Ik sta op en loop naar de gang. Mijn mond valt open, daar, daar staat hij dan eindelijk. ‘Ik ben hier overbodig, dus ik ga ervandoor’ En Katy is weg. Ondertussen staat mijn mond nog steeds open. ‘Je mag je mond nu best dichtdoen hoor’ Zijn stem, zijn mooie stem, streelt mijn oren. Ik besef dat het nu wel tijd wordt om mijn mond dicht te doen. ‘Ehm. Ehm Ja, k-k-kom v-v-verder’ Stamel ik. Bill loopt de woonkamer in en ik loop als een hondje achter hem aan. Nog steeds verbaast dat hij er eindelijk is. We nemen plaats op de bank. ‘hoi’ zegt Bill zachtjes. ‘Haai’ zeg ik verbaasd.
‘Ehm ja, we hadden elkaar nog niet begroet weetje, maar trouwens je ziet er doodmoe uit hoe komt dat?’
‘Dat vertel ik pas nadat jij mij verteld waarom jij niet terug smste!’ Het kwam er dit keer zonder gestamel eruit. Bill trekt zijn wenkbrauw op.
‘Nouja, ik had mijn vraag als eerste! Maargoed. Je weet nog dat ik werd gebeld toen ik bij jou was?’ Ik knik van ja.
‘Dat was mijn broer. Hij was kwaad. Hij is wel vaker kwaad, maar toen was hij écht écht kwaad. Het is mijn tweelingbroer en we delen alles met elkaar. Ik had nog nooit een geheim voor hem gehad en hij kwam dus erachter dat ik een geheimpje had.’ Bill stopt eventjes met praten. Op ’t puntje van mijn tong ligt de vraag; wat is dan je geheim? Alleen ik durf het niet goed te vragen. Bill kijkt naar zijn oh-zo interessante schoenen.
‘Je wilt zeker weten wat mijn geheim is.’ Zegt hij zachtjes. Hij blijft kijken naar zijn schoenen. Zonder te wachten op antwoord, praat hij verder.
‘Ik hoop dat je mij nu niet gaat haten… ' Bij mijzelf denk ik, hoe kan ik in godsnaam die jongen haten?
‘Ikbenhomo’ zegt hij zachtjes en word rood. Tranen stromen over mijn wangen van geluk.
‘Sorry, Sorry, Ik had het niet moeten zeggen.’ Roept Bill hysterisch.
‘Ohgaawd, sorry, het spijt me echt!’ zegt Bill en herhaalt dat nog een paar keer. Ik probeer niet door zijn lieve woorden nog harder te gaan huilen. Bill die knuffelt mij nu onderhand dood. Na een kwartiertje ben ik eindelijk gekalmeerd. ‘Bill’ Murmel ik. Hij blijft mij vasthouden. Ik voel mij op dit moment zo gelukkig, dat het onbeschrijfbaar is hoe ik mij nu voel. Ik wil dat ik me zo elke dag kan voelen. ‘Ja, wat is er?’ vraagt hij onzeker. ‘Ehm. Ik ben ook homo en om gelijk eerlijk te zijn. Ik vind je zo ongelofelijk leuk’ Nadat ik dat gezegd heb, kijk ik snel weg en ik voel mijn hoofd langzaam rood worden.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen