O2 • Michael Clifford
'Please, take a Seat!' riep onze manager, de kale Arthur Collins, vrolijk uit toen we de deur naar zijn kantoor opentrokken en een voorzichtige blik naar binnen wierpen. Even keek ik de jongens naast me aan maar toen ik zag dat zij ook een beetje onzeker keken, haalde ik mijn schouders op en besloot ik maar te doen wat Arthur van ons vroeg. Met grote passen liep ik over het donkerblauwe tapijt heen, naar de witte lederen stoelen waar Arthur met een overdreven handgebaar naar wees. Ondanks dat ik er zo langzamerhand wel gewend aan zou moeten zijn geraakt, stond ik soms, zoals nu, nog altijd versteld om de makkelijke houding van onze manager. Hij liet ons zoveel mogelijk vrij, mits binnen het redelijke, en deed nooit moeilijk als we het weer eens voor elkaar kregen om de boel in het honderd te laten lopen. Hoewel, er was dan die ene keer.. Laat ik zeggen dat je Arthur Collins niet boos wilt zien. Ook kon ik het ten zeerste afraden om hem te prankcallen tijdens werktijden. Maar, om eerlijk te zijn, was het geheel onze schuld dat de normaal zo zachtaardige man uit zijn slof geschoten was en konden we hem niks kwalijk nemen.
Naast vriendelijk en makkelijk in de omgang was Arthur ook nog een heel hulpvaardige man. Toen ik, vlak na het ongeluk, wat steun en ruimte nodig had twijfelde hij geen moment om die te geven.
Arthur zag er uit alsof hij de oertijd zelf nog mee gemaakt had en al jaren met pensioen had moeten zijn, maar toch was hij nog altijd een hele vrolijke en energieke man, die duidelijk plezier had in zijn werk. Ondanks dat hij, vooral de laatste tijd, soms ook een van mijn irritatiepunten kon zijn, moest ik toegeven dat we het veel slechter hadden kunnen treffen met onze manager.
'Good morning guys, how are you doing?' Vrolijk begonnen mijn bandgenoten en beste vrienden een gesprek met onze manager, terwijl ik me op een van de lederen stoelen liet vallen en, zoals ik steeds vaker leek te doen de laatste tijd, in gedachten verzonk en me op lieten slokken door mijn herinneringen.
Ik was niet altijd zo geweest, zo stil en afwezig. De laatste tijd leek het echter wel een soort gewoonte van me te worden. Het leek steeds vanzelfsprekender te worden om me af te sluiten van de buitenwereld en na te denken over wat er enkele maanden geleden had voorgevallen. Sindsdien, sinds het concert, sinds het ongeluk, was er niks meer zoals het ooit geweest was. De concerten niet, de gesprekken met mijn vrienden niet en het zingen niet. Sindsdien was ik niet meer wie ik ooit geweest was. Het leek wel alsof alles, in één nacht tijd, veranderd was, terwijl er in werkelijkheid slechts één klein ding veranderd was: Mijn uiterlijk.
Het lukte me niet meer om me in de gesprekken te mengen en mee te lachen met Luke, Calum en Ashton, wat me daarvoor toch altijd erg goed af was gegaan. Het lukte me niet meer vrolijk te lachen en gek te doen als fans op de foto wilden, en het resultaat van deze zelfde foto's deed me huiveren. En hoe vrolijk de gezichten van onze trouwe fans ook waren, de zin om handtekeningen uit te delen kon ik niet meer opbrengen. Ik stelde iedereen teleur. Niet alleen mijn vrienden, familie en onze fans, maar ook voor mezelf kon ik niet aan mijn verwachtingen voldoen. Ik was een teleurstelling geworden, voor iedereen.
De laatste verandering was echter het ergste. Niet perse omdat het mijn werk sterk belemmerde, maar vooral omdat het voorheen altijd mijn grootste passie en manier om mijn gevoel te uiten was geweest.. Sinds het incident lukte het me niet meer om te zingen. Natuurlijk, ik kon nog altijd zingen en mijn stem klonk nog altijd hetzelfde voor mensen die er naar luisterden, maar voor mij klonk het niet meer hetzelfde. Belangrijker nog, het voelde niet meer hetzelfde. Er zat geen gevoel meer in, zoals het er ooit in had gezeten. Geen emotie meer, geen voldoening. Ik had werk gemaakt van mijn grootste passie, ik leefde het leven waar ik altijd van gedroomd had.. Maar ik hoefde het niet meer. Ik kon het niet meer. Het voelde gewoon niet goed meer, alsof ik geen reden meer had om door te gaan..
Iedere keer dat ik mijn twitterapp opende en de berichten las -vol medelijden of haat, dat maakte niks uit, beiden bereikten hetzelfde doel- drong het weer tot me door wat er van me geworden was. Iedere keer dat ik in de spiegel keek moest ik weer aanzien hoe mislukt ik was. Iedere keer dat mijn vrienden, hoe goed ze het ook bedoelden, een meelijdende blik op me wierpen of me voorzichtig vroegen of alles wel goed met me ging, wist ik weer waarom ik 's avonds niet in slaap kon vallen. Wist ik weer waarom ik niet met ze kon praten en niet meer kon zingen, waarom ik mezelf niet meer kon zijn, althans niet meer de oude, de gelukkigere versie.
Tijdens die nacht was er meer beschadigd dan alleen de linkerzijde van mijn gezicht. Die nacht was er ook iets diep in mij stuk gegaan en was ik veranderd in deze stillere en veel minder vrolijke/gelukkige versie van mijzelf, in een schaduw van de persoon die ik ooit was.
In één nacht had ik het voor elkaar gekregen om niet alleen van buiten te veranderen, maar om ook mijn geestelijke zelf te verliezen. In één nacht was ik mezelf volledig kwijtgeraakt.
Iedereen wist het, ook al durfden sommigen, zoals mijn vrienden en familieleden, het me niet te vertellen.
Michael Clifford was verpest, een kwelling om aan te zien en een kwelling om mee te praten. Ik was verpest, ik was verloren.
Ik was een mislukkeling..
De hoofdstukken worden steeds langer! Hoofdstuk 2, en een Michael POV.. Hope you guys liked it!
Reageer (3)
ik wil nu gewoon michael knuffelen
9 jaar geledenAsdfghjkl ): Michael my poor baby oh goddd ))):
9 jaar geledenSnel verderrrr
9 jaar geleden