Ik word wakker. Waar ben ik? Ben ik aan het dromen? Dit heb ik nog nooit gezien. Ik lig op een strand. Aan mijn voeten stroomt de zee. Ik probeer recht te staan, wat moeizaam lukt. Het strand is te glad. Na een tijdje lukt het me. Achter mij zie ik een klein dorpje. Zal ik het gaan verkennen of blijf ik toch nog even genieten van het mooie uitzicht hier? Ik besluit om naar het dorpje te gaan. Ik kom niet direct iemand tegen, jammer.
De avond begint al te vallen. Waarschijnlijk zijn de bewoners aan het eten. Als er bewoners zijn. Op het eerste zicht lijkt de plaats waar ik me bevind verlaten. Wanneer ik het dorpje inloop, zie ik licht branden in de kleine huisjes. Het zal tijd zijn voor het avondmaal. Iedereen eet hier misschien rond dezelfde tijd? Ik loop nog even een tijdje rond in het dorpje. In de verte zie ik een bakker. Ik denk dat ik daar toch maar even binnen loop, ook al heb ik geen honger.
Ik loop de bakkerij binnen en het eerste wat ik zie is een papegaai. Hij heeft me ook gezien en zo te zien is hij niet erg blij dat hij me ziet. “Inbrekerrrrr Inbrekerrrrr!!’, begint hij te schreeuwen. “Nee”, zeg ik. Ik wil meer weten over dit dorpje. Ik kom niets stelen hoor ik beloof het!”
Ik weet niet of de papegaai me verstaat. Je weet nooit in een droom. De dieren kunnen hier misschien spreken en mensen verstaan. Of is dit dorpje alleen bewoond door dieren?
Ik zie plots de bakker aankomen, het is dus niet alleen bewoond door dieren.. “Flip, wat sta je nu zo te schreeuwen? Ik denk dat er geen inbreker is. Waarschijnlijk een gewone klant.”
Ik zie een man van rond de veertig jaar achter de kassa vandaan komen. Hij is kaal en ik zie dat hij druk bezig is met brood te maken. Zijn handen hangen nog vol meel. Achter hem loopt er een hondje. Zo schattig! Zou ik het durven aaien? Wacht eens even zie ik het hondje nu vliegen? Nu zie ik ook dat hij achteraan vleugels heeft. Wonen hier allemaal speciale dieren?. De papegaai lijkt me eerder normaal.
“Hallo? Wat kan ik voor je doen?”, vraagt de bakker. “Euh, ik ben Rosalie en ben in dit dorpje terechtgekomen. Ik weet niet waar ik ben. Kan je me hierover meer vertellen?” “Welkom Rosalie, zou ik al zeggen. Dit is de wereld Feria. Deze wereld zal je niet bekend in de oren klinken, omdat het ook een droomwereld is. Je zal deze nooit op een wereldkaart vinden. Trouwens ik ben Wim, en ik ben de bakker van dit dorpje.”
“Hoe weet u dat ik van de gewone wereld ben?”, vraag ik. “Ik zie het aan je uiterlijk. Jouw huidskleur is te donker voor een Feriaan. Wij, inwoners zijn bleker. Ook hebben jullie een ander accent dan de inwoners van Feria. Ik weet ook dat er een normale wereld is, omdat er al eens eerder iemand uit jouw wereld hier is toegekomen. Hij heet Andy. Je kan hem ook makkelijk vinden door zijn huid. Je moet dus niet bang zijn dat de inwoners je zullen aanvallen. Ze doen niemand kwaad. Albert kan je vast veel meer informatie geven over onze wereld. Hij woon aan de rand van het dorp. Je kan zijn huis makkelijk herkennen aan de rode stenen die ervoor liggen. De meeste huizen hebben grijze of zwarte stenen liggen. Ga maar naar hem toe.”, zegt de bakker. “Oké”, zeg ik.
Ik volg de raad van bakker Wim, neem afscheid en vertrek naar die Albert.
Terwijl ik door het dorpje wandel, merk ik veel boerderijen op. Ik stap verder en opeens glijd ik uit. Was dat nu een gladde steen, of toch iets anders? Ik krabbel recht en zie kleine wezens weglopen. Wat is dat? Ik kan het niet meteen beschrijven. Het lijken wel dieren. Meer kan ik niet zien, ze zijn er net iets te snel voor.
De avond begint meer en meer te vallen, dus ik kan ik niet goed zien. Niet veel later zie ik eindelijk de rode stenen. Dit moet het huis van Albert zijn.
Na een beklimming van 100 treden, bereik ik zijn voordeur. Ik zie niet meteen een bel, dus ik besluit te kloppen. De deur staat wel op een kiertje, maar ik wil beleefd blijven.. Het duurt wel een tijdje. Is hij niet thuis, of hoort hij me niet? Ik klop nog een keer. Deze keer iets harder dan de eerste keer. Ik hoor een zachte “Binnen!” en loop naar binnen. Het eerste dat me opvalt is de rommel. Overal zie ik verpakkingen van verschillende producten. Hij is niet erg netjes, of zijn alle bewoners hier zo?
Ik hou niet erg veel van rommel. Mijn kamer is altijd opgeruimd.
Ik heb geen idee waar ik naartoe moet. Ik zie veel te veel deuren. Misschien eentje opendoen? Ik trek de eerste deur die ik zie open. Niet meteen de juiste zo te zien ik zit in zijn toilet. Ook niet erg ordelijk. Dan maar de volgende deur die ik zie. Weeral mis. Deze keer is het zijn slaapkamer.
Albert heeft het waarschijnlijk gehoord dat ik zijn woonkamer niet vind. Ik hoor hem zeggen “Het is de derde deur links” “Dank je wel!”, roep ik
. Dan moet het hier zijn, een deur verder van zijn slaapkamer. Ik doe de deur open en ga de woonkamer binnen. Ik zie Albert niet meteen. Dan merk ik hem op in een van de zetels. Hier ligt het ook vol met flesjes en verpakkingen. “Hallo wie ben jij?”, vraagt hij. “Ik heb jou nog nooit eerder hier in dit dorpje gezien.” “Euh. I-i-ik b-b-en Rosalie en kom uit een andere wereld”, stotter ik.
“Ben jij ook een aardbewoner?”, vraagt hij. “J-ja. H-hoe w-weet u dat?” “Andy is ook een jongen van jouw planeet. Heb je hem al ontmoet?” “Nee nog niet. Ik ben hier nog maar net aangekomen”, vertel ik. “Moet je zeker doen. Het is een aardige jongen.” “Ja, Wim de bakker heeft het me ook al verteld dat ik hem zou moeten ontmoeten.”, zeg ik.
“Waarom blijf je daar zo staan? Je mag gaan zitten hoor. Ik bijt helemaal niet.” Er staat een andere bank naast hem en ik ga zitten.
“O wat dom van me. Ik ben mezelf vergeten voor te stellen. Ik ben Albert.” Ik kijk in twee lachende honingkleurige ogen.
Rosalie wist je dat je in deze wereld een uiterlijk krijgt waarbij je zelf kan kiezen hoe je er uit wilt zien. Een andere naam kiezen is ook aan te raden.” Ik moer deze informatie even verwerken.
“Oké dat wil ik wel doen,” zeg ik “Maar ik weet niet hoe dat kan.”
‘Wel je kan, als je terug wakker bent een ontwerp maken van hoe je er wilt uitzien. Denk aan deze tip: je moet er mee kunnen strijden! Als het ontwerp klaar is, moet je het onder je kussen leggen. De beste kleermaker hier zal voor jou je gekozen kostuum maken. We hebben hier ook een speciaal kapsalon voor jouw haar. Hier heb je een sjabloon dat je kan gebruiken. Je vindt het morgenochtend vast terug onder je kussen. Ik moet lachen. “Dat gaat toch nooit gebeuren! Dit is maar een droom!” zeg ik. “Als je mij niet gelooft, kijk toch maar eens onder je kussen als je opstaat.
Je zal dit er waarschijnlijk ook onder vinden. Dit moet je elke nacht omdoen. Zo ben je zeker dat je elke keer naar deze wereld komt, ook al ben je niet thuis.” Hij geeft me een kettinkje met een amulet. “Je kan het passen. Hij lijkt groot genoeg” Ik doe wat er gevraagd wordt. “Hij is prachtig!”, zeg ik. En ik meen het ook, het is echt iets prachtig. Het is een honingkleurige steen. Ik denk dat ik hem morgen op school ook zal dragen.
“Trouwens Albert wat bedoel je met kleding vinden waarmee ik kan strijden? Moet ik hier vechten?” vraag ik. “Wat er precies zal gebeuren, daar kom je wel later achter. Ik ga je nu niet te veel vertellen. Wil je een tasje thee?” “Ja graag”, zeg ik.
We blijven toch nog even kletsen en niet veel later zie ik dat de nacht begint te vallen. “Ik denk dat het bijna tijd is dat je naar je eigen wereld vertrekt. Kijk eens op je horloge. Deze geeft aan hoe laat het is in jouw wereld.”, vertelt Albert. “O nee het is half zeven. Ik denk dat ik zo naar mijn wereld moet terugkeren! Over een halfuur gaat mijn wekker af.
Hoe geraak ik terug in mijn wereld?”, vraag ik .”Door alleen met je linkerpink het amulet aan te raken. De spullen die je in dit rugzakje draagt, worden ook meegestuurd naar je wereld. Het amulet gaat altijd mee, ook al zit hij hier niet in.”, zegt hij en geeft mij het rugzakje.

“Oké dank je wel voor de informatie.”, zeg ik en ik vertrek. “Als je terugkeert naar Feria, kom dan zeker bij mij langs! Zorg er ook zeker voor dat het ontwerp klaar is tegen morgen!”, zegt Albert. ‘Zal ik doen!”, zeg ik en ik vertrek.
Buitengekomen kijk nog even rond. Het is hier ook al donker geworden, realiserend dat ik hier waarschijnlijk nooit meer zal terugkeren, raak ik het amulet aan met mijn pink. Dan wordt alles zwart voor mijn ogen

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen