Foto bij niet weer

Hermelien, Ron en Harry zijn in de tijd gekomen waar Perkamentus nog jong is komen ze ooit nog terug naar hun eigen wereld. Nu gaat het verder.



Hermelien POV

Ik loop achter de jonge Perkamentus naar de schoolhoofd. Na dat we uit zijn kantoor komen met ons rooster komt Vilder aan rennen helemaal onder slijm. Hij
zegt kort FOPPE en loopt weg. Lachend lopen we weg naar de grote zaal die half nog open is, alleen met een spreuk toch beschermt. Harry kwam met het idee om naar buiten te gaan. Het bleek dat Perkamentus, Anderling, slakhoorn en Vilder nog nooit buiten hadden gezeten tijdens hun tussenuur, ze zaten altijd in de bibliotheek. We waren lang aan het kletsen Perkamentus met Harry aan het praten over zwerkbal, Ron, Slakhoorn en Vilder over hoe ze Foppe te slim af konden zijn en ik met Anderling praten over de lessen. Toen ons tussen uur afgelopen was gingen we naar toverdranken toe waar dit keer geen Sneep stond. Ik zit naast Harry en Perkamentus ik voel onder mijn gewaad de ketting en hoe het zand er uit is opeens voel ik mijn tijdverdrijver draaien en opeens ben ik weg.

Harry POV
Het is raar om met je schoolhoofd te praten in een jongere versie. Tijdens toverdranken zat ik naast Hermelien opeens zag ik haar ketting draaien ze had hem dus nog en ik kon nog snel haar pakken en Ron voordat ze weg was. Als we weer op de grond waren aan gekomen zag ik weer Zweinstein alleen nu wel af. Ik dacht even bij mezelf dat we terug waren maar het leek er niet op. Ik kik om me heen en zie Ron langzaam wakker worden.' Waar zijn we': zei Ron. Als grap zei ik:'je bedoelt wanneer'. Lachend staan we op en zoeken Hermelien maar we kunnen haar nergens vinden. We komen een groepje jongens tegen die heel erg op een soort perkament keken en toen naar ons. Toen ze op ons afkwamen keken ze ons weer aan en weer op perkament. Ze begonnen tegen elkaar te smoezen' James die jongen lijkt echt op jou' ze staan niet op de map' komen ze voor dat meisje'? Toen vroeg ik:' is het een meisje met krullend bruin haar'? ' Ja' zeiden z in koor.' Waar is ze'? Vraag ik. Ze wenkten ons dat we mee moesten lopen naar de ziekenzaal.' Daar ligt ze': zei een jongen die verdacht veel op Sirius leek. 'Wacht': zei een jongen met de bril' we moeten ons even voorstellen'. 'Ik ben James Poter' Sirius Zwarts' Remus Lupos' en ik ben Peter Pippeling.'

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen