeschonken. Ik lach terug naar haar, maar niet echt. Ik zou haar willen... 'Komaan kleed je maar aan voor school.' 'Ja mam.' ik krijg het er met moeite uit. Zwierend met haar badjas verlaat mam mijn kamer en ik sleep mijzelf voort naar mijn badkamer en eenmaal binnen doe ik mijn deur op dubbelslot, in het geval er nog iemand mijn persoonlijke ruimte wil binnentreden. Ik bekijk mezelf in de spiegel. Een zucht. Vandaag is er veel werk aan de winkel.

School, een uitvinding van de regering om ons kinderen een bezigheidstherapie te bieden. Maar school leert mij niet hoe ik later in het leven moet functioneren. Ik wandel de schoolpoorten binnen en zoek mijn beste vriendin Clara. Hmmm, ze staat niet op onze gewone plaats. Waar zou ze kunnen zijn? Ik wandel het binnenplein wat rond, en opeens zie ik haar. Giechelend met een stel meiden, waar ze normaal gezien niets van moet weten. Hè wat is hier aan de hand? Ik wandel dichter en Clara kijkt mij aan, haar blik verandert meteen. 'Hey Clara!' lach ik en wil haar omhelzen, maar ze zet een stap opzij. 'Wat moet je?' Ik bijt op mijn lip, wat heeft die nu? Normaal gezien is ze altijd blij mij te zien. 'Is er iets?' onzekerheid klinkt in mijn stem ook al wil ik het niet. 'Nee hoor, gewoon wat babbelen met goeie vriendinnen.' 'Goeie.... Clara kan ik je even apart spreken?' 'Als het echt moet.' nog net voor ik mijn rug naar die meiden toedraai zie ik Clara nog met haar ogen rollen. 'Wat scheelt er, waarom doe je zo bot tegen mij?' 'Ik doe niet bot.' 'Nee? Je doet alsof we geen beste vriendinnen zijn. Maar Abrianna toch, dat zijn we wel, dat weet je toch, ik laat jou nooit vallen.' Ik kijk Clara aan. 'Waarom doe je dan zo?' 'Ik mag toch ook andere vriendinnen hebben in mijn leven?' 'Natuurlijk, maar je vond die meiden toch maar niets?' 'Nu vind ik ze wel leuk.' Ik kijk raar, zoiets had ik nooit van haar verwacht, zou er echt iets aan de hand zijn? 'Oh by the way, ik zit met hen in het groepje voor de zoektocht van morgen.' 'Oké dan.' fluister ik stil, niet wetend wat nog te zeggen.

De zoektocht was een ramp, Clara en ik hadden elkaar totaal nog niet gesproken en de organisatoren van het spel hadden mij in een groepje gestoken waarvan... laat ik maar niet op de details ingaan. Eindelijk is het einde van de dag aangebroken en ik zie Clara wandelen en riep haar naam. Ze keek zuchtend op, blijkbaar herkende ze mijn stem. 'Wat?!' ze klonk echt gemeen en ik wist echt niet wat ik fout gedaan had. 'Waarom doe je zo? Het is alsof je afstand probeert te nemen.' 'Dat is het ook.' haar stem klinkt scherp. Tranen wellen op in mijn ogen en ik kan niet meer. 'Je weet toch dat dat een einde zal brengen aan onze vriendschap?' mijn stem breekt, tranen rollen over mijn wangen. 'Dat is de bedoeling.'

Huilend storm ik mijn kamer binnen, ik roep ik tier, maar het gevoel gaat niet weg. Wat heb ik misdaan? Waarom ik? Ik deed mijn best? Vragen spoken door mijn hoofd. Ik wil niet meer, ik wil hier niet meer zijn. Ik ijsbeer in mijn kamer terwijl de tranen over mijn wangen stromen. Tot opeens mijn koffer in het oog sprong. IK WIL HIER WEG. Ik heb geld, cash geld, genoeg cash geld. Maar waarheen, hoe.... Ik denk niet meer na, ik pak mijn koffer. Alles loopt mis, ik wil opnieuw starten, weg van alles. Mama is niet thuis, ze zal het niet merken. Ik neem de trein, weg van huis, weg van alles, op naar het vliegveld. Ik wil de eerst volgende vlucht, maakt niet uit waarheen. Toegekomen op het vliegveld kijk ik op het scherm. De eerst volgende vlucht: SYDNEY

Reageer (1)

  • TheFirstOfApril

    Ik vind die Clara echt een kutkind :Y)
    Maar je story is nu al goed ^^

    9 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen