Hoofdstuk 5

maandag 1 september

Ik loop door de trein, om te kijken of ik Albus ergens zie. Als ik bij de laatste coupe kom zie ik hem en ga naar binnen 'Heey Albus gaat het?' Vraag ik bezorgt. Albus kijkt op en ik zie dat hij gehuild heeft 'Heey Roos 'Zegt hij met een gebroken stem en kijk dan weer uit het raam. Ik besluit om tegen over hem te gaan zitten 'Ik wil niet in Zwadderich komen Roos' Zegt Albus dan. 'Dat snap ik maar het kan toch gebeuren Albus, en waarom wil je niet in zwadderig?' Vraag ik dan. 'Omdat daar allen maar slechte tovenaars vandaan komen' Zegt hij boos. 'Niet alle tovenaars die daar vandaan komen zijn slecht Albus, je bent zelf naar een van de goede tovenaars vernoemd' Zeg ik dan in de hoop dat ik Albus wat op vrolijk. 'Dat zij mijn pa ook al' Zegt Albus dan. 'En ik denk dat je pa best gelijk heeft, het maakt niet uit waar je komt als jij de eigenschappen hebt voor Zwadderig kom je daar en als je de eigenschappen hebt voor Grifindor dan kom je daar' Zeg ik dan en sta op 'Dank je Roos' Zegt hij dan. 'Graag gedaan, en kom we zijn er bijna dus laten we onze gewaden aan doen' Zeg ik dan.

Samen met Albus loop ik terug naar onze oude coupe en doen onze gewaden aan, naar een paar minuten komt de trein tot stilstand en ik ga samen met Albus de trein uit. Dan horen we iemand roepen 'eerstejaars hier heen' de gene die ons roept is Hagrid de veldwachter van Zweinstein. 'Ha die Albus, ha die Roos, wat leuk om jullie weer een keer te zien' Zegt Hagrid dan.

"Hoi Hagrid' Zeg ik en geef de half reus een knuffel, Albus volgt mijn voorbeeld en knuffelt Hagrid nu ook 'Uhm volg mij maar eerstejaars' Roept Hagrid over de mensen achter ons.

we volgen Hagrid naar de bootjes en dan roept hij 'Maar vier per bootje' We doen wat hij zegt en ik en Albus gaan samen in een bootje. En Scorpius en nog een neusje wat ik niet ken stappen in bij ons in. Als alle eerstejaars zitten beginnen de bootjes magisch te varen.

Naar 5 minuten varen zien we Zweinstein op doemen in het donker. uit alle bootjes hoor je de 'oooh' en 'aaah'. Want Zweinstein bij nacht is echt magisch mooi.

als we aan komen bij het boothuis stappen we uit en begeleid Hagrid ons naar de grote hout deur van Zweinstein en hij klopt aan. een man van de leeftijd van onze ouders doet open 'De eerstejaars professor Lubbermans' Zegt Hagrid dan. 'Ik zie het Hagrid, kom verder kinderen' Zegt professor Lubbermas die me erg bekend voor komt, maar waar ik hem van ken weet ik niet meer.

'Welkom op Zweinstein, vandaag worden jullie in gedeeld in een van de vier huizen die deze school heeft. Je hebt Grifindor voor de dappere kinderen, je hebt Huffelpuf voor de vriendelijke en trouw kinderen, je hebt Ravenklauw voor de slimme kinderen en dan heb je nog Zwadderich voor de sluwe en ambitieuze kinderen. De Sorteerhoed bepaald in welke afdeling je komt' Sluit professor Lubbermans. Ieder wordt nu best zenuwachtig waar onder ik zelf. 'Ik ga nu kijken of het klaar is binnen en als dit zo is mogen jullie twee aan twee gaan staan in een lange rij' Zegt hij dan en loop de grote zaal in.

Naar wat uren duurt komt de professor terug 'We zijn klaar, en ga nu in een nette rij staan, en niet dringen als je blieft' Zegt hij dan en we doen wat hij vraagt. Ik sta samen met Albus en achter ons staat Scorpius en het meisje wat bij ons in de boot zat, dan opent professor Lubbermans de deur en gaan we de grote zaal in. En zoals me moeder al vertelde het plafon is behekst want als je omhoog kijkt zie je sterren.

Als we bijna bij de leraren tafel zijn stoppen we 'Als ik je naam roep kom je naar voren en ga je op de kruk zitten, ik doe dan de Sorteerhoed op en die bepaald waar je komt. Albus Potter' Zegt hij dan. En ik geef een bemoedigend knikje naar hem en hij loopt naar voren.

De hoed wordt op zijn hoofd gezet en dan zie ik het aan het gezicht van Albus dat hij schrikt. Na 5 minuten roept de hoed 'Griffoendor' en Albus springt van de kruk af en loopt naar zijn nieuwe afdeling. Die hem toejuicht. 'Alison Verhoef' Roept professor Lubbermans. Zij komt in Ravenklauw.

Naar 5 mensen ben ik aan de beurt 'Roos Wemel' Roept professor Lubbermans. Ik loop zelfverzekerd naar het krukje en ga zitten 'hm nog een Wemel , waar ga ik jou eens plaatsen. een goed stel hersens net als je moeder, hm misschien Ravenklauw of Griffoendor, hm lastig je bent in ieder geval geen Huffelpuf of Zwadderich, ik weet het jij bent een Griffoendor' Dat laatste roept hij door de zaal en de tafel met rood en goud begint te juichen.

Mijn droom komt uit ik zit op Zweinstein in Griffoendor wat ik zo graag wilde. De rest van de sorteerceremonie let ik niet op ik hoor wel dat Scorpius in Zwadderich komt maar verder niet.