51.
Voor even kijk ik om me heen. Alle bedrukten gezichten, alle doden werden me even teveel. Ik ren huilend weg. 'WAT HEB IK GEDAAN?!!' snik ik wanneer ik bij mijn wagen aankom. Huilend zak ik door mijn knieën. Mijn hart gaat razend tekeer. Het lijkt wel te willen stoppen. 'Treur niet meisje. U hebt het goede gedaan. U heeft uzelf en uw familie erfgoed beschermt. U vader zal trots geweest zijn op u. U ouders kijken van boven mee. Vrees niet mijn dochter. U had geen andere keus.' Ik kijk geschrokken op bij het horen van een schorre stem. Ik kom oog in oog te staan met een onbekende man. Hij ziet er zo zakelijk uit. Ik schat hem rond de 45. 'Wie bent u?' piep ik gebroken. Niet beseffend wat er net plaats vond. Niet beseffend wiens familie ik pijn heb gedaan. Wiens gezin ik heb verwoest door het doden van een vader of zoon. Waar komen al die tranen vandaan? Het is mijn hart. Mijn hart die huilde van opluchting en spijt. Van schuldgevoelens en pijn. Van verdriet. De man komt dichterbij en overhandigd mij een envelop. 'Ik ben uw vader trouw gebleven. Het gaat je goed.' fluistert hij en verdwijnt in de duisternis. Schokkend open ik het envelop.
Prinsesje,
Dit allemaal is van jou. Bewaar het envelop goed, de code op de achterkant kan je helpen de kluis te openen. Het spijt me voor alles dat je meegemaakt hebt. Ik hou van je prinsesje, vergeet dat nooit. Ik hou van jou en van je moeder.
Liefs Pap!
'VERDOMME!!' roep ik en stop de envelop schokkend van verdriet in mijn tasje. Bevend op mijn benen sta ik op en open het portier van mijn wagen. 'Waar ga je naartoe?' hoor ik de man van mijn leven vragen. Ik draai me niet om en sluit mijn ogen voor heel even. Hij klonk zo gebroken. Zo verdrietig. Wat heb ik hun allen aangedaan? 'Amin.' fluister ik huilend. Snel stap ik in de wagen en werp nog een snelle blik op Zakaria die er met zijn handen in zijn broekzakken bij staat. 'Het spijt me.' probeer ik hem door mijn lippen te bewegen duidelijk te maken. Vervolgens rij ik als een gek weg.
Thuis plof ik gebroken op mijn bed neer. Mijn hart lijkt het echt te willen begeven. Het gaat razend tekeer. Brian is dood. De man die mijn leven overhoop heeft gegooid. Hij die mij mijn ouders afnam. Hij die ze koelbloedig doodde. Ik die weer zal rusten. Die de rust in mijn leven weer terug zal vinden. Mijn hart zal voor eeuwig bloedden. Net het geen dat ik nodig heb in mijn leven is me ontnomen. Mijn ouders. Het is gedaan. Ik zal het een plekje moeten geven. Ik zal niet meer moeten piekeren. Zij zouden dat ook niet gewild hebben. Ineens schiet Zakaria me te binnen. Ik voel de tranen weer in mijn ogen prikken. Voor heel even, toen ik hem in mijn leven had voelde ik hoe mijn hart rustig geneesde. Alleen hij die een glimlach op mijn gezicht kan toveren. Ik besef het maar al te goed. De eerste man in mijn leven waarvan ik zoveel hou. Ik ben verliefd op hem. Smoorverliefd. Maar waarom is het zo onmogelijk? Waarom heb ik hem zo erg teleurgesteld. Hij zal het me nooit vergeven. Ik heb zijn broer gebruikt om informatie te vinden. Nog nooit heb ik me zo slecht bij iets gevoeld.
De bel gaat en in een ruk sta ik op. Zonder te vragen naar wie het is open ik de deur. Een gebroken Zakaria loopt ongevraagd naar binnen. Hij loopt stilzwijgend naar het grote raam waar hij naar buiten tuurt. 'Het spijt me.' fluister ik schor. 'Wat spijt je?' 'Ik weet het niet. Alles.' huil ik stilletjes. Rustig draait hij zich naar me om en loopt in kleine stapjes naar me toe. Ik lees de verlangen in zijn ogen. Stilzwijgend neemt hij me in zijn armen. Ik laat mijn hoofd op zijn borstkas rusten. Het voelt zo goed. Zijn hart voel ik tegen de mijne kloppen. Ze werden op de een of andere manier één geheel. Rustig maakt hij zich van me los en neemt mijn gezicht in zijn handen. Hij plaatst teder zijn lippen op mijn voorhoofd. Ik wilde meer, veel meer. Mijn verlangen groeide met de seconden. Ik verlang naar zijn zoette lippen op de mijne. Naar zijn strelende vingers. Naar het zalige gevoel dat hij mij geeft.
Hij kijkt me diep in de ogen aan. Zijn ogen worden donker van kleur. Het lijkt net alsof hij de verlangen in mij kan voelen. Zijn gezicht is geen centimeter van de mijne verwijderd. Zijn adem voelt als een streling voor mijn lippen. Rustig duwt hij zijn lippen op die van mij. Mijn lippen gaan zachtjes van mekaar af. Verlangend naar meer duw ik mijn lichaam tegen hem aan. Hij zag dit als een teken en duwt me ruw tegen de muur. Zijn handen glippen onder mijn jurkje en strelen lichtjes mijn rug. Terwijl onze tongen de strijd met elkaar aangaan scheurt hij het jurkje van mijn lijf af. Hij laat zijn blik over mijn lichaam glijden en moet even slikken. 'Je bent zo mooi.' fluistert hij hees. Snel zoeken zijn lippen de mijne weer op. Onrustig maak ik zijn hemd los. Ik moet even diep in en uit ademen bij het zien van zijn strakke bovenlichaam. Hij trekt zijn broek uit en duwt me op het bed. Zijn ogen zoeken de mijne. 'Ik wil niet dat je er spijt van krijgt.' Zijn hese stem maakt me gek. Hij ziet de aarzeling in mijn ogen en gaat rustig van me af. 'Het spijt me.' mompel ik. 'Ik snap het. Ik heb ervan genoten.' 'Ik ook.' meen ik. Hij staat in een ruk op en wandelt naar zijn broek. 'Wat doe je?' 'Ssstt.' Hij hijst zich in zijn broek en trek zijn hemd weer aan. 'Kom mee, trek iets aan. Ik had dit al veel eerder moeten doen.' mompelt hij en drukt een kus op mijn lippen. Snel hijs ik me in een broek en blouse. Samen verlaten we mijn appartement. Hij beveelt me in zijn wagen te stappen. 'Waarom stap jij niet in?' 'Ik moet nog even snel een telefoontje plegen.'
Tot mijn verbazing rijdt hij richting The Slimani's. 'Wat doen we hier?' Hij antwoord bewust niet op mijn vraagt en opent charmant de portier. In het gebouw is het muisstil. Het is dan ook 1 uur 's nachts. Ik ben hier een tijdje niet geweest. Verward staar ik hem aan wanneer hij een doek om mijn ogen wikkelt. 'Wat doe je?' lach ik zenuwachtig. 'Heb wat vertrouwen in mij.' fluistert hij lachend in mijn oor. Hij pakt me bij mijn arm duwt me rustig mee.
Een paar minuten later haalt hij de doek van mijn ogen. Mijn ogen worden groot van verbazing. Bewonderend stap ik naar binnen. De vergaderruimte waar ik maanden niet ben geweest is omgetoverd tot een droom plaats. Alle rode rozen die het vloer bedekken. De kristallen accessoires in de hoeken en op de muren. De hoeveelheid kaarsen die de ruimte verlichten. Het gedempte licht. Er klinkt rustige muziek op de achtergrond. De ramen die wagenwijd open staan. Het geeft een tropische tintje. Het frisse lucht dat binnendringt doet de haren op mijn armen overeind staan. De gekleurde lig kussens op de grond maakten het helemaal af. 'Wat doen we hier?' 'Hier begon het allemaal. En ook hier zal het eindigen.' Hij komt achter me staan en slaat zijn armen om mijn middel. 'Wat lief.'
Ik voel de tranen in mijn ogen prikken. Ik moet ineens weer denken aan de eerste dag dat de hel losbrak. Letterlijk losbrak. Eerst ging het nog rustig en waren het alleen maar telefoontjes die ik ontving van mannen die mijn leven hebben verwoest. Maar hier begon het echt. Hier stapten de eerste gewapende mannen binnen om mij van mijn leven te beroven. Hier voelde ik de angst. Hier dacht ik dat er een einde zou worden gemaakt aan mijn leven. Maar toen, ineens dook Zakaria op. Die zijn leven voor mij waagde. Zonder mij maar één keer gezien te hebben. En die dag was ik me ervan bewust dat mijn leven overhoop is gegooid. Dat mijn leven zwaar zal veranderen. En zo is het ook gegaan. Mijn leven is niet meer net als vroeger. Ik heb geen familie waar ik terecht kan. Niet meer. Alleen sam. Ik hou zielsveel van hem. Hij is net een broer voor mij. Hij zette zijn gezin aan de kant voor mij. Voor mij? Toch bleef hij ze bezoeken en ik heb niet anders gewild. Hij hoort bij hen te zijn.
Zakaria haalt me abrupt uit mijn gedachten. 'Waar denk je aan?' 'Aan alles.' meen ik en moet even een traantje weg pinken. Hij gaat voor me staan. Nerveus gaat hij op zijn knieën. Vol ongeloof staar ik hem aan. Er komt geen geluid uit mijn mond. Mijn keel lijkt wel dichtgeknepen. 'Rania.' fluistert hij niet wetend wat te zeggen. Hij haalt een rode doosje uit zijn zakken en houdt die op mij gericht. Met betraande ogen kijk ik op hem neer. Gaat hij nou echt doen wat ik denk dat hij gaat doen?
'Lieve, lieve Rania. Ik weet niet echt waar ik beginnen moet. We hebben een lastige periode achter de rug. Vandaag heb jij daar persoonlijk een einde aan gemaakt. We treuren allen om Amin. Maar hij wist wat hij deed toen hij te hulp schoot. Want geloof me, ik heb het hem niet gevraagd. Hij wist wat hij deed en hij wist dat het een einde kon betekenen voor hem. Het is misschien vreemd wat ik nu wil doen en dat perse vandaag. Maar het is Amin die ermee kwam. Hij die me vertelde dat ik er anders spijt van krijg mocht ik de kans niet wagen. En nu juist omdat hij weg is, wil ik mijn beloften nakomen. Ik heb je maanden moeten weerstaan, zonder naar je toe te lopen en je in mijn armen te nemen. Mijn trots liet het allemaal niet toe. Ik moest de dingen nog verwerken. Ook dacht ik dat het echt gedaan was tussen ons nadat jij het me verteld had. Je weet wel, dat met Fouad. Maar nu pas besef ik dat jij er goede bedoelingen mee had.' 'Ik mocht hem erg graag.' snik ik. 'Dat weet ik lieverd. Hij heeft je vast ook gemogen. Dat weet ik zeker. Let's get to the point darling. Ik hou van je, onvoorspelbaar veel. Jij bent werkelijk de mooiste dat mij ooit is overkomen. Ondanks de ups en downs. Ondanks alles dat wij hebben moeten doorstaan. Het was niet gemakkelijk, maar toch zijn we er voor elkaar geweest. Beiden verzwegen we de liefde die wij voor elkaar voelen. Want ik weet dat het wederzijds is. Ik voel dat gewoon. Lieve Rania, ik wil je tot mijn vrouw maken. Ik wil jou beschermen tegen al het kwade. Het eerste wat ik naast me wil zien wanneer ik mijn ogen open in de ochtend ben jij. Ik verlang ernaar je bij me te hebben. Voor altijd. Liefje, wil je met mij trouwen?' vraagt hij zachtjes terwijl hij diep in mijn ogen kijkt.
Ik snotter ontroerd. 'Droom ik?'. vraag ik hem echt vol ongeloof. Hij schud lachend zijn hoofd. 'Ik wil dolgraag met je trouwen!' roep ik vol blijdschap. Enthousiast opent hij het doosje en haalt er een glimmende ring uit. De ring was bedekt met klein fijn gesneden diamantjes. In het midden lag er een ietwat grotere diamant. 'Oooh wat mooi!' Hij schuift hem in mijn ringvinger. En ook hij liet een paar tranen. Met een smile op zijn gezicht staat hij op en neemt me in zijn armen.
'Je maakt me zo gelukkig. Het spijt me...' Ik doe hem zwijgen door mijn lippen op de zijne te drukken. Mijn hart gaat werkelijk razend tekeer. En ook die van hem lijkt eruit te willen springen.
Ik sla mijn benen om zijn middel en sluit mijn armen om zijn hals. 'Ik hou van je' roept hij schoor. Kussend duwt hij mij tegen de deur. 'Ik hou ook van jou!' Hij kijkt me voor even diep in de ogen aan maar snel zoeken onze lippen elkaar weer op.
Reageer (1)
Jupp ik ben mijn hartje kwijt!
9 jaar geledenDie is gesmolten van dit achterlijke schattige meest perfecte en echt super dupe cute hoofdstukje
Omg meid!! Dit was zo mooi!!!
Ze gaan trouwen!!!!!!!!
En ze beginnen ook vast aan een kleine Zakaria als ik t goed begrijp
Dit was echt te super cute!! Wauw!!!
Zakaria weet van de perfecte aanpak... weet je waarom? Omdat hijzelf ook perfect is!
Thanks Amin! En thanks Sam voor alles!
Zonder Amin had dit aanzoek nog heel lang kunnen duren
Omg dit was echt wauw. Ben dr helemaal stil van!
Kudooo!
Snel verder!