Chapitre 11
Maya zag er niet hetzelfde uit.
Ik zag het meteen toen ze binnengewandeld kwam. Haar normaal zo donkergroene ogen waarin je duizenden verschillende verhalen kon aflezen, waren troebeler dan anders. Normaal gezien waren haar ogen kristalhelder alsof ze elke dag zorgvuldig opgepoetst werden door kleine elfjes. Maar nu was het groen wat vervaagd tot een massa. Je kon geen leuke kleurschakeringen meer zien. Er waren geen leuke, speciale, sprookjesachtige verhalen die in me opkwamen wanneer ik nu naar haar ogen keek. Het leek alsof er een dikke grijze mist was neergedaald over het fleurige, frisse bos. Het enige probleem was dat deze mist een eeuwige mist ging zijn. Deze mist zou niet verdwijnen naarmate de dag vorderde.
Ze zag er niet hetzelfde uit maar tegelijk ook wel. Als je haar als een geheel bekeek was Maya nog altijd Maya. Dan was ze nog altijd die vrolijke stille persoon maar de Maya die ik zag in haar ogen was Maya niet meer.
En ik begon in paniek te geraken want als Maya Maya niet meer was, was ik dan nog wel mezelf?
En was de wereld dan nog wel hetzelfde? Allerlei vragen overspoelden me maar ik probeerde rustig te blijven want als niemand anders het zag, was er toch niets aan de hand. Toch?
Ik probeerde mezelf gerust te stellen dus keek ik naar haar haren, die er nog altijd hetzelfde uitzagen. Haar mooie rosblonde haren die zo een speciale kleur hadden dat geen enkele andere persoon ooit exact diezelfde combinatie van kleuren zou bezitten. Haar haren waren net kleine vlammetjes, teder en warm, zoals een kampvuur. Samen dansten ze in het rond om zich zo samen te voegen tot een vuur. Haar haren vormden een geheel en tegelijkertijd bestond elk haartje en dus elk vlammetje nog op zich en kon het kiezen waar het heen ging.
Het was een prachtig schouwspel om naar te kijken. Zeker wanneer de wind zacht begon op te komen. Op zo een momenten was Maya magisch. Zoals er bij een vuur kleine vonkjes zouden komen, zo zag Maya haar haar er nog mooier uit. Maar wat ik was vergeten dat was dat vuur gevaarlijk kon zijn. Vuur was mooi als het klein was maar eens het zich begon te verspreiden, was het niet meer te stoppen. Er zou een vlammenzee ontstaan en ik, ik stond daar middenin. De vlammen omringden me langs alle kanten en het was nog steeds prachtig maar tegelijk was het verschrikkelijk. Alle zuurstof werd aan me onttrokken en die mooie vlammen waren nu één grote, verstikkende massa. En de warmte die eerst zo aangenaam was, was nu hitte geworden en werd ondraaglijk. En ik kon niet weg, want ik was ingesloten door dat vuur. Maar misschien was het grootste probleem wel dat wanneer ik wel weg zou kunnen, ik hier nog steeds gestaan zou hebben. Want Maya trok me aan. Haar vlammen trokken me aan en daardoor zag ik alleen de pracht van de vlammen in plaats van het gevaar.
En wat denken jullie dat er gaat gebeuren?
Reageer (1)
Hmm geen idee. Dit hoofdstukje lijkt een ommezwaai. Omdat Maya haar ogen waterig/mistig waren vermoed ik dat er iets gebeurt is. Een familielid overleden, het is uit met haar vriendje... Zoiets
9 jaar geleden