48.
'Maar waarom?' Fluistert ze verward. 'Omdat je bij mij veilig bent. Het huis is strikt beveiligd. Zo kan ik elke dag met een gerust hart naar bed gaan. Vooral na vandaag lijkt het me erg verstandig.' 'Ik ben ook veilig bij sam. Begrijp me niet verkeerd, ik vind het erg lief van je maar ik sla je aanbod toch maar af. Het is gewoon niet gepast, als je begrijpt wat ik bedoel.' 'Ik sta erop Rania. Wees niet bang, je krijgt je eigen kamer. Je krijgt alle ruimte die je nodig hebt, het lijkt me gewoon een goed idee. Brian is gevaarlijk Rania. Het is een kwestie van tijd alvorens hij erachter komt wie achter die aanslagen zit. Hij zal je opzoeken tot hij je vind Rania. Eerder zal hij niet rusten.' Ik zag een diepe frons op haar voorhoofd verschijnen terwijl ze bedenkelijk voor zich uit staart. 'Het is de bedoeling dat hij me vind Zakaria. Dit alles heb ik gedaan omdat ik weet dat hij me zal vinden. Dat is een groot deel van ons plan.'
Rania:
'Dat is verre van ons plan Rania! Wij hebben hem gevonden, wij zullen aanvallen niet zij. We hebben alleen een kans om te winnen wanneer wij de eerste stap nemen, wanneer wij ze een stap voor zijn!' Barst hij geërgerd uit. Ergens weet ik dat hij gelijk heeft. Het zijn gewoon mijn gevoelens die het niet toe laten om met hem mee te gaan. Ik ben - nogal zacht uitgedrukt - smoorverliefd op hem. Ik wil de dingen die daar kunnen gebeuren gewoon niet rikskeren nu ik weet dat de gevoelens wederzijds zijn. Nou, ik weet het niet zeker maar het voelt zo aan. Ik weet dat ik hem niet koud laat. Onze zoen een paar dagen geleden liet beiden niet koud. Daar was het te passievol voor. Te intens. Zijn zoete lippen kan ik nog steeds op de mijne voelen. Het was niet genoeg, en daar ben ik juist zo bang voor. Ik ben bang dat wanneer hij me met die verlangende blik aanstaart ik niet meer voor mezelf in sta. Dat ik me zal overgeven aan dat gevoel. Ik weet dat ik achteraf spijt zal krijgen. Mijn man zal de eerste zijn die mij op een bepaalde manier mag aanraken. Diep van binnen hoop ik dat Zakaria die ene man zal zijn.
'Waar denk je aan?' Haalt Zakaria me uit mijn gedachten. 'Aan niets. Was je wat aan het vertellen?' Mijn hoofd loopt rood aan van schaamte. Hij schudt lachend zijn hoofd. Wanneer hij voor mijn deur parkeert kijkt hij me even diep in de ogen aan. 'Kan ik je echt niet overhalen?' Verzucht hij overdreven. Ik weet niet wat te antwoorden. Ik sta zonder twijfel in tweestrijd. Mijn hart wil met hem mee maar mijn verstand laat het niet toe. Nadat mijn hart de eindeloze lijkende strijd heeft gewonnen krullen mijn mondhoeken zich tot een klein glimlach. Ook hij ontbloot zijn rechte witte gebit. 'Je mag vaker glimlachen. Het staat je goed.' Fluistert hij hees. Verlegen sla ik mijn ogen neer. Als hij zijn vinger onder mijn kin legt en zo mijn hoofd zachtjes omhoog duwt voel ik een lichte tinteling.
'Ga alsjeblieft met me mee. Ik wil je alleen beschermen Rania. Herken je nog de eerste keer dat we elkaar zagen? Het was niet erg aangenaam maar al sinds die dag heb ik het gevoel dat ik verantwoordelijk voor je bent. Dat ik je met heel mijn lichaam je moet beschermen. Ik ontving niet voor niets die kogel in mijn arm.' Plaagt hij me lachend. Ik dacht terug aan die bewuste dag. Het was er eentje om nooit te vergeten. 'Ja ik weet het nog. Ik heb je nooit echt bedankt, bij deze bedankt Zakaria.' Fluister ik beschaamd. Hij glimlacht breedt en stapt vervolgens uit. Hij opent mijn portier en kijkt me indringend aan. 'Ga je met me mee?' 'Ik ga met je mee Zakaria, op één voorwaarde. Je zal je gedragen. Het zal niks tussen ons veranderen.' 'Ik zal me eraan houden.' Hij is zo te zien erg enthousiast en huppelt grappend mijn huis binnen.
'Nou hier zijn we dan.' Zegt hij en legt mijn tassen neer. Ik mag van geluk spreken dat het maar voor tijdelijk is. Het zal me echt niets verbazen als hij me binnen enkele dagen buiten zet. Vooral ik met mijn opmerkingen. Mijn commentaar. Hoe sneller dit alles voorbij is hoe beter. Toch hoopt er een deel van mij dat het iets langer zal duren. Ik wil bij hem zijn, het liefst voor altijd.
Als ik weer terug bij de realiteit ben kijk ik letterlijk mijn ogen uit. De hal waar we ons in bevinden is erg warm ingericht. Het ziet er allemaal zo knus uit. Het huis is werkelijk prachtig, ik zal hier in kunnen verdwalen. Spontaan moet ik denken aan mijn ouderlijke huis. Wat mis ik het daar! Wanneer dit allemaal voorbij is zal ik terug keren naar het huis dat aan mij toebehoort. Het huis waarin ik geboren en getogen ben.
'Het interieur is prachtig Zakaria. Ik had nooit gedacht dat je huis werkelijk zo mooi zal zijn.' Plaag ik hem een beetje. Toch meende ik wat ik zei, ik heb nooit gedacht dat het zo mooi zal zijn. Wanneer we verder lopen en zo in de reusachtige woonkamer komen sla ik een kreet van verbazing. 'Wauww!! Wat is het hier mooi Zakaria. Oh mijn god ik kan mijn ogen niet weghouden van die prachtige banken, schilderijen en al die ander accessoires.' 'Haha dan moet je eens de tuin zien.' Brengt hij er trots uit. 'Als jij me mijn kamer toont dan zal ik me even opfrissen en vervolgens voor je koken.' 'Het is maar goed dat ik boodschappen heb gedaan.' Komt hij opgelucht over.
Nadat ik een heerlijke douche heb genomen en met moeite de jacuzzi heb laten staan kleed ik me om in een joggingbroek en T-shirt die na mijn gevoel ietwat te strak zit. Ik kam mijn haar uit die ik vervolgens in een hoge staart vastbind. Als ik vluchtig een blik op de spiegel werp kom ik tot mijn verbazing oog in oog te staan met een vrolijke Rania. Mijn glinsterende ogen lachen me voor het eerst in maanden toe. Tevreden ga ik opzoek naar de keuken. Daar aangekomen zie ik tot mijn schrik dat Zakaria al is begonnen met koken. 'Kan jij koken?' Floept het er zonder dat ik erbij nadacht uit. Hij kijkt me beledigd aan. 'Natuurlijk kan ik koken. Wat dacht je dan?'
Ik besluit te zwijgen en ga naast hem staan. 'Wat ben je aan het maken?' 'Nasi. Mijn zusje komt zo thuis.' Geschrokken doe ik een stap achteruit. 'Oh wat erg, ik was het helemaal vergeten. Jou zusje woont bij jou thuis, wat zal ze wel niet denken.' De paniek is vast in mijn ogen te lezen. 'Ach stel je niet zo aan. Als we het haar uitleggen zal ze het vast begrijpen.' 'Nou dat is je geraden ook. Anders ben ik weg.' Zakaria lijkt niet eens naar mij te luisteren. Hij knikt alleen wat afwezig. 'Wat is er?' 'Oh niks. Ik moest gewoon even denken aan Fouad.' Een golf van misselijkheid kwam in me op bij het horen van die woorden. Snel been ik me een weg naar de toilet en gooi wat water in mijn gezicht. Onbewust rollen de tranen over mijn wangen. Hoe kon ik het vergeten? Ik ben hier al eerder geweest, maar toen was ik nog met Fouad. 'Rania open de deur!' Ik begin alsmaar heviger te snikken. De schuldgevoelens nemen weer bezit van mij. 'Rania kom eruit. Je kan het er met mij over hebben Rania. Ik weet dat jij Fouad hebt gekend. Dat jij die bewuste dag met hem was.' Van de schrik open ik de deur en kom oog in oog te staan met een koelbloedig Zakaria.
Reageer (1)
'Onze zoen een paar dagen geleden liet beiden niet koud. Daar was het te passievol voor. Te intens. Zijn zoete lippen kan ik nog steeds op de mijne voelen. Het was niet genoeg, en daar ben ik juist zo bang voor. Ik ben bang dat wanneer hij me met die verlangende blik aanstaart ik niet meer voor mezelf in sta. Dat ik me zal overgeven aan dat gevoel. Ik weet dat ik achteraf spijt zal krijgen. Mijn man zal de eerste zijn die mij op een bepaalde manier mag aanraken. Diep van binnen hoop ik dat Zakaria die ene man zal zijn. '
9 jaar geledenGeef je gewoon over aan je gevoelens en vertrouw Zakaria. Hij zal niks doen wat je niet wilt.. zo is hij niet..
En Zakaria is niet koelbloedig. Hij zegt toch dat je er met hem over kan praten?! Maak gebruik van die gelegenheid. Wees eerlijk,vertel hem alles en word daarna samen oud en gelukkig!