Sorry voor het niet lang schrijven. Dat komt o.a omdat ik ook een account heb op Q en draad ook op schrijf. Daar heet ik daffie123 en ik schrijf daar ook. Ineens kreeg ik heel veel inspiratie, maar gelukkig voor jullie heb ik daardoor ook veel inspiratie voor deze story gekregen

Het was moeilijk geweest om via internet mensen te zoeken die hem konden helpen. Mensen die magie bezatten. Natuurlijk moest dat streng geheim blijven, het werd afschuwd door mensen. In het verleden waren er al genoeg mensen onnodig dood gegaan.
Uiteindelijk had Huiswegen via een enorme omweg toch iemand gevonden. Hij had de route uitgeprint naar het huis van diegene. Daarna liep hij naar de parkeerplaats, waar zijn auto stond en reed op weg naar degene.
Zenuwachtig tkkte hij met zijn vingers tegen het stuur.Het stoplicht deed er wel erg lang over.
Op de weg hier naartoe waren er niet zoveel stoplichten. En diegene die er wel waren, deden er wel erg lang over om op groen te gaan.
Net getoeter van een auto haalde Huiswegen uit zijn gedachte. Snel wierp hij een blik op het stoplicht, die nu wel groen was. Gelijk reed hij met volle gas door, de hoek om. Nu was er een erg lang recht stuk waar geen stoplichten waren. Af en toe een hobbel in de weg, zodat auto die er harder gingen dan mocht, afgeremd werden.
Langs de weg waren er paar kleine straatjes. Je kon er met de auto inrijden, maar dan moest je niet te hard gaan. En als je haast hed, rij je nou eenmaal hard. Iets dat de professor nu dus deed.
Mompelend zocht hij naar de juiste straat. Grote hoefijzerlaan, Hamerweg, aan de Merlijnstraat. Een erg toepasselijke naam voor iemand die volgens het internet Magie bezat.
De rode auto stopte vlak voor het huisnummer 7. Ook al weer een magische gatal. Het getal 7 is heilig doordat er zeven dagen in de week zijn, er zijn zeven zondes, de maan heeft zeven standen, er zijn zeven planeten in de alchemie, zeven zintuigen, zeven deugden, zeven geesten op de troon van God, zeven wijze mannen van Rome, zeven kampioenen van het christendom, heg leven van de mens heeft zeven,en stadia, zeven Bijbels, zeven kerken in Azië, zeven kandelaars, zeven ogen van het lams God, zeven trompetten, zeven sterren, zeven hoorns, zeven vreugde en zeven wereldwonderen. Dit waren nog niet eens alle redenen die er bestaan, maar wel de enige die er door Huiswegen's hoofd gingen toen hijj aanbelde.
Na ongeveer zeven minuten wachten, dat hij maar naliet op toeval, werd er opengedaan. Een meisje van ongeveer zeven jaar deed open. Ook dit liet hij maar weer op toeval staan. Om nou erbij stil te staan dat het getal zeven hem achtervolgde, kon niet echt zijn aandacht krijgen. Wat hun belangrijk was, is dat het probleem van Qecue werd opgelost. En daar had hij de hulp van een magiër bij nodig.
"Wat kan ik voor u doen?", vroeg het meisje beleefd.
Meneer Huiswegen keek op. Hoe kon zo jong iemand al zo beleefd zijn. Lag het aan de opvoeding of aan de omgeving? Of was ze dit alles gewend en moest ze het maar aanleren?
Het duurde even voordat Huiswegen antwoord gaf.
"Eeeh ik kom hier voor meneer Feron. Ik heb als het goed is een afspraak met hem."
Het meisje knikte en gebaarde naar hem dat hij naar binnen kon gaan. Aarzeld zetten hij de eerste stappen in het huis nummer 7.
"Als je hier u schoenen uit wilt doen, net als u jas, dan kan u naar binnen gaan", was het laatste wat het meisje tegen hem zei voordat ze weer naar boven ging. Vast naar haar kamer, om weer verder te gaan met het lezen van sprookjes. Huiswegen had al van jongs af aan hekel aan dat soort verhalen. Ze gingen altijd maar over hoe mooi het leven was, met al die happy endings en ze leven nog lang en gelukkig. Altijd begonnen ze met 'er was eens' en eindigen met 'ze leven nog lang en gelukkig.' Niet meer of minder. Zo af en toe was er wel een sprookje, die vernoemd was naar een personage zonder happy ending, zoals Repelsteeltje , maar nog steeds vond hij ze dan eentonig en saai.
Nadat Huiswegen zijn jas en schoenen had uitgedaan, deed hij de huiskamer deur open. Hij werd verwelkomd door een geur, dat vaag rook naar lavendel. De geur was sterk, en daarom werd het algauw verspreid door het huis.
Midden in de kamer stond een houten tafel. Daartegen stonden twee stoelen, recht tegenover elkaar. Op de tafel stond een boek op een steun. Daarnaast brandde een kaars. Het licht was het enige wat branden in de kamer. Alsof de inwoner van het huis geen elektriciteit had. Natuurlijk had hij dit wel. Misschien een te hoge rekening, en wou hij wat besparen. Maar natuurlijk was dit niet te reden.

Reageer (1)

  • FallingLeave

    Dit is een leuk stukje.
    Ik ben echt nieuwsgierig naar die man ^^

    9 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen