''Opstaan lapswans'' Larissa schrikt wakker. Is het al zo laat. Larissa springt uit bed glijdt in haar kleren en smeert snel een boterham voor onderweg. Ze moet altijd extra vroeg vertrekken want de pestkoppen uit haar klas wachten haar altijd op om haar tas om tekeren of om haar jas in de sloot te gooien. En dat weten haar ouders en de juffen allemaal heel goed maar toch doen ze er geen ene reet aan. Wanneer Larissa klaar is om te vertrekken en de deur uit wil stappen gaat haar moeder met haar handen in haar zij voor Larissa staan. Larissa voelt al dat er iets niet goed zit. Larissa´s moeder grijpt naar Larissa´s haar en trekt haar mee naar haar kamer. ''Ik vertik het om elke ochtend als je persoonlijke huishoudster je zooi maar achter die luie reet van je opteruimen'' en ze geeft Larissa met haar platte hand een klap op kont. De tranen rollen over Larissa´s wangen.Ze krijgt klap na klap. Opeens gaat de bel moeder stopt met slaan en zegt tegen Larissa: ''hou op met dat gejank''. Larissa probeert te stoppen met huilen maar gaat daardoor nog harder snikken. Moeder duwt Larissa op zij en loopt de trap of. Daar staat Mark de grootste pestkop van de klas. Moeder zegt een geërgerd: ''wat moet je''. ''Ik kom Larissa halen voor school.'' Larissa die mee heeft geluisterd op de trap loopt naar beneden. Ze durft geen nee tezetten en loopt samen met Mark naar buiten. Vlak na dat ze de oprit af zijn gelopen wordt er een zak over haar hoofd getrokken. Ze probeert iemand in zijn buik te stompen maar ze krijgt een vlinke trap tegen haar kuit. Ze voelt dat ze weg wordt gesleept maar wat er voor de rest gebeurt weet ze niet ze is bewusteloos.

Larissa wordt wakker door een vel licht. Plots denkt ze dat het allemaal maar een droom was dat ze nu gewoon naar beneden kan lopen daar en liefdevol gezin staat om haar allemaal een goedemorgen kus te geven en dat ze gelukkig naar school loopt met haar beste vriendinnetjes. Maar het is geen droom. Ze zit in de gymzaal van haar school vast gebonden aan een stoel. Ze is daar helemaal alleen. Larissa denkt na, wat moet ik nu doen. Plots bedenkt ze zich dat ze een zakmes in haar jaszak heeft. Dat had ze gekregen van haar neefje ze had belooft dat ze het altijd mee zou nemen waar ze ook heen zou gaan. Met veel moeite graait ze in haar zak. Hebbes! Ze sneedt met het mesje het touw door. Dat kost nog heel wat moeite. Wanneer ze eindelijk het touw los heeft gemaakt voelt Larissa de onzettend de blaren op haar pols. Wanneer ze opstaat ziet ze dat er een briefje op de muur is geplakt er staat met dikke letters JE MAG HIER LEKKER EEN NACHTJE BLIJVEN LOGEREN WE HEBBEN FDE DEUR OP SLOT GEDAAN DUS JE KAN ER TOCH NIET UIT. Larissa voelt aan de deur klink hij is inderdaad op slot dan ziet ze dat het bovenste raam open is. Maar hoe komt ze daar bij. Ze zet haar voet op het kozijn van het onderste raam. En zet haar voet er bij zo klimt ze via de kozijnen naar boven. Wanneer ze boven is propt ze zich door het raam.

Daar staat ze dan vijf meter hoog op de rand van een raam. Hoe moet ze nu naar beneden. Ze kijkt naar beneden naar het grasveldje waar veel fietsen staanvan kinderen van de school. Larissa doet haar ogen dicht en telt af 3, 2, 1 en SPRING ze laat haar handen los en zet af van de muur. Ze knalt met een klap op de grond. Wat een verschikkelijke pijn doet haar knie. In Larissa's broek is een grote schier tezien. Hoe legt ze dit uit aan haar ouders toen ze een keer vla had gemorst op haar blouse kreeg ze al zo'n pak rammel dat is wel een uur bewusteloos was. Dus wat nu?

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen