Ze vertelden me dat het moment hier was. Het moment waar ik mijn hele leven voor getraind heb, voor gevochten heb.
Ze vertelden me dat hij terecht was. Hij die mijn familie-eer gekrenkt had. Hij die moet boeten voor de ondergang van mijn moeders tempel.
Ze vertelden me dat ik deze zomer nog zijn bloed moet laten vloeien.
Ze hebben gelijk.

"Chloë. Houd je hoofd erbij. Wat zit je nou toch te dromen, meid?"
Haar stem weerklinkt schel in de leegte van de vergaderzaal. Traag wend ik mijn blik af van het raam en kijk haar aan. Iets aan haar houding verraadt haar zenuwachtigheid; misschien zijn het haar armen, gekruist voor haar borstkas, misschien is het haar hoofd, lichtjes gekanteld om me doeltreffender te kunnen bestuderen, misschien is het haar voet die ritmisch op de marmeren vloer tikt.

Wederom treft het me hoe weinig ik van haar af weet. Hoe is ze hier warempel terecht gekomen? Ze is geenszins verwant aan me, nog aan een andere godheid. Ze is een volbloed mens, ergens rond de dertig jaar oud. En zolang ik me kan herinneren werkt ze hier, bij The Institute.
"Geen droom, Ms. Hemmingfield", mompel ik, een zweem van een glimlach speelt stilletjes rond mijn lippen terwijl ik mijn vingers naar het raam uitstrek. "Dat geluk is me nooit gegund geweest."
Mijn ogen worden nogmaals naar de buitenwereld gelokt, naar de elegante, statige wolkenkrabbers van Manhattan. Ze strekken zich uit naar de hemel, als in een eeuwige wedstrijd wie er het eerst de wolken kan kussen. Op zulke dagen is het moeilijk om je in te beelden dat daar werkelijk mensen leven, mensen werken. Mensen met alledaagse leventjes, vaste planningen, toekomstdromen. Eigen toekomstdromen.
Mijn leven was al lang voor mijn geboorte uitgestippeld. Chloë Evans, dochter van Athena. Opgeleid in The Institute om haar moeders vloek op de Castor-familie te volbrengen: het geslacht tot de laatste telg uitroeien. En die laatste telg was nu terecht - en dit keer was het geen loos alarm. Dit keer voelde ik een vreemde spanning zich doorheen mijn lichaam verspreiden. Een soort warmte, een euforische aantrekking. Hij bevond zich dichtbij, zo dichtbij...

"Droom of niet, let een beetje op. We mogen geen vergissingen maken. Dit is het moment waarop we gewacht hebben. Castor Junior bevindt zich in Londen. Gisteren meldde hij zich aan op de Allington High School in Venetië. Jouw inschrijving werd vanmorgen nog verstuurd. Je vertrekt aanstonds?"
Ik knikte, wanhopig proberend mijn opwinding te verbergen. Dit keer was het geen loos alarm. Ditmaal zou ik hem vinden. Ditmaal zou ik hem schaduwen, zijn zwakke plekjes één voor één ontsluieren. Ditmaal zou ik hem uitdagen voor de finale strijd. Ditmaal zou hij me niet ontsnappen.
Deze zomer nog zou Athena's woede ontketend worden.
Deze zomer nog zou ik eindelijk mijn eigen leven kunnen opbouwen.

"Ik ben er klaar voor", glimlachte ik haar geruststellend toe. "Castors laatste dagen hebben geslagen."

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen