Chapter 1.O18
Cara en ik hebben uiteindelijk nog een hele lange tijd op mijn bed gezeten. We praatten over van alles. Dingen van vroeger, dingen van nu, dingen die we ooit nog willen doen. Het viel me toen eigenlijk pas op wat een aardig meisje Cara is. Ze is te vertrouwen en dat was iets wat ik prettig vond. Ik voelde me goed en veilig bij haar. We zijn de tijd uit het oog verloren en uiteindelijk viel ze bijna in slaap op mijn bed. Ik heb haar toen maar naar haar kamer gebracht en op bed gelegd. Vervolgens ben ik zelf ook mijn bed in gedoken.
De volgende ochtend word ik, voor het eerst in lange tijd, uit mezelf wakker. Ik hou van die dagen. De dagen dat je van niets of niemand wakker wordt, maar gewoon lekker zelf. Helemaal uitgerust gooi ik mijn benen over de rand van het bed. Ik kijk naar het verband dat om mijn torso zit gebonden. Ik ben haar nog altijd dankbaar voor wat ze heeft gedaan gisteren. In lange tijden had ik me niet zo goed gevoeld.
Na een klein kwartiertje loop ik richting de eetzaal. Ik had honger en was precies voor het eten op tafel wordt gezet was ik wakker geworden. Vrolijk loop ik de zaal binnen en groet iedereen die al aanwezig is van mijn team. Ik pak mijn eten en kijk rond. Cara zit er ook al, een beetje afgezonderd van de rest. Ik loop naar haar toe en ga naast haar zitten. Het team kijkt me iets wat verbaasd aan maar het maakte me niet uit. ‘Bedankt, nogmaals voor gisteravond.’ Cara kijkt me lachend aan. ‘Geen probleem Gazel.’ ik richt me weer op het eten dat ik voor me heb staan.
Het duurt alleen niet lang voordat mijn rustige etentje wordt verstoord. Met een klap komt Burn op de stoel tegenover Cara en mij zitten. Met een opgetrokken wenkbrauw kijk ik Burn aan. ‘Wat moet je Burn? Je tafel is de tafel naast ons, niet deze.’ ‘Oh, dat had ik nog niet gemerkt Gazel.’ ik kijk hem nog altijd aan. ‘Oh werkelijk. Je begint een beetje blind te worden dan. Misschien moet je er iets aan laten doen voordat je ogen er nog verder op achteruit gaan. Het zou wel verklaren waarom je zo faalt met pasen tijdens de trainingen en wedstrijden.’ Dit lijkt hem boos te hebben gemaakt. Boos staat hij op en slaat zijn handen op de tafel. ‘Neem dat terug!’ heel de zaal is ondertussen stil geworden van de klap en het geschreeuw van Burn. Ik sta ook op en kijk hem aan. ‘Waarom zou ik, het is de waarheid. Als je er niet tegen kunt is dat jouw probleem.’ wat ik zeg lijkt niet te helpen om hem af te koelen maar dat maakt me niet uit. ‘Je ziet een beetje rood Burn. Moet ik je wat afkoelen? Ik doe het met alle plezier.’ de inhoud van het glas water deed er niet lang over om op het hoofd van Burn te vallen. Vol ongeloof kijk hij me aan, net als iedereen in de zaal. Mijn team grinniken zachten en ik geen ze geen ongelijk. Ik barst in lachen uit. ‘Je haar zit vreselijk zo. Ga maar weer terug naar je kamer, zo hoeven wij niet naar je belachelijke kop te kijken en kan jij je haar weer proberen te fatsoeneren.’ Na mijn woorden ga ik weer rustig zitten en ga ik verder met eten.
Er zijn nog geen reacties.